Golf boven de golven
Tegenover Gwydir Castle bij Llanrwst rijden we omhoog de bossen in, een prachtige route, we slaan rechtsaf waar een bord wijst naar Llyn Geirionydd, dat zou een meertje moeten zijn! De weg is smal met soms veel gras in het midden van de weg.
Het meer is mooi, er zijn zwemmers. Er staat een koude wind, we relaxen even in het busje. Er is hier een toiletgebouw met bruin water uit de beek. Op een bord staat dat hier vroeger een ijzermijn was en dat ruik je wel aan het water.
Toch durven we het niet aan om hier te overnachten, als we terug rijden zien we twee personenauto’s met haast en even later twee auto’s van “mountain rescue” en een ambulance omhoog rijden, gelukkig allemaal net bij een passeerplek. Vlak voor Capel Curig komen we weer op de doorgaande weg.
Bij Pen-y-Gwryd Hotel kun je alleen eten als je er ook logeert. Langs een route met bergmeren onder het Snowdon-massief rijden we naar Beddgelert waar meerdere eetgelegenheden zijn.
Grappige plek met heerlijk eten
In een bistro (rechter foto) worden we naar een piepklein keldertje geleid waar we niet rechtop kunnen staan. De bestelling wordt opgenomen en we krijgen alvast een drankje. Het is allemaal zo krap, we zitten bijna op schoot bij twee andere gasten. De zon schijnt vandaag voor het eerst uitbundig zien we door het kelderraampje! Als het eten klaargemaakt is verhuizen we naar boven: in een soort winkel/rariteitenkabinet aan een wiebelig klaptafeltje eten we verrassend lekker!
Ik geroosterde lamsrollade met muntsaus en zoete chili-jus. Ton kipfilet in romige champignonsaus. Er horen veel verschillende knapperig gekookte groenten bij en verschillende soorten aardappelen. Als we boven naar de w.c. (toedeloo) gaan, ontdekken we de derde functie van dit etablissement: het toilet zit ingeklemd tussen de douchecel en de muur van een hotelkamer. De vriendelijke bediening vertelt nog even dat het morgen best wel zonnig wordt en 16°C in de dalen.
De eerste camping is vol, maar een stukje terug was ook nog iets: op camping Cae Du heet een Nederlandse receptioniste ons welkom. Het is ondertussen al 20.30 en we kiezen een achterafplek bij wat puinafval en de beek, redelijk privé.
Buiten zitten is al snel te koud en we gaan weer vroeg slapen.
9 augustus
Om 6 uur al wakker, boekje bijschrijven voorin het busje, en dan Ton wakker maken met koffie. De douches zijn prettig met een dubbele cabine: één voor droge kleren! Het is zwaarbewolkt en er waait een ijskoude wind.
Een verstopt dorp
We willen naar het schiereiland Lleyn, daar moet het erg rustig zijn, hebben we gehoord. Eerst over een mooi pasje.
Een helicopter vliegt over de Snowdon, alweer een rescue nodig? De ober zei gisteren ook al dat veel mensen met kleine kinderen op slecht schoeisel de bergen intrekken. En zoals we gemerkt hebben: ’t weer kan hier heel snel omslaan. In Pontlyfni kopen we weer wat lekkers bij een bakker. Dan verkennen we een pad naar zee, maar het is erg steil en smal.
In Llithfaen rijden we naar zee om een “hidden village” te zoeken: via een 25% asfaltweg, door een bosje en daar is het al, prachtig boven de zee gelegen.
We lopen wat rond maar de elektriciteit is net uitgevallen dus alles is dicht. Het is te koud en te winderig voor een wandeling naar oude mijnresten bij het strand.
Tegenover een parkeerplaats nemen we een onverhard pad richting Trevor. Overal zijn mensen aan het werk met de hoogspanningskabels. Eén van hen vertelt ons vriendelijk dat we op een “private road” rijden, dus we gaan weer terug. Maar mooi dat het hier is, hebben we toch weer meegepakt!
Wandeling langs zee en golfbanen
Iets ten westen van het volgende dorp (Nefyn) is een landtong waar je mooi kunt wandelen, je moet parkeren bij een golfcomplex, dit kost £5 (dagkaart). Het is nog 15 minuten lopen langs golfbanen, met weer overdreven Engelse waarschuwingsborden: pas op: golfballen van links, pas op: golfballen van rechts. De wind is ijskoud, ik heb vijf lagen kleding aan en loop achter Ton om die wind niet te voelen. En dan om een hoekje:
Een zomers tafereeltje: de ouders weliswaar nog dik ingepakt met capuchons op, de spelende kinderen al met blote armen en benen. Uit de wind is het goed toeven. Het café op het strand doet goede zaken. We bestellen ook wat en al is het duur, de porties zijn enorm.
Weer buiten schijnt de zon, de badgasten hebben kledingstukken uitgedaan en eentje is zelfs al in bikini.
We lopen langs een heel mooi pad onder aan de rotsen langs de zee verder, huisjes, bootjes, bloemetjes, strandjes, etc.
Bij een lifeboat-basis omhoog en daar komen we weer in het gebied van de golfers. We volgen een man die in een golfkarretje met z’n vrouw lane 13 t/m 18 doet en zijn ongeveer tegelijk terug bij de golfclub.
Omdat we een paar keer leuk contact hebben, nodigt hij ons uit voor een “Orenjeboem” (hij bedoelt: Oranjeboom, een Nederlandse biersoort) in de club. We slaan het af, we moeten nog rijden, jammer, we zijn nog nooit in een golfclub geweest, stom, we hadden ook iets anders kunnen drinken. Het is ondertussen bloedheet geworden en we lopen zwetend te zeulen met onze truien. Wat een verschil met de heenweg, nog geen twee uur geleden.
We willen ergens koud bier gaan kopen en dan op een campinkje genieten van een halve rustdag! Lees maar verder op pagina 4.