Griekenland 2016

door Chris
Griekenland

Deksels Tirana!

De nieuwe route van Elbasan naar de Albanese hoofdstad Tirana is een heuse snelweg met een lange tunnel, na de tunnel is de weg nog in aanbouw, maar de ontwikkelingen gaan hier snel! Maar dan rijden we fout: onze gps garmin (“miep-miep” noemen we haar meestal) snapt niets van Albanië, en een bochtig steil weggetje komt uit bij een onmogelijk zandpad verder omhoog… We gaan terug en volgen gewoon de borden naar het centrum. Wat verkeersopstoppingen later, parkeren we vlakbij de “piramide” voor 200 lek per 2 uur (€1,50). We lopen het centrum in over een oud bruggetje.

Al gauw drinken we cola op een terras, genietend van de lawaaierige stad. We bekijken de prachtige Et’hem Bey moskee.

Op een straathoek ergens is een levendige handel in tweedehands mobieltjes.  We zien behalve bedelaars veel mensen die iets doen zoals harmonica spelen met een zonnebril op, want dan lijk je blind. Of bijvoorbeeld jongleren met drie kegels op een hip muziekje.

Uiteraard zien we ook het Nationaal Historisch museum met de bijzondere voorgevel. Nog ergens een espresso bij een parkje. En dan lopen we weer terug naar de foeilelijke Piramide van Enver Hoxha.

Er is hier net een demonstratie met onwijs veel politie op de been. Onderweg naar het bunkermuseum in een heel andere wijk van Tirana, “Bunkart” staat steeds met bruine toeristenborden aangegeven, eten we in een straatje heerlijk gestoofd lamsvlees met aardappelen in een stoofpot op een krant op tafel. Er hangen parkietjes in kooitjes om het stadsgedruis nog wat te verlevendigen en dan begint er iemand te lassen. Bussen rijden af en aan, iemand legt vier gevilde schapen of geiten in de achterklep van zijn auto op een zeiltje, we komen ogen en oren te kort!

Het ontbrekende putdeksel

Als we het Bunkartmuseum naderen, stoppen de bruine toeristenborden met aanwijzingen geven en maar het adres staat in onze miepmiep. We rijden door een smalle straat met links en rechts kriskras geparkeerde auto’s, hopen met zand, voetgangers etc. dus lekker onoverzichtelijk.

Van voor en achteren komt er verkeer aan en op een gegeven moment staan we muurvast. Twee vrouwen in de auto naast ons maken de bestuurders achter ons uit voor “idioten” (universeel in zowat elke taal) en ik geef ze lachend gelijk! Ton geeft hun tips over hoe ze naar achteren kunnen rijden, zodat er meer ruimte ontstaat.

Klopt, maar de volgende tegenligger meldt zich alweer en plots horen (en voelen) we “pok!” Zo, dat klinkt als een diep gat! Ton zet hem in zijn achteruit en ik stap uit. We zijn in een put gereden! Het is een gat van twee meter diep! en we zijn er alweer uit gereden. De tegenligger rijdt achteruit, twee mannen komen helpen met aanwijzingen geven en we zijn er langs.

We hebben dit jaar echt al honderden van die gaten zonder putdeksel gezien, veel meer dan andere jaren, mogelijk een tekort doordat er zoveel nieuwe wegen gemaakt worden in dit land?

Onze angst om ooit in zo’n put te rijden is dus uitgekomen, maar als het heel langzaam gebeurd (en je hebt 4-wiel-aandrijving) dan is het niet erg (we zijn nu ruim een dag verder en de auto doet het nog prima, pffff!)

De achterbuurten van Tirana

We volgen de miepmiep verder en komen nu in de echte achterbuurten van Tirana. Mensen zoeken in vuilcontainers, het stinkt er. De weg is onverhard en kronkelt via smalle straten naar beneden tussen afgebrokkelde muurtjes door en wordt wel heel erg steil! Ik ga lopend even om een hoekje kijken en daar stopt het pad eigenlijk, als je niet dood wilt tenminste. Iets terug kunnen we keren in de blubber, vrouwen komen hun huis uit om te kijken wat wij daar aan het doen zijn.

We vervloeken de miepmiep, vragen nog ergens, maar met het advies van drie keer rechtsaf denken we weer in dit soort situaties terecht te komen, dus laat maar. Het bunkermuseum is vast een mooie plek, maar net iets te ver weg!

Overigens bezoeken we dit indrukwekkende bunkermuseum wel in 2019, op de fiets vanaf de nieuwe camping Dajti.

Alweer een bijzondere overnachtingsplek

De weg vanaf hier richting Dürres is kilometerslang zeer slecht. We bereiken ergens de snelweg en gaan bij Maminas er weer af richting kaap van Rodon: allemaal asfalt! Vlak voor het puntje van de kaap is een slagboom en we moeten 100 lek (€0,75) betalen. Dan is er rechts een pad naar een mooi zandstrand met een restaurantje, een pier, bunkertjes en tunnels. Daar is ook een mooi kerkje, dat bekijken we eerst. Er komt (alweer!) een bruidspaar om hier mooie foto’s te schieten, onze afgelegen plekjes zijn bij de lokale mensen altijd wel bekend.

We snorkelen bij de pier, maar dat is niet geweldig: ondiep en weinig te zien. Dan rijden we vanaf de toegangsweg naar links, langs ruïnes (iets militairs uit de tijd van Enver Hoxha?), we parkeren de auto op een groot veld, het pad verandert in een voetpad de heuvel over en komt al gauw bij een uitzicht op een kasteel van de befaamde 15e eeuwse Albanese held Skanderbeg. We bekijken dit nog tamelijk goed bewaarde bouwsel op de verder totaal verlaten kaap.

We overnachten hier op het vrij saaie grasveld. De sterrenhemel is weer grandioos hier.

2 oktober
We trekken weer goede wandelschoenen aan en nemen de snorkelspullen mee om te gaan snorkelen bij het kasteel van Skanderbeg, maar ook hier valt het snorkelen erg tegen. Bij het busje nog wat flessen zoet water over ons heen.

Een stukje heel erg slechte weg

We willen richting noorden en terug bij het dorp Shkafane slaan we nu linksaf, een oma met kleindochter mogen een stukje meerijden en de weg blijft goed tot we nog een kilometer of vier over een vlakte moeten, het pad is op diverse plekken door regen en bandensporen diep uitgesleten en enkele keren stappen we uit om de beste tactiek te bespreken. En dan staan we plots (bij Thumanë) op de grote weg die hier ook meteen overgaat in een snelweg.

We rijden nu even vlot door naar Shkodër, waar we in het centrum heerlijk eten. Overal op grote schermen in de café’s is voetbal te zien, soms wel 20 schermen in één café!

Langs de Kir

Dan rijden we over nieuw asfalt(!) naar de Ura e Mesit-brug Op een bruin toeristenbord staat: Theth 70 kilometer! en doet ons heel even hopen dat de weg nu geheel geasfalteerd is, maar eigenlijk kan het niet kloppen: de weg is minstens 128 kilometer en kost je één tot drie dagen. Lokale busjes doen het iets sneller, maar hoe brak kom je dan aan?

En even later vertelt de politie ons dat de weg niet is geasfalteerd en niet geschikt voor ons voertuig! Dat wisten we al, maar we willen naar een mooie zwemplek in de rivier de Kir voorbij het dorp Prekal om te overnachten. Maar lang voor we deze plek bereiken zien we een andere mooie en vlakke overnachtingsplek met mooi strandje aan de rivier en aangezien we morgen toch weer terug moeten…

Het is erg bewolkt en als het donker wordt gaat het regenen, steeds harder. Er loopt zelfs een brede “rivier” onder het busje door.

3 oktober
De mist hangt tussen de bergen, maar het is lekker warm en al gauw gaan we zwemmen op de mooie plek. Het is diep en niet heel erg koud, een klein strandje om er in te komen, perfect!
We rijden terug naar Shkodër en vanaf hier zijn we snel bij de grensovergang Han i Hotit met Montenegro. Lees verder op pagina 9.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie