Een avond bij de benzinepomp
Chris: In Gjirokastër rij ik een éénrichtingstraat in aangezien we een winkel zoeken. De straat gaat steil omhoog en het plaveisel gaat over in spekgladde kinderkopjes. Met het zweet in mijn handen rij ik in z’n één door de smalle straatjes en onder balkonnetjes door weer naar beneden.
Door continue bij te remmen bereiken we aan de andere kant van het stadje een minder steile weg en durven we weer om ons heen te kijken voor een winkel.
Net buiten Gjirokastër is volgens google earth een geschikte overnachtingsplek aan een lieflijk meer met een fotogeniek kloostertje op een eiland. Helaas is het meer zowat drooggevallen en de plaatselijk jeugd hangt er rond op brommers. Dus gaan we weer verder.
Ongeveer 15 kilometer verderop is een mooie plek in de rivierbedding, aan de Drinos dus. Je moet over een smalle, hoge, houten brug. Hoeveel ton houdt ie? Stond er een bordje? Op hoop van zegen dan maar… Vooral het laatste stuk maakt een hels kabaal, maar we zijn erover! De plek is erg mooi:
Aan de doorgaande weg is een kroeg op loopafstand en we nemen een amstel, net nadat we onze tweede bestellen vertrekt een grote groep mannelijke gasten en worden wij verzocht ook te vertrekken want ze gaan sluiten! We drinken de glazen leeg en nemen de flesjes mee. Beetje vreemd is het wel, het is pas 19.30. Bij de naastgelegen benzinepomp treffen we een Engelssprekende economiestudent, Tylie genaamd en al gauw zitten we aan een tafeltje bij de pomp.
Komische klanten
Biertjes heeft hij ook en we zijn verrast als blijkt dat hij alle voetbaluitslagen van Nederland (en andere landen) weet!! Hij noemt alle Nederlandse clubnamen en spelers op, echt grappig! Het is een zwoele avond, een oom van hem komt er ook bij zitten en als we moeten plassen krijgen we zijn mobieltje mee, daar zit namelijk een lichtje op. Het licht in de Turkse Alpet-w.c. doet het niet. Tylie verdient bij deze Turkse maatschappij 150 euro per maand. Dat is 50 cent per uur want hij werkt de hele maand door 24 uur wel en dan 24 uur niet.
Er komen twee mannen die moeten tanken aan ons tafeltje zitten, behalve één van hen, die kan niet stilzitten. Hij ziet eruit als Popeye, klein, gespierd, met driftige gebaren en heftige uitspraken.
Ook al verstaan we niks, ik moet de hele tijd vreselijk om hem lachen. Iemand anders geeft ons nog een Hitler-groet als (misplaatst) grapje. Sommigen tanken voor bijv. 10 euro en 500 lek en dan moet Tylie zelf maar bedenken hoeveel liter dat is. We vermaken ons opperbest en als we naar “huis” willen, krijgen we zelfs een lift van de oom. Wat een bijzondere avond!
Hoogtepunt van de dag: ontmoeting met Tylie. Dieptepunt van de dag: café sluit vijf minuten na inschenken biertje. 58 kilometer gereden
Gjirokastër
25 september
’s Nachts begint het te regenen, we doen ons ochtend ritueel onder de klep. Ontbijten doen we wel ergens anders. We kunnen nu trouwens best nog wel even terug naar Gjirokastër want als het toch regent trekken we liever niet de bergen in: glibberige wegen en je ziet toch niks. In een hotel in Gjirokastër bestellen we een uitgebreid ontbijt. Als we willen betalen zeggen ze: “Nee hoor, het is all-inclusive”. Maar we logeren hier helemaal niet! Ze maken een rekening met alle afzonderlijke dingetjes en we moeten 2,65 euro voor twee personen betalen! We lopen de stad in, omhoog over de nu nog gladdere steentjes, maar door de regen kan het ons niet echt bekoren.
Met mooi weer is het vast heel mooi. De hooggelegen burcht slaan we ook maar over.
We rijden weer naar het noorden, langs Alpet, en bij een (andere) brug lezen we een uur of drie in de auto, iets anders kunnen we niet bedenken met deze regen. Door een hongergevoel rijden we weer verder en zien al snel een schattig Hans en Grietje restaurant aan een blauwe rivier.
We eten hier lamsvlees bij een man met een heel lief gezicht. Als toetje krijgen we appels en druiven.
In Kelcyre doen we boodschappen, we vragen naar Skenderbeu konjak. Twee dametjes maken net water heet met een brandertje onder de ouderwetse toonbank voor een kopje koffie. Momentje! Willen we misschien raki? Eén van hen verdwijnt in de kelder achter de zakken meel en komt terug met een waterflesje Trebeshina (de plaatselijke waterfabriek) gevuld met huisraki, het is zo’n beetje gratis.
De nachtelijke stortbuien
We rijden de onverharde toegangsweg naar Nationaal Park Bredh Hotove in en vinden binnen een kilometer al een geschikte overnachtingsplek op een rotsig grasveldje, niks bijzonders en we lezen maar weer wat.
’s Nachts worden we wakker van enorme stortbuien, wat een geraas op het dak en net als we denken dat het onmogelijk harder kan doet de natuur er nog een schepje bovenop.
Hoogtepunt van de dag: raki-verkoopsters. Dieptepunt van de dag: nou ja, de regen natuurlijk. 71 kilometer gereden
26 september
Er staan gelukkig niet meer plassen dan gisteren op het veldje tussen de bomen.
Toch durven we nu niet de weg de bergen in te nemen naar dat Nationale Park, de weg is hier van stevig grint en erg breed maar dat zal verderop in de bergen niet zo blijven. We rijden dus terug naar de doorgaande asfaltweg die hier wel 100 keer opgelapt is. In Permët doen we boodschappen, voor drie dingen moet je naar drie winkels. We lopen misschien een beetje voor paal met korte broeken en vieze schoenen met sokken, maar ach, het is Albanië en bekeken worden we toch al.
We willen nu naar een plek, gevonden op google earth, waar een warme bron is bij een oude brug aan de ingang van een kloof. Hopelijk is het bereikbaar met de regenval van de afgelopen 24 uur. Lees maar verder op pagina 17.