Home ReisverhalenBalkan, westelijk Slovenië en verder 2011

Slovenië en verder 2011

door Chris
Slovenie en verder

Water, water, en nog eens water

Langs het langgerekte stuwmeer komen we ten zuiden van Debar in Macedonië vanzelf over de stuwdam ongeveer halverwege het meer. We stoppen en kijken Albanië in. Geweldig, ze zijn net water aan het lozen, hier hadden we in Albanië dit voorjaar dus last van! We hadden toen een mooie plek aan de Zwarte Drin gevonden en wilden een dag langer blijven maar het water kwam hoger en hoger!

We zien in het stuwmeer zelfs ergens een draaikolk in het water. Dan kijken we even op een oude overnachtingsplek aan het meer, er ligt ondanks onze opruimactie van toen nu weer veel afval.
Na een rij vissers zien we een rij grijze vissers (reigers), Ton probeert een foto te maken maar ze vliegen net weg.

In Vevcani, ten noorden van Struga, gaan we naar het westen. Er staat een bord, er schijnen mooie watervallen en bronnen te zijn. Inderdaad, als je het dorp binnenrijdt zie je overal water stromen, fonteinen, goten, etc. Helemaal boven in het dorp kun je een leuke wandeling maken langs bronnetjes en kapelletjes om het kostbare water te eren.

Na de korte wandeling kijken we beneden in het dorp nog wat rond in de smalle straatjes.

In Struga stroomt het water uit het Ohrid-meer richting Debar-stuwmeer.

Bij de brug is een jongen aan het zwemmen tegen de sterke stroming in. Soms duikt hij onder water en houdt zich vast.

Vanaf de brug lopen we westwaarts en komen bij een strandbar gebouwd aan een oud zwembad.

Etende visjes

In het nu volgend restaurant met zicht op zwemmers in het meer, moet de ober lachen als hij hoort wat wij allemaal bestellen. Maar zo vreemd is het toch niet om één warm voorgerecht, één salade en twee hoofdgerechten te kiezen. Hij brengt alles tegelijk en het is heel heel veel. Inclusief dikke fooi en drankjes kost het slechts 14 euro!!

We rijden vlot langs Ohrid en Pestani, waar een openluchtmuseumdorp in het water is gebouwd, naar een schitterende zwemplek aan het meer (iets ten zuiden van het openluchtmuseum parkeer je op een heuvel aan zee, volg het paadje parallel aan de asfaltweg zuidwaarts naar beneden) waar we bloot zwemmen en ondertussen schoon gegeten worden door kleine visjes.

Een toeristenboot vaart langs, dus maar even onder water blijven. Geen probleem trouwens want de temperatuur is heerlijk zo eind september.
Na deze heerlijke stop rijden we de hoge pas op naar het Prespameer, onderweg staat een uitzichtpunt aangegeven, het is niet ver lopen maar we storen wel twee stelletjes in een romantische barbecue. Het uitzicht hoog boven het Ohrid-meer is schitterend:

We dalen af en via het ballonnendorp Stenje (we waren hier ook in 2007) rijden we nu helemaal naar Konsko, dit is nog 9 kilometer onverharde bergweg, dus nog een uurtje…

Vissersdorp Konsko

We naderen het dorp, dit merk je doordat er ineens veel plastic flessen langs de weg liggen, en slaan voor het Prespa-meer eerst linksaf maar ook daar veel afval (inclusief bijbehorende stank) dus niet geschikt als overnachtingsplek. Ook rechtsaf is geen geschikte plek. Dan maar aan iemand vragen of we voor een onbewoond huis mogen staan. Verderop is iemand aan het werk, hij heeft vieze werkkleren aan en ons vooroordeel is compleet. We doen heel moeilijk: vragen “dobre”, maken een slaapgebaar en steken één vinger in de lucht: mogen we daar één nacht slapen? Zegt die man: “Do you speak English?”, hij blijkt architect te zijn en we worden morgenochtend om 9 uur meteen uitgenodigd op de koffie!

We zetten de bus recht met hulp van een paar stenen, alles loopt hier scheef af naar het meer.
’s Avonds zitten we aan het meer, dit was een lange dag! In de schemering begint het plots te waaien, een visser roeit snel naar huis. Aan vogelgeluiden hier geen gebrek. Dan begint de branding behoorlijk lawaai te maken. Ton lacht: “je wou toch een keertje niet bij een lawaaierig riviertje staan?” Helaas wat strooilicht van één lantaarnpaal voor het huis van onze vriend en wat wolken dus slechts een gedeeltelijke sterrenhemel.

26 september
Wakker van vogels. Om 8 uur willen we zwemmen, onze vriend heeft drie arbeiders opgehaald en de vier mannen rollen uit zijn kleine autootje. De arbeiders komen uit de Macedoonse dorpen in Albanië, deze negen dorpen zijn ooit geruild tegen Sveti Naum.
We kunnen voor de koffie nog net even heerlijk zwemmen, de watertemperatuur is goed te doen, wel wat plantenslierten als je wat dieper gaat.

Op de koffie

Dan zitten we op het terras bij onze vriend Goce, bij de koffie hoort ouzo! Ik nip maar Ton krijgt drie glaasjes opgedrongen. We krijgen een rondleiding door zijn mooie hotel, alles is bijna klaar. Volgend seizoen wil hij open gaan. De decoratieve stenen haalt hij met een bootje van de rotswand daar en die worden helemaal bewerkt en gepolijst. Onderweg vang ik meestal even een vis zoals deze vanmorgen:

Ton:
Drinkwater komt uit het meer, Goce drinkt dit het hele jaar door behalve ’s zomers als er veel toeristen zijn. Er ligt een slang in het meer waar het acht meter diep is op vier meter diepte, een pomp met twee filters zorgt dat het water in het huis komt. Er zijn twee septic tanks, één voor het privé-deel en één voor het gastendeel. De eerste heb ik al 14 jaar en nog nooit hoeven legen. Mocht het vol raken dan komt de gemeente met een kolkenzuiger om het te legen. De burgemeester van Resen, mijn vriend, heeft beloofd dat er uiterlijk binnen twee jaar een asfaltweg komt. En wifi komt er ook voor de toeristen.

Wat een leuk begin van de dag!

Boven op het terras met schitterend uitzicht zien we onze eigen hotelkamer staan. Op het terras weer aan de ouzo en hij vertelt dat zijn vrouw liever in Skopje is waar ze werkt in het ziekenhuis, ze is enkele weken per jaar hier. Zoon Christiaan gaat naar Amerika en dochter Tamara wil tandarts worden, dus er is niemand om t.z.t. zijn hotel/restaurant over te nemen. We nemen afscheid met een dikke knuffel.

Chris:
Ton kan niet meer rijden, te veel ouzo op een nog nuchtere maag. Ik rij vlot de onverharde smalle weg, gelukkig geen ander verkeer, op de heenweg één tegenligger gisteren. In Stenje een paar boodschappen en dan passeren we in vijf minuten de Macedoons/Albanese grens. Lees maar verder op pagina 9.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie