Albanië 2010

door Chris

Vissers en veerboten

Chris: Vlak voor Butrint slaan we bij de zeestraat van Vivari rechtsaf en rijden over een smal pad richting weer een kasteel van Ali Pasha Tepelenë in de delta, 1600 meter lang hopend op geen tegenligger.

We komen in een sereen paradijsje: een grasveldje met platanen aan het water met uitzicht op het 18e-eeuws kasteel dat alleen over water te bereiken is.

Er staan twee auto’s en er ligt een vissersboot, vissers zijn bezig op en in het water.

Er zijn verlaten huizen, bunkertjes aan het water en boven de huizen nog weer een rij bunkertjes verbonden door loopgraven. Verderop woont een man met een hese stem, er zijn twee niet lastige honden en een kat met een halve staart.
Je verveelt je hier geen moment, er varen vissersboten, veerboten (tussen Corfu en hier), trapboten (met vissers), snelle rubberboten.

Er zijn vele soorten vissen gewoon met het blote oog te zien: springende grote en kleine vissen, zwart gestreepte met bolle koppen, krabbetjes, vissen die met hun mondje boven water zwemmen en een soort kleine roze pijlstaartrog:

Onze vriend de buurman komt weer eens kijken en verzekert ons dat het geen probleem is als we hier willen overnachten, misschien willen we hier drie dagen blijven? Want dan komen er ook Italianen hier. Hij legt ons uit waar Corfu-Stad, Sidari en Igoumenitsa liggen. En daar ligt het vliegveld, over ruim een uur gaat daar een vliegtuig landen. We zien honderden witte reigers (of pelikanen) en horen vele andere vogelgeluiden, ’s avonds krekelgezang en voordat we een vliegtuig zien vallen, vallen we als blokjes in slaap.

Hoogtepunt van de dag: paradijsje gevonden. Dieptepunt van de dag: kater Ton. 60 kilometer gereden

Butrint

23 september
Er vaart net een veerboot achter Ali P. als ik uit het achterraampje kijk om 7.20, snel foto! We genieten weer van alle vissen en de mooie sfeer. Onze vriend, de buurman komt kijken, nee, koffie hoeft hij niet, heeft hij thuis al gehad, zegt hij met zijn schorre stem.

De vissers arriveren, twee gaan met de boot “Eeda” weg, vier of vijf anderen met de trapboot. De trapbootvissers varen naar de overkant naar het moeras, ze duiken in zwembroek onder water en leggen armen vol met rivierslib op richeltjes en zoeken daar iets uit wat ze in een emmertje doen. En dan weer onder water….

Om 11.30 besluiten we om toch van deze mooie plek weg te gaan en op het heetst van de dag (een beetje dom) Butrint te gaan bezoeken. Een boot vaart min of meer met ons mee en is even snel bij het pontje bij Butrint als wij met al die fotostopjes.

We parkeren in de schaduw en lopen voor 700 lek p.p. het park binnen, Albanezen hoeven maar 300 lek te betalen gelukkig. Er zitten twee jongens met zelfgemaakte sieraden. Het gekochte kaartje moet je 1 meter verder laten controleren en je krijgt dan meteen een mooie maar summiere folder over wat wat is. Een buslading Italianen wordt net uitgespuwt dus wij maken het rondje andersom.

Heerlijk slenteren we in de schaduw met het plattegrondje in de hand, het ligt allemaal heel dicht bij elkaar en er staan ook nog veel extra informatieborden over wat in welke tijd werd gebouwd.

Ansichtkaarten

In de burcht kun je ansichtkaarten kopen, de eerste die we in Albanië zien! Er zijn ook schone en gratis toiletten en dan verrassing: er is een heel mooi en informatief museum, heel erg leuk om te zien wat ze hier allemaal hebben opgegraven. Vanaf Butrint hebben we mooi uitzicht op ons overnachtingsplekje en Corfu:

We lopen naar beneden via het amfitheater.

Naast de uitgang ligt een Grieks georiënteerd restaurant met dolma’s (gevulde wijnbladeren) en gefrituurde kaas, heerlijk! Dan gaan we weer met het grappige pontje mee:

In een klein dorp krijgt een Albanese mevrouw net rijles in een mercedes en we bekijken een gevaarlijke loopbrug

maar een overnachtingsplekje zien we hier nog niet. We leggen weer wat speelgoed in de holle boom net als in 2008. De weg naar Shkallë blijft geasfalteerd, behalve de laatste kilometer en dan komen we op een brede en geasfalteerde weg die rechts naar de Griekse grensovergang bij Konispol gaat, wij slaan linksaf naar Vagalat. Na het dorp is het nog niet allemaal af, een laag asfalt en een enkel viaductje moeten nog worden aangelegd.

Op de doorgaande weg naar Gjirokastër slaan we rechtsaf, mannen op een terrasje roepen ons in het Nederlands een “goede reis” toe! We volgen een rivier. Lees maar verder op pagina 15.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie