De nachtegaalvallei
Chris: Al snel zijn we vanaf de camping in het Slowaakse Trenčín weer in Tsjechië, waar we een wit weggetje door de Witte Karpaten volgen. Dan een stevige uitkijktoren:
We rijden weer een stukje door Slowakije en dan lijkt camping Apollo bij Břeclav ons wel leuk vanwege dat daar vaak lifemuziek te bewonderen is. We rijden de camping op en schrikken van de campers en caravans die pal naast elkaar staan met de schotelantennes uit en veel wijn drinkende mensen. Dit is niet wat we zoeken!
Gelukkig is een paar kilometer verderop al een de rustige minicamping, een vrouw gebaart ons om de bloempotten te rijden want ze hebben net stukjes gras opnieuw ingezaaid.
Er is slechts één andere gast: een Tsjechische camper met gezinnetje. Verder veel aanloop en een ploeg kanovaarders met streepjesshirts, waar we ’s avonds ijshockey mee kijken in de kantine.
19 mei
Vlakbij, aan het grote Palavskameer bekijken we eerst de “eeuwen-kalender”, op zich niets bijzonders te zien, wel de informatie op het bord erbij.
Gele erwtenpap
Langs en door het grote meer gaan we verder, over glooiende heuvels waar veel fietsers actief zijn, bereiken we een druk terras waar al veel mensen zitten te eten. We zitten bij een Tsjechisch paar aan tafel en wijzen twee gerechten aan op de voor ons onleesbare kaart. Eén van de gerechten blijkt een gele erwtenpap en het stel lacht als we halverwege de borden ruilen.
Via de kleinst mogelijke weggetjes bereiken we een toeristisch gebiedje met een camping aan een meer: na het invullen van een aantal formulieren bij een meisje achter tralies, rijden we gewapend met een parkeerkaart het terrein op, waar de gesloten waterglijbaan de prijs aardig opdrijft en op de hele camping blijkt geen recht plekje te vinden.
’s Avonds eten we in één van de vele bistro’s op de camping, al is er nu maar één open. We zitten op het terras naar de onweersflitsen te kijken en als de serveerster (die trouwens heel lief de hele kaart voor ons vertaalt) de borden weghaalt, begint het te gieten. Dus we kijken binnen nog even naar….. jawel, alweer ijshockey!
De douches en zelfs de damestoiletten worden ’s nachts met grote hekken afgesloten en zo zijn er nog een aantal irritaties op deze voor ons te grote camping.
Telč is een pittoresk stadje
20 mei
Onderweg naar Telč zien we eindelijk een geschikte mooie Tsjechische kerk, we willen al heel lang eentje van binnen bekijken, dus op de parkeerplaats wat bedekkender kleding aan. Dan blijkt helaas de kerk gesloten en kunnen we alleen door een hekwerk een foto maken.
Telč schijnt een pittoresk stadje te zijn. We parkeren op het centrale plein.
We vermaken ons een paar uur met de leuke winkeltjes die verstopt zitten in de galerijen en kopen o.a. een bloempot!
Bij de pizzeria op de hoek van het plein eten we bijzondere pizza’s, o.a. één met kip en cranberries.
Vlak na Telč zijn volgens de kaart meerdere campings, helaas staan ze meestal niet duidelijk aangegeven. Als we er uiteindelijk één vinden, blijkt de receptie open van 8 – 14 uur! De toiletgebouwen zijn dicht en het elektrisch doet het niet.
Ton: We rijden achter de camping even door, wie weet is er een leuke plek… We komen bij een meertje, er staat een auto voor een hekje. We rijden het veldje op, er zit een visser. Dan komt er uit een gebouwtje een man die vriendelijk zegt dat de auto niet op het gras mag. Hij brabbelt iets over vissen in het meer of zo.
Een borreltje?
Dan zegt hij dat Chris de auto maar even weg moet zetten en dat ik (alleen ik, niet Chris) even mee moet lopen. Ik denk: “dat wordt een borreltje!!” Dan laat hij mij een grote poster zien met een heleboel vissen. Hij wijst aan welke vissen er allemaal in het meer zitten. Ik “enthousiast”: jaja, o, oo!, mmm, ja! En hij gebaart hoe groot ze wel niet kunnen worden… ja,ja, zozo!! En dan… jaja… geen borrel, maar het inschrijfboekje om te gaan vissen.
Als ik duidelijk maak, dat ik niet kom vissen (geen hengel…), kijkt hij heel teleurgesteld en zegt: “nur kuken?” We zwaaien nog maar even vriendelijk als we weer weg rijden.
Chris: Dus lekker vrij kamperen: een totaal niet bijzondere plek, kort pad, achter een klein bosje. De zon is gauw weg.
21 mei
Vandaag gaan we in het gebied van de granietmeertjes (we waren hier al eens in 2006) zoeken naar een in de rotsen gehouwen oog, een oor en een mond. Deze beeldhouwwerken symboliseren niet alleen de drie soorten communicatie, maar vooral drie manieren waarin totalitaire regimes informatie verkrijgen: afluisteren, gedwongen bekentenissen en stalken. Het is een leuke en vermoeiende zoektocht en we vinden ze alle drie!
Vanuit Lipnice nad Sazavou staan ze trouwens goed aangegeven. Daar is ook een goed restaurant aan het toegangspad.
We gaan weer op zoek naar een camping, camping 1: lawaaierige kudde schoolkinderen, camping 2: alleen tenten, busje kan het terrein niet op, camping 3: onvindbaar.
De nachtegaal zingt voor ons
We rijden een pad op, het is te smal om te keren, er zijn wel recente bandensporen te zien, dus we rijden maar door. Er groeit steeds meer gras op het pad, dat hoog boven een rivier door de beboste heuvels gaat. Zo’n pad komt vaak weer uit op de asfaltwereld of bij een paradijsje, weten wij, ervaren plekjeszoekers. En inderdaad, na 1,3 km wordt ons geduld beloond met een totaal verlaten mooie grasplek.
’s Avonds worden we getrakteerd op een prachtig concert: in een boom op zo’n 40 meter afstand zit een doodgewone vogel zo prachtig te zingen, dat Ton bedenkt dat het wel eens een nachtegaal kan zijn. We kijken op de app “Birds Pro” en inderdaad! Misschien hebben we het geluid van deze vogel wel eerder gehoord, maar dit is de eerste keer bewust. Hij (of zij) blijft wel een uur lang in die boom zitten zingen, duikt af en toe naar beneden en kiest dan weer die boom. We horen ook andere nachtegalen in de ons omringende bossen. Prachtig!
22 mei
Als het licht wordt, horen we de nachtegalen weer! We doen lekker lang over ons ochtendgebeuren en graven zelfs een klein boompje uit en zetten het in een afgeknipte fles. Dit boompje is voor in onze tuin als aandenken aan deze prachtige nachtegaalvallei. Lees maar verder op pagina 11.