Karpatenpassen
28 september
Chris: We willen een stuk afsnijden richting de 2134 meter hoge Transfăgărăşan pas. In onze wegenatlas is dit een dikke bruine streep, dus heel vreemd (maar wel leuk), dat er nog een stuk gravelweg van zo’n zes kilometer tussen zit. En het is best steil ook en verraderlijk met die losse stenen op de weg! Mooi langs gehuchten, waar we een schitterend kerkje tegenkomen:
En dan een schattig eekhoorntje met een eikeltje in zijn bek:
Na een paar mixt-magazins met eigenlijk niks, zien we toch nog een goede voor onze dagelijkse boodschappen. Dan komen we op de zuidelijke route van de Transfăgărășan, we eten goulash en iets met heel veel kaas, met uitzicht op de ruïnes van wat het echte kasteel van Vlad Tepes (Dracula) zou zijn.
De Transfăgărășan pas
Meteen daarna komen we bij een stuwdam, waarachter het Vidrarumeer. We gaan hier eerst linksaf, de weg is slecht met meteen een onverlichte tunnel. Je kan op deze manier zo’n 30 km over een niet geasfalteerde route linksom het meer rijden.
We besluiten i.v.m. de fietsen achterop, om toch terug te gaan naar de asfaltweg rechtsom het meer. Dit is een saai stuk, want door de vele bomen is er geen uitzicht. Na het stuwmeer wordt het echt heel mooi! We blijven stijgen en dan komen er haarspelden, we komen boven de boomgrens en het uitzicht is fantastisch!
We kopen een kaasje bij een waterval en na nog een paar mooie vergezichten komen we door een tunnel en het zicht aan de noordkant is niet goed.
Na 100 meter dalen, zakken we in de mistwolken en rijden we zowat stapvoets de haarspelden af. Plots is er weer zicht en zien we beneden een zonnige vlakte liggen.
Een camping gerund door Nederlanders
Daar aangekomen rijden we naar een door Nederlanders gerunde camping in het dorp Cârța.
Al gauw pakken we de fietsen en fietsen rond in het dorp en de omgeving, leuk!
Dan gaan we zitten lezen op de camping, de warme stoovjes erbij!
Ton: Er komt een Italiaanse camper de camping oprijden, een stel met een klein kind en een grote hond. Ze gaan pal naast ons staan, terwijl de camping vrijwel leeg is! Ik wind me erover op en ga naar ze toe, om in het Engels te vragen waarom ze zo dicht bij ons zijn gaan staan, er is ruimte zat.
De man zegt iets in het Italiaans terug. Als er verder niets gebeurt, pakken wij alles in om dan zelf maar ergens anders te gaan staan. Maar dan blijkt dat zij toch aan het verkassen zijn en ze gaan achter een rij bomen staan. Achteraf had ik het iets vriendelijker kunnen vragen.
29 september
We rijden langs de rivier de Olt weer naar het zuiden. Men is hier en daar met de weg bezig. Ergens na een waarschuwingsbord staat een man met een spiegelei: rood, dus we moeten even wachten. Verderop weer zo’n waarschuwingsbord en we zien aan de linkerkant van de weg weer zo’n spiegelei, we stoppen netjes. Dichterbij gekomen, blijken het twee dames met een roeipeddel met een rood roeiblad te zijn! We moeten er hartelijk om lachen. Ik weet niet of de dames doorhadden, dat zij voor verwarring zorgden.
Chris: In Brezoi rijden we naar het westen, langs een paar stuwmeren.
Vlak voor de Transalpina (ook een Karpatenpas) eten we in een restaurant, we rijden de Transalpina nog een stuk naar het noorden, maar het uitzicht valt tegen. Net als twee jaar geleden hier veel mensen die zoeken naar en handelen in paddenstoelen.
Petroşani
Dan rijden we naar Petroşani, die weg was twee jaar geleden gesloten wegens wegwerkzaamheden. De weg is veel beter, maar nog niet af.
We doen minstens een uur over de 32 kilometer. Maar het gaat uiteindelijk wel door een prachtige kloof! We willen graag nog eens naar Petroşani, omdat we daar 12 jaar geleden een week bij Romi en Ani in de tuin bij hun vakantiehuisje hebben gelogeerd. Het contact is verloren gegaan, maar we willen kijken hoe het er daar nu uit ziet.
In Petroşani herkennen we de garage van Lulu en haar man en een stukje naar het westen rijden we het lieflijke dal van het vakantiehuisje in.
Maar eerst over de spoorweg: rode lichten en gepingel. Aan de andere kant komen er net twee vrachtwagens met boomstammen naar beneden. Na 5 minuten, komt er heel traag een treintje aan, we stappen in en wenken naar de vrachtwagens, dat zij eerst mogen, kan ook niet anders, want de weg is heel smal. Maar het pingelgeluid blijft. Zij wachten, wij wachten. En, ja, na nog eens 10 minuten komt er weer een heel traag treintje!
Liftende oude dame
We laten ook onze achterbuurman voor gaan en hij neemt een liftende oude dame met zware boodschappentassen mee. Maar de auto stopt een paar 100 meter verder bij de bijzondere grot Pestera Bolii. Deze grot is bijzonder omdat er twee uitgangen zijn en er een rivier doorheen loopt, we hebben die grot in 2005 verkend en ook de zeer bijzonder gevormde kloof daarachter.
Wij stoppen natuurlijk en bieden de oude dame een lift aan. Het duurt even voordat ze voorin zit, de tassen op ons bed. We babbelen gezellig en zij moet lachen om ons kleine rode VW-busje op ons dashboard, “kopie!”, zegt ze. We rijden voorbij het vakantiehuisje van Romi en Ani, want de dame tussen ons in, moet nog verder zijn. We zetten haar af bij een heel klein huisje.
Dan rijden we nog verder de vallei in, in ons hoofd zien we zonnige weiden langs een kabbelend beekje met een mooi wit grintpad erlangs, met vele mooie overnachtingsplekken. Maar ja, dat was de zomer van 2005! De realiteit is weer eens anders: het pad is totaal kapotgereden (door boomstammenvervoer?), blubberig, met grote plassen. Bovendien is het nu erg koud. We keren om en gaan maar ergens tussen het blubberpad en de (nu modderige) beek staan.
Zielige overnachtingsplek
Ik wandel nog verder, misschien toch nog? Ik kom een dame van een jaar of 60 tegen, ze heeft rubberlaarzen aan en verschillende soorten paddenstoelen in haar diverse tassen. Zij vertelt dat zