Home ReisverhalenBritse Eilanden Schotland voorjaar 2012

Schotland voorjaar 2012

door Chris
Schotland voorjaar 2012

The jocky, the Lairds and the Queen

Chris: Bij Gretna de Schotse grens over en in het dorpje Moffat lopen we rustig rond: allemaal aparte winkeltjes, zoals we in Albanië gewend zijn, een bakker, een slager, een snoepjeswinkel, een boekwinkel met tot ’t plafond opgestapelde boeken in allemaal kleine kamertjes.

Als we alles hebben (behalve een sticker van de Schotse vlag) pinnen we nog even en inderdaad komt er Schots geld uit de muur. In het grensgebied worden beide soorten trouwens door elkaar gebruikt.

We rijden nu door een prachtig dal, met een lieflijk riviertje in de diepte, groene weilanden met witte schaapjes en lammetjes, woeste heuvels met zwarte koeien en stieren, enorm veel fazanten, pasgeboren minikonijntjes en zelfs een mini-eekhoorntje, een prachtig donkergrijs wollig diertje.

Bij Grey Mare’s Tail Waterfall waait een ijskoude wind, dus die waterval bewonderen we vanuit de warme auto.
Vlak voor Selkirk is een plek om springende zalmen te observeren: het Philiphaugh Salmon Viewing Center. Je kan er informatie vinden over het leven van de zalm in een onbemand bezoekerscentrumpje, het ziet er wat kapot en desolaat uit. Dan loop je in een paar minuten naar een observeerplek in de rivier de Ettrick waar de springende zalmen voornamelijk bij hoog water in mei/juni en in sept/nov te zien zouden zijn. Helaas is er net iets overspoeld en ze zijn dat aan het herstellen. Een voorbijganger vertelt ons dat de zalmen voornamelijk in de herfst te zien zijn, dus daar wachten we niet op.

De mens is de grootste vijand voor de zalm

Ook de door de natuur aangedreven houtzagerij werkt niet, want de zij-arm van de rivier waar het waterrad is, staat droog. Allemaal erg tegenvallend totdat we het hoogtepunt van deze attractie ontdekken: een houten restaurant waar vriendelijke dames je zalm e.a. lekkernijen serveren. Ja, de grootste natuurlijke vijand van de zalm is de mens, hebben we net geleerd. Met een pot thee erbij warmen we weer lekker op.

In Selkirk staat een camping aangegeven en die blijkt naast het overdekte zwembad. Bij de receptie zien we een grote hoeveelheid trotse moeders en krijgen we een code voor het sanitair. We parkeren de auto op het enorme grasveld met uitzicht op enkele speeltoestellen en een kasteeltje.

De enorme “badkamers” zijn helemaal voor ons privé, want de enige andere gast is een camper op het parkeerterrein.

Ton: Om een uur of 18.00 gaan we op zoek naar een pub, een dame op straat geeft de tip om “up the hill” een café te zoeken. Na een behoorlijke klim komen we in het centrum van Selkirk, waar het standbeeld van Sir Walter Scott staat.

Een jockey in de pub

We gaan de pub “Town Arms Inn” binnen en bestellen een heerlijke pint of lager. Al snel komen we in gesprek met Mario, als we vragen wie Walter Scott was. Hij vertelt honderduit, een echte Schot, woonde jaren lang in Londen in het “gehate” Engeland. Hij is een 163 cm lange jockey en hij laat z’n verwondingen aan zijn schouder van de laatste paardenrace zien. Als hij met de barvrouw praat, zijn ze niet te volgen, zo plat Schots praten ze.

De mensen uit deze streek worden “schoorsteenvegers” genoemd. Met gevoel voor theater zingt hij een oud Schots lied, dat eindigt met iets over Engeland, waarbij zijn middelvinger omhoog gaat. De rivaliteit zit trouwens vooral in de sport, rugby met name. Uiteindelijk rent hij naar het huis van zijn moeder (hij zorgt tijdelijk voor haar) om groene T-shirts voor ons te halen.

