We fietsen vanaf twee campings langs de Adige, het asfalt is glad en de uitzichten zijn prachtig! Lees hier onze ervaringen en conclusies.
We hebben net om het Reschenmeer gefietst. Dit is de bron van de Etsch / Adige, of eigenlijk ligt die bron net boven het plaatsje Reschen, vlakbij de Zwitserse grens dus.
Verder stroomafwaarts willen we vanaf camping Cevedale in Goldrain / Coldrano ook een stuk fietsen van dit prachtige en geasfalteerde fietspad. Het is erg heet, maar er is nog een plek in de schaduw en de mooie camping heeft een zwembad. Okee, we gaan morgen wel weer fietsen dus. In het dorp is weinig te beleven, we eten nog ergens groente-wraps.
Fietsen langs de Adige vanaf een camping in Goldrain
Vanaf deze camping is het ongeveer 30 kilometer naar Meran / Merano, daar willen we de trein pakken voor de terugweg. Het begint heel relaxed met mooi uitzicht op een kasteel in (heel toepasselijk) Castelbello. In het Duits Kastelbell, dit klinkt net iets minder mooi. In het Adigedal wordt zowel Duits als Italiaans gesproken.
En wat ons gisteren al was opgevallen: overal is men bezig met de oogst, voornamelijk appels in alle kleuren en soorten. Ook op de hoofdweg zijn in deze tijd van het jaar (september) overal mini-files achter kleine tractors met smalle wagens met daarop grote groene kratten.
Eigenlijk kunnen we de fietstocht niet echt rustig noemen: aan de ene kant bruist de Adige zich een weg naar beneden. En aan de andere kant is vaak de autoweg of het spoorbaantje.
Bij Tell hangt een koele mist (lekker!) boven een waterval bij een waterkrachtcentrale.
De haarspelden en de trein
Tot hier kun je het hele stuk gemakkelijk terug fietsen, want er is nauwelijks hoogteverschil. Maar dan! Met een prachtige afdaling verdwijnt het fietspad met zeven haarspelden de diepte in, want Merano ligt zo’n 200 hoogtemeters lager. Zowel de autoweg als de trein gaan hier door tunnels, dus hier is het wel lekker rustig!
De camping in Merano leek ons wel wat, helaas wordt die net gerenoveerd. Dan zoeken we een treinstation. Helaas komen we bij een station dat Mais-Unten / Bassa heet. Voordat we de juiste kaartjes hebben gekocht zijn we een half uur verder. Want we moeten op het centrale station overstappen en dat is erg ondoorzichtig als je niet weet waar je bent, hoe de spoorlijnen lopen en er alleen een kaartjesautomaat is.
Op het centrale station moeten we een half uur wachten met zweterige mondkapjes voor. En dan nog vanwege het enkelspoor in het bovendal van de Adige op diverse stationnetjes wachten tot de tegemoetkomende trein is gepasseerd. De treintocht duurt op deze manier bijna even lang als de fietstocht.
Fietsen langs de Adige vanaf een camping in Laives
Na wat omzwervingen willen we ook in het benedendal van de Adige een stuk fietsen. We bemachtigen de laatst te vergeven plek op camping Steiner in Leifers / Laives. Dit plaatsje ligt net ten zuiden van Bozen / Bolzano. En voor 40 euro mogen we tegen de muur van de buren staan. Die buren blijken een garagebedrijf te hebben.
De garagegeluiden zijn irritant, maar andere campinggasten benijden ons juist vanwege de schaduw van de muur. ’s Avonds halen we pizza’s e.d. op de camping.
We parkeren het busje de volgende dag buiten de camping en fietsen weer een stuk langs de Adige, die hier beduidend opgezwollen is.
Tegenover het oude stationnetje in Auer / Ora zitten we op een terrasje naast een grote groep Belgische racefietsers. Wat zullen we doen? Het Adige-dal de rug toekeren? Het is ons net iets te toeristisch, te druk en ook belachelijk duur. Er zijn toch veel rustigere plekken te vinden in Italië? Jazeker, kijk hierboven maar eens bij het kopje “camping” en sorteer op “Italië”.
Conclusie: fietsen langs de Adige is zeker de moeite waard, want de natuur is prachtig, maar voor ons is het nu wel genoeg. Wij fietsen terug en trekken met ons busje de bergen in.