Onze reis naar de Peloponnesos begint met drie Duitse campings: bij vakwerkstad Warburg, natuurcamping Thulba en een drukke stadscamping in München. Deze drie campings liggen in de buurt van de snelweg zodat we niet veel extra tijd in de auto doorbrengen. Ton heeft net een rugoperatie ondergaan en mag niet lang zitten. Ook moet hij twee keer per dag 20 minuten liggen. Dus wat is dan handiger dan met ons eigen busje (met bed) op reis te gaan?
22 augustus
We vertrekken om half twaalf omdat we eerst nog een afspraak in het ziekenhuis hebben. Een kleine vier uur later draaien we het terrein van camping Eversburg op. Ton gaat even liggen en ik maak kennis met de alom gewaardeerde Karin. Tenminste als je op de campingrecensies afgaat. Maar haar eenogige kat wordt belaagd door een hondje, dat zich heeft weten los te rukken. Karin is boos op de eigenaar, die op het terras zit, en roept de kat om bij “mammie” te komen. Het duurt lang voordat ze tijd voor mij heeft en ik 32 euro mag betalen.
Warburg en onze nieuwe hobby
Ton is ondertussen klaar met liggen en we vertrekken op de fiets naar het stadje. Warburg blijkt prachtige vakwerkhuizen, een paar kerken en veel hoogteverschil te hebben.
Bovendien zijn er enkele labcaches en veel geocaches te doen. Dit is sinds deze zomer onze nieuwe hobby. Na een labcache strijken we dorstig neer op een terras voor een koude Hefe weizener. We raken in gesprek met onze buurtjes en ik vertel dat we morgen naar Thulba gaan. Dat kennen ze niet, maar ik het laat zien via google maps. “Ah, Oberthulba” is hun reactie. Grappig: Thulba ligt vlakbij het iets grotere Oberthulba. In Nederland is het misschien te vergelijken met “Wolde?”, ah, “Oosterwolde”!
We maken weer een labcache en moeten daarbij een woord van een ingewikkelde oud Duitse tekst op een vakwerkhuis intoetsen. Het lukt alsmaar niet. We vragen verschillende mensen. Uiteindelijk komt er zelfs iemand uit de winkel met de vertaling van de hele spreuk op een briefje. Zelfs dan lukt het niet. Het gaat er bij zo’n zoektocht ook niet om of je het antwoord al dan niet vindt. Al is dat wel iets bevredigender. Het leuke vinden wij juist het contact wat je automatisch maakt.
Tapasrestaurant
Na een geocache die wel lukt, gaan we tapas eten op het terras van een druk bezocht Spaans restaurant. Dan nog een labcache tussen de hoge en de lage stad.
We suizen op onze fietsen naar beneden door de warme avond. Als we in ons busje liggen geeft Ton deze eerste vakantiedag “een dikke 8” en daar ben ik het helemaal mee eens.
23 augustus
Om 7.30 wakker en het is mistig en koud. Met de winterjassen aan maken we onze koffies en het ontbijt. De douche is heerlijk op deze Duitse camping. We fietsen de andere kant op voor een labcache bij de Holsterburg. Hier zijn de resten van een 13e eeuwse burcht te zien, gesticht door de roofridders Hermann en Bernard Berkule.
Op de terugweg nog een paar geocaches, slechts één vinden we. De reden hiervoor zijn onze blote benen (het is ondertussen alweer lekker warm) en vele brandnetels. Zwetend laden we onze fietsen achterop het busje.
Dan rijden we nog geen 200 kilometer en gaan van de snelweg af. Bij een “Netto” supermarkt kopen we alvast spullen voor een maaltijdsalade en wat koude drankjes.
De natuurcamping
Het is bloedheet en we krijgen een fijne schaduwplek bij een eksterbosje op “Naturcamp Thulba”.
Ton doet een dutje en ik schrijf in het dagboekje. Om 17.30 is de ergste hitte voorbij. Op aanraden van de campingbaas fietsen we naar Hammelburg. Ook dit is een aardig stadje met een ratjetoe aan bouwstijlen op het centrale plein.
Ook is er weer een labcache te doen. En dan vinden we een gezellig terras bij een Ierse pub. In het donker fietsen we terug. Op de camping eten we onze maaltijdsalade, zonder salade, want de zak staat bol en de inhoud stinkt. Er staan nu nog twee kleine busjes op het veldje.
24 augustus
De ochtendkou is al spoedig verdreven en er vallen wat spatjes regen. Ik verzwik mijn enkel, maar in zo’n geval reageert mijn lichaam met ter aarde storten. Dus niks verzwikt gelukkig, maar wel een zere knie met een kapotte broek. In ons zwarte “noodgevallen koffertje” zit al jaren een ongebruikt naaisetje, dus dat is ook weer snel gerepareerd. Ton is nu douchen en gaat mij straks vertellen hoe de douchemuntjes werken (rghhhh!, ik haat die dingen!)
We fietsen naar een grappig Kneipp voetenbad met een blotevoetenpad. Dit soort gezonde voorzieningen zijn op veel meer plekken in Duitsland aangelegd. Op een zwetsende oude kerel met een zeurstem na, is het een leuke ervaring. En koud dat het water is!
We verlaten de camping en eten een belegde broodje bij dezelfde supermarkt. Om 13.30 zitten we alweer op de autobahn richting zuiden. Veel files, meestal op de andere kant.
Overvolle Duitse campings
Op boerencamping Argerhof is het 33°C en vol. Dus nog een half uur in de hete auto. We belanden op een camping in München. Het staat er hutje mutje vol. We besluiten al snel om op de fiets een restaurant te zoeken, het is ondertussen al 19.00.
In een drukke straat vinden we een druk terras. Ton ziet een stel: een verlegen man met een iets te opzichtig geklede vrouw. Ton vermoedt dat hij haar betaalt. Ze gaan in mijn gezichtsveld zitten, dus ik hou Ton op de hoogte… Als we later in de zwoele avond naar “huis” fietsen, zie ik ze bij een erotische club lopen, het avondje gaat nog een leuk staartje krijgen?
Plots gaat het hard waaien. Onweer op komst! Vanuit het busje bewonderen we de lichtflitsen. Dan gordijntje dicht en slapen.
25 augustus
Buienradar belooft ons een langdurige bui, dus snel alles inpakken en de fietsen opladen. Maar als we de grens met Oostenrijk passeren, is het alweer 33°C.
We vonden deze drie Duitse campings een afwisselend begin van onze reis. Lees eventueel verder op “fietsen in Oostenrijk”.