Na een tweede pint vertrekken we weer en krijgen knuffels van hem en van de barvrouw. Wat een leuke ontmoeting, zo maar uit het niets, op onze eerste avond in Schotland!

16 mei
Chris: Onze “trouwdag“, dus een stralende blauwe hemel. Na de heerlijke douche in onze privé-badkamers, rijden we door de mooie Tweed Vallei, de weg is wel wat druk dus we laten regelmatig achterliggers passeren.

De Lairds van het Traquair House

We willen Traquair House bezichtigen, al bijna 10 eeuwen bewoond door Lairds. Schotse koningen en koninginnen hebben hier geslapen, oorspronkelijk was het een jaaghut. Eerst duiken we de ommuurde tuin in. Dan een pot thee met lokale koeken, doorgewarmd beginnen we aan de wandeling door het kille huis, ongelofelijk wat hier allemaal bewaard is gebleven, van een enorme bibliotheek tot naaidoosjes met vingerhoedjes en speldenkussentjes, en van een prachtige poppenverzameling tot strijkbouten.

Dan hebben we door dat we helemaal geen foto’s mogen maken i.v.m. de verzekering?!? dus de rij ouderwetse bellen kunnen we je niet laten zien. Via dit systeem kon men een bediende laten komen, de bedienden zagen en hoorden aan het geluid van de bel in welke kamer hun hulp gewenst was. We bekijken ergens een videootje en er is genoeg informatie te vinden. Ton bestudeert alvast van boven het doolhof, de “maze” zoals ze dat hier noemen, zodat we straks niet al te ver hoeven om te lopen.

Als Ton in een verborgen gang kruipt kan ik het niet laten om toch een fotootje te schieten, deze gang was voor Katholieke priesters om te ontsnappen, want het Anglicaanse geloof was allesoverheersend. De bierbrouwerij stelt niet veel voor, laat staan dat er ergens bier te proeven is…. Het doolhof en de tuinen zijn wel erg leuk. We rijden nog even naar de beren-ingang, het hek is al eeuwen niet open geweest.

De aquaduct achter de camping

Dan via een secundair weggetje naar Peebles, waar we curry eten, we mogen in het centrum 45 minuten parkeren en dat lukt net! Dan nog een stukje rijden naar Linwater Camping, iets ten westen van Edinburgh.
Een vriendelijke boerenzoon loopt met ons de hele camping over om de beste plek voor ons te vinden: we willen graag uit de wind maar binnen het bereik van de wifi staan. Uiteindelijk mogen we op het tentenveldje staan (geen tent te bekennen trouwens).

We drinken een biertje en gaan dan een leuke wandeling maken naar een aquaduct hier in de buurt. Bij het Union Canal (dat Edinburgh met Glasgow verbindt, o.a. met de bootlift, zie morgen) staan op een parkeerplaats twee auto’s met vrijende paartjes, er ontstaat wat verschrikte commotie in één van de auto’s als we plots langs lopen en als we later terug komen zijn ze al een stadium verder, gelukkig heeft zij haar sokken nog aan!

Vlakbij de camping (we lopen nu bovenlangs) vragen we een lief klein meisje op een fietsje hoe we moeten lopen, we praten kennelijk heel raar Engels want ze heeft moeite om ons te verstaan.

In de kou in het busje, half onder de dekens, jas aan, capuchon op, kijken we naar drie Engelsen die jeu de boules spelen, onder ’t oog van vier Fransen die af en toe gegeneerd de andere kant op kijken, want ze bakken er werkelijk niets van. Nog een spelletje Beecells samen op de iPad en dan lekker slapen.

De Brittania, een koninklijk jacht

17 mei
Vandaag staat de bezichtiging van het koninklijke jacht “Brittania” in de haven Leith bij Edinburgh op ons verlanglijstje. Volgens de campingeigenaresse is er vlakbij een P&R (Park & Ride) en we krijgen foldertjes mee. Parkeren is gratis en een dagkaart met de bus is £3,50. Met lijn 35 ga je rechtstreeks naar de Ocean Terminal waar het schip ligt, al duurt dat 1,5 uur. We zitten vooraan boven in een dubbeldekker, naast ons een vader met een zoontje. Hij zorgt twee dagen in de week voor hem en ’t kereltje is dol op busreizen.

