Een hartelijk weerzien
Chris: Okee, hier naar rechts en dan woont de familie op het tweede pasje. Hoe zal het met ze zijn? Leven ze allemaal nog? De laatste keer was 16 maanden geleden. We zien niemand. Ze zijn toch niet verhuisd? Dan komt Fadmira uit het huis. Ze begroet ons enthousiast. Alle anderen komen ook om de beurt aanlopen, ze waren allemaal op het land aan het werk. Als laatste komt Tsjammie. Wat is het fijn om iedereen weer te zien! En verrassing: er is iemand bijgekomen: een baby van vier weken oud: Spendie, zoon van Fadmira en grote Spendie!
Het arme joch zit onder de baby-acné (een onschuldig aandoeninkje dat hier wordt behandeld met een ontsmettingsmiddel en een antibioticum) en wordt warm ingepakt in een wiegje dat afwisselend door opa, oma of iemand anders wordt gewiegd. Iedereen zoent en knuffelt de baby.
We krijgen koffie en natuurlijk raki, Drieta moet van oma op het platte dak klimmen om de walnoten te pakken, ze worden met een steen op het terras geplet en we krijgen ze bij de raki geserveerd. “Gezuar” (proost!) klinkt het steeds weer. Ze vragen of alles goed is met Marianne, Bianca en de jongens. We geven de meegebrachte cadeautjes.
Na de koffie lopen we met Spendie op het erf en de boomgaarden, hij klimt in een boom en geeft ons een “ara”, geen idee wat het is maar we moeten de pit drogen en thuis in de grond stoppen. De mais is net geoogst. Op de terugweg naar boven nemen we de koe mee.
Sorry ezel, we zijn zo zwaar!
We krijgen dikke granaatappels. In een ander gedeelte van de tuin staat een grote kas, dikke tomaten zijn net geoogst, er hangen nog wat kleintjes, ongeveer van het formaat dat wij in onze achtertuin hebben hangen. Verder paprika’s, Spendie wijst ons het formaat aan van de grootste dit jaar: minstens een halve meter! Vijgen, pepers, walnoten, olijven, alles is er!
We zitten allebei nog even op de ezel! Het begint te schemeren, dus de foto’s zijn niet al te best.
We gaan naar binnen en Tsjammie laat ons zijn nieuwe beenprothese zien, wat een verrassing, hij loopt nog op de oude want de nieuwe buigt niet goed in de knie. Of wij misschien in Holland daar iets mee kunnen doen? en hij stopt hem weer in de bedbank. Dat is misschien wel een goed idee, de pasvorm en de lengte zijn goed, dus we halen hem weer uit de bank en hij verdwijnt tussen onze spullen onderin het busje.
We bellen met Marianne en oma Lemeh vindt het prachtig om haar stem te horen. We krijgen uien voor haar mee, en walnoten en paprika’s, ingemaakt in van die grote 5 liter watertankjes. Het is duidelijk een ander seizoen dan in het voorjaar!
De kinderen eten de meegebrachte Hollandse muisjes en hagelslag gewoon uit het pak. Vooral Alban is een echte snoepkous, in elke hand een stuk oranjekoek en als toetje een bakje pepernoten!
Spendie geeft ons nog wat foto’s mee om in Nederland te fotoshoppen en groot af te drukken. O.a. een trouwfoto en een foto van Fadmira met erg dik gestifte rode lippen. We stoppen ze in ons woordenboek.
Lemeh komt met een kan water en een kom om onze handen te wassen voor het eten. Alles weer vers van eigen land: koeienvlees, kaas, melk, ei tomaat, paprika, bonensoep, rauwe ui, patat, erg lekker allemaal! We zien de paspoorten van Tsjammie en Spendie en Tsjammie blijkt 63 jaar.
Na het eten drinken we nog koffie met raki en raki Hollandes (=beerenburg). Zelfs de vrouwen komen er nu ook weer gezellig bij zitten en Spendie is druk en lief met zijn jongste zoon.
Om een uur of 22.30 gaan we slapen in het busje. Ze lopen mee om te kijken of we er veilig in komen alhoewel hij pal naast het terras geparkeerd staat. Maar ja, de honden bewaken het erf!
Afscheid
Hoogtepunt van de dag: baby Spendie. Dieptepunt van de dag: onthoofde koe. 185 kilometer gereden
18 september
Onrustig geslapen met al die honden, we krijgen meteen een stuk zeep aangereikt om bij de nieuwe gootsteen/wastafel buiten onze handen en gezicht te wassen. Tanden poetsen en iedereen eens lekker goeiemorgen wensen met een dikke knuffel. Flori is nog steeds wat verlegen i.t.t. Dennis, die geweldig kan lachen als Ton de poes roept of als ik zijn handje kietel. Er is een nieuwe broodoven in de tuin, een nieuw toilethuisje van steen met een echte hurkpot.
Nog steeds niet “modern”, zegt Spendie, want doortrekken is er nog niet bij. Het verdwijnt in een gat en rolt dan zo de heuvel af tussen de koeien- en kalkoenenmest, geen probleem. We ontbijten met vers brood, honing, ei en (Friese) worst.
En dan is het weer tijd voor afscheid. Spendie vindt dat we nog een dag moeten blijven maar dan willen we meewerken op het land en dat mag weer niet!
Al zwaaiend vertrekken we, dit keer richting Gramsh, maar voordat we daar zijn slaan we rechtsaf en rijden langs een uitgedroogd stuwmeer. We stoppen om de spullen opnieuw te ordenen, vooral Tsjammie’s been moeten we een beetje verstoppen: een douanier schrikt zich vast een hoedje als hij ineens een ledemaat denkt te zien! Via Shterman weer naar Cërrik. Lees maar verder op pagina 11.