Onze reisbestemming Moldavië
Ton: In de plaats Mohyliv-Podilskyi is voor de brug over de Dnepr de Oekraïense grenscontrole en aan de overkant de Moldavische. Dus eerst Oekraïne uit, simpel toch? We staan voor een hek, een soldaat doet open en geeft ons het briefje, dat vol gestempeld dient te worden. We moeten achter een rood vrachtwagentje parkeren.
Bij een loket staan vijf vrachtwagenschauffeurs met veel papieren, voor me te wachten. Er is één douanier en er staan ongeveer tien politieagenten te babbelen en niks te doen. Na drie mensen afgehandeld te hebben met heel veel stempels, gaat het loket dicht en gaat de douanier op inspectie bij een vrachtwagen.
Ik twijfel of ik wel bij het juiste loket sta, want ik heb niets aan te geven, en ik vraag aan een andere douanier, die de gewone auto’s doet, of hij Engels spreekt. Nee, maar er is een dame die dat wel doet! Ik sta inmiddels weer in de rij (anders ben ik mijn plekje kwijt) en er komt een man, die meteen voor het gesloten luikje gaat staan. Voordringen dus. Ik zeg in gebaren dat die meneer als eerste aan de beurt is en dan ik als tweede. Dus hup naar achteren, jij! Nr. één beaamt dat en de voordringer maakt plaats…. pffff….
Dan word ik geroepen. De dame is er. Ze legt me uit dat ons busje een kenteken heeft als bedrijfsauto (klopt) en dat ik bij het juiste loket sta. Oké, dank je. Terug in de rij, gaat het loket weer open en nummer één laat mij voor gaan, wat aardig! Ik geef alle papieren en krijg te horen dat ons busje in de tweede rij moet worden gereden, voor check en foto’s. De douanier maakt ongeveer vier foto’s met de busjedeuren open.
Leuke contacten bij de grens
Terug naar het loket, typen in de computer, stempelen en klaar!
Ik geef de wachtende chauffeurs (ongeveer 8 stuks) de rest van onze Oekraïense Hryvnia’s voor koffie (ongeveer 5 euro). Als ik wegloop, diverse vriendelijke blikken en “thank you’s”. Dan nog even naar de politie, paspoorten en autopapieren afgeven. Daar staat nu ook de vertaal-dame, die gezellig met Chris over de leuke plekken in Moldavië praat. Vooral de wijnkelders moeten we beslist bezoeken! Ze zegt dat ze dacht dat ik Brits was, vanwege mijn Engels! “Thanks, love!”. Zij werkt voor de EU en observeert samen met haar vertaalster de processen bij de grens.
Na 1 uur en 15 minuten geven we het vol gestempelde briefje aan de laatste soldaat en rijden we over de rivier naar het volgende briefje, Moldavisch!
Dit gaat vrij snel, de douanier checkt en verwerkt de gegevens en zegt dat ik een vignet moet halen bij de bank om de hoek. Nog even de deuren open en nog een keer voor een politieagent, vignet kopen (5 euro en nog wat lokaal geld retour), briefje met alle stempels inleveren en voila!, we zijn in Moldavië. Half uurtje! Uit de papieren blijkt dat we op zondag 24 september om 23.59 uur het land weer verlaten moeten hebben, omdat we een vignet voor 7 dagen hebben.
Chris: Vlak na de grens is er rechts om de hoek een pinapparaat, handig! Hij geeft maximaal 3000 Moldavische leu en dat is ongeveer 150 euro. Er zijn hier ook enkele kleine winkeltjes en we hebben een leuk gesprek met een winkelbediende die Engels van haar kleinkind heeft geleerd! Helaas kunnen we hier geen restaurant ontdekken.
Heilig bier in Moldavië
We volgen de Dnepr naar het zuiden en vinden een mooie overnachtingsplek bij een heiligdom met een bron. Er is schaduw, er is zon en de eerste tijd zien we hier niemand.
Tegen de avond komt er een klein autootje, waar een vader, een moeder, een oma en vier kinderen uit komen rollen. De kinderen vermaken zich prima op de beboste heuvel en oma haalt even de bezem door het heiligdom. Op dat moment bedenken wij dat we onze biertjes zouden kunnen koelen in die koude bron! Dus eerst maar even wachten tot ze weg gaan. We willen geen aanstoot geven! Na een uur kruipt iedereen weer in de auto en de moeder blijft naar ons wuiven tot ze uit het zicht zijn verdwenen.
Ton zet met behulp van een tinnen Jezus-afbeelding de biertjes zodanig in de bron zodat ze niet weg kunnen drijven, richting Dnepr en Zwarte Zee… Besmuikt lachend komt hij mij halen om zijn briljante, doch ietwat heiligschennende, oplossing te tonen. Als we staan te giechelen bij het koude water, duikt er plots een jong stel achter hem op.
Jezus terug in het nisje
Ton zet snel Jezus terug in zijn nisje en pakt de biertjes, die gelukkig al koud zijn geworden, mee. We hebben een kort gesprekje met die twee en even later zien we hem een biertje achter een steen vandaan halen, die had hij dus voor ons even verstopt, haha! Ondertussen genieten we heftig van ons heilige bier!
Als ook deze mensen zijn verdwenen, gaan we hout zoeken voor een kampvuur. We hebben net besloten dat we dat in ieder geval één keer willen doen deze (of iedere?) vakantie, en deze plek is heel geschikt! We hoeven zelfs alleen maar overgebleven hout bij andere vuurplaatsen vandaan te pakken en dat naar onze plek te dragen. Het wordt een prachtig kampvuur onder een koude sterrenhemel!
De grenspolitie
’s Nachts hoor ik Ton zeggen: “Zullen we open doen?” Huhhh? Het blijkt dat de politie op ons busje klopt, ze kloppen nog eens en wij doen open. Het is de “border-police” en we worden al gauw ingeschat als geen smokkelaars. Ton vraagt of het goed is, dat we hier slapen, en voordat de ene agent in het Engels de juiste woorden heeft gevonden, zegt de andere: “dobre, dobre!” en dat begrijpen wij ook wel!
19 september
Prinsjesdag. Het is bewolkt en frisjes. Vanochtend hoort haar wassen bij het ochtendritueel, waarna we het badwater kunnen bijvullen bij de heilige bron. Om 10 uur verlaten we deze fijne plek en rijden via een shortcut naar de “grote weg”, die hier goed lijkt. We eten ergens macaroni en schnitzels, ze hebben hier snel wifi en alles kost slechts vier euro!
Soroca, de zigeunerhoofdstad van Europa
Meteen hierna wordt de wel erg slecht, met golvend asfalt, zoals we dat van Albanië kennen. De overige spaarzame weggebruikers rijden ook heel relaxed, dus echt vervelend is dit gehobbel niet. Vlak voor Soroca, wordt de weg, de M2, heel erg goed: glad asfalt, veel verkeersborden en soms een derde baan! Je mag hier maximaal 90 km/uur en dat kan ook wel, in dorpen is het 50 km/uur en bij een zebrapad 30 km/uur.
In Soroca, de zigeunerhoofdstad van Europa, kijken we op een begraafplaats, waar bij elk graf tafels en banken staan: bepaalde feestdagen worden samen met de overleden familieleden gevierd met veel eten en drinken.
Daarna rijden we in de zigeunerwijk op de heuvel nog wat rond en zien protserige half afgebouwde huizen, o. a. het Capitool, en we doen nog wat boodschappen in een “alimentara”.
We volgen de M2 verder naar het zuiden en vlak voor Orheu alweer etenstijd: pizza, hamburgers en salade in een wegrestaurant. We zien zelfs op het terras stickers dat er niet mag worden gerookt en dat men onder de 18 jaar geen alcohol mag gebruiken.
Het oude Orheu
Dan slaan we linksaf naar het oude Orheu: Orheiul Vechi, een bijzondere gebied! We stoppen eerst bij een uitzichtpunt, waar we een klooster zien liggen op een richel hoog boven de meanderende rivier de Răut. Hier speelde een gedeelte van “de derde antichrist” van de spannende Nostradamus-trilogie van Mario Reading zich af, en de rillingen lopen over mijn rug.
Het is ondertussen al laat en we besluiten eerst een overnachtingsplek te zoeken, na het dorp Trebujeni moet een hele mooie vallei liggen. Eerst gaat het in dit dorp anderhalve kilometer lang over een onverhard pad, langs huizen en erven, waar men ons bevreemd aankijkt en soms zelfs niet terug groet.
Een stille vallei
Dan even zoeken, we moeten rechts omhoog, gaat ook nog redelijk prima op het losse grint! En dan komen we om de hoek op een grappige hobbelweg: doordat er af en toe steenlawines vanaf de helling zijn gekomen, gaat het pad erg op en neer, doodeng, maar zelfs met de fietsen achterop gaat het prima. Na nog eens anderhalve kilometer komen we in een stille vallei met mooie bomen en stroomversnellinkjes in de Răut. Bij een net iets te gevaarlijke brug kunnen we niet verder.
Er is hier één visser, verder is hier niemand, al horen we tractorgeluid van boven komen. Ton leest (Hendrik Groen) en ik schrijf bij.
De visser komt langs en groet ons nogmaals. De zon is ondertussen achter de berg en de kikkers beginnen te kwaken. Als het al een paar uur donker is, zien we de rotswand verlicht worden: er komt een auto aan!
studenten uit de hoofdstad Chişinǎu
Na vijf minuten draait er een auto het begin van het veld op. Mensen met lichtjes stappen uit. We lopen erheen om kennis te maken. Het blijkt een groep studenten uit de hoofdstad Chişinǎu, zij zijn ondertussen bezig om een vuur te maken met meegebracht hout en willen aardappels gaan poffen. Eén van hen was hier twee jaar geleden (en toen waren hier ook Nederlanders!) en ze zijn hier nu met een grote groep en enkele auto’s. Eén van de auto’s kon de slechte weg niet aan, dus na een tijdje komen er nog een paar mensen lopend aan. En een avontuurlijk groepje is boven de grotten nog aan het verkennen (we zien inderdaad zaklampen op de rotswand). We wensen ze nog een hele fijne avond en lopen terug naar ons busje, dat een paar honderd meter verderop staat.
20 september
Een herder met wel 100 schapen en geiten en twee gemuilkorfde honden, komt langs. We “douchen” als hij uit het zicht is. Dan bedanken we deze plek, dit is weer eens zo’n plek waar we eigenlijk niet weg willen. We rijden langs het uitgedoofde vuur van de studenten, er liggen nog allemaal gepofte aardappelen rondom de vuurplaats, mislukt of teveel gemaakt?
Een tegenligger!
Dan het moeilijke pad weer op, Ton loopt een keer een stuk achter het busje om te zien wat er met de fietsendrager gebeurt, die komt inderdaad een keer op de grond en er komt een pluk gras en een pluk aarde aan.
Dan een tegenligger, paard en wagen, oei! We zien echt nergens een plek naast het pad waar we even kunnen wachten, maar gelukkig, de paardenmenner ziet een plek en wacht tot wij daar zijn! We fotograferen nog een krakkemikkige voetgangersbrug en dan nemen we het pad onderlangs naar Trebujeni, minder steil maar ons busje is wel enkele krassen rijker.
Het klooster van Butuceni
In het dorp Trebujeni zien we heel veel waterputten, zouden mensen daar echt uit drinken? Of zouden ze het water eerst koken? We rijden naar de parkeerplaats vlak voor het dorp Butuceni, waar we gaan lopen naar het klooster, dat we van alle kanten al zagen liggen. Het pad stijgt lichtjes, waardoor de afgrond naar de rivier de Răut steeds dieper wordt! In het klooster kijken we rond.
Begon er nu hier ergens een rondleiding naar de lager gelegen grotten? We zien een eng paadje langs de afgrond naar beneden gaan, laat maar!
Op de terugweg kopen we nog een grappig fluitje wat je met water kunt vullen, voor ons kleinkind. Met de auto rijden we Butuceni binnen, waar we eten bij Vila Etnica “la Butuc”, een prettig restaurant: stoofpotjes en auberginesalade, met 15 euro duurder, maar ook kwalitatief beter dan de Moldavische restaurants tot nu toe. We vragen hier ook wat badwater, de kraan is lastig, maar ze vullen toch drie van onze flessen. Het dorp Butuceni is beslist schilderachtig:
We rijden terug naar de vlakbij gelegen wijnkelders van Branesti, die zouden minder toeristisch zijn. Helaas zijn ze nu gesloten, al kunnen we door een spleet in de deur even de kou van binnen ervaren. Ook kunnen we hier ons badwater verder aanvullen. Lees verder op pagina 5.