Ton: We komen eindelijk aan bij Brittania, we hebben trek dus we gaan op zoek naar wat lekkers. We lopen net het gebouw binnen met heel veel winkels, als een dame ons vraagt: “Mag ik u één vraag stellen?” Wij: “dat heeft u dan bij deze gedaan, haha”. Ze wil weten of we de Dode Zee kennen, Chris is daar ooit geweest, maar wat zit hier achter? Ze verkoopt een soort badzout uit de Dode Zee, dat zeer goed is voor de huid. Het lukt haar om ons een beetje te laten proberen op de handen en ze weet zelfs een hele pot aan ons te verkopen… Haar verkoopstijl is zeer amicaal en voor mij aantrekkelijk (mooie borsten). Een masker voor Chris slaan we af, we willen eerst eten.

Chris: We eten soep/salade/sandwich met chips met uitzicht op de haven. Om 13.00 gaan we naar de etage waar de “boottrip” begint. Voor £11,75 p.p. krijgen we allereerst een Nederlands hoorapparaat zodat we in ons eigen tempo de rondleiding kunnen doen, heerlijk, daar houden we van!

Protocollen aan boord

Het apparaat vertelt ons leuke wetenswaardigheidjes over het leven aan boord. Als een bemanningslid per ongeluk een lid van de koninklijke familie tegen kwam, dan moest de baret af en de persoon moest rechtop staan en voor zich uit kijken. Als de militair in functie was (= baret op), dan moest de koningin de hele tijd salueren en daar had ze in haar vrije tijd natuurlijk geen zin in.

Daarom dit soort protocollen, die door lady Di vaak werden doorbroken. In 1997 werd het schip HMY Brittania uit de vaart genomen en ligt het hier. In de tea-room drinken we elk een potje thee leeg. Het wordt geserveerd in koninklijke zilveren theepotjes, dus te heet voor onze handen. Onderwijl luisteren we naar een mooie dame die op de vleugel speelt.

We vervolgen onze route door het schip samen met een groep padvindertjes. In de officiersmess krijgen we rum omdat de bemanning vanwege het diamanten jubileum van de Queen begin juni, aan boord is. En we krijgen een hapje taart vanwege dat jubileum! Een man speelt iets op een harp in de prachtige eetzaal (het kost drie uur om de tafel te dekken, alles wordt met een centimeter uitgemeten)

We ontmoeten een gepensioneerd bemanningslid, die zijn kooi wijst, waar hij 26 jaar heeft geslapen, hij werkte als marconist en moest geheime gecodeerde berichten doorseinen. Dan nog even de machinekamer, de padvindertjes zingen ondertussen samen met de bemanning allerlei liederen.

Een fantastisch vegetarisch restaurant

Via de lift weer terug naar het punt waar de hoortoestellen moeten worden ingeleverd, we hebben er ongeveer 3 uur over gedaan. In een bus rijden we in een half uur naar het centrum van Edinburgh, George Street. Een vrouw helpt ons bij het uitstappen op het juiste punt waar we straks lijn 12 kunnen nemen, die wat sneller naar de P&R in de buurt van het vliegveld, gaat.

Maar eerst een restaurant zoeken in het centrum: we komen terecht in een fantastisch vegetarisch restaurant met veel knoflook in de starters en de gevulde wraps. De buschauffeur die ons weer “thuis” moet brengen is dan ook niet blij met al onze vragen. Omdat het ongemerkt al laat is geworden, rijden we gewoon terug naar de prettige camping Linwater.

18 mei
We zijn ook best laat wakker door het donkere en regenachtige weer. Na een ijskoud ochtendritueel in de koude wind, gaan we heerlijk warm douchen, geen douchemuntjes of andere limiet op deze camping. Als we vertrekken zwaait men vanuit het woonhuis naar ons.

Vandaag gaan we naar het beroemde Falkirk Wheel (de bootlift), ’t is al 12 uur geweest voor we vertrekken. Lees verder op pagina 3.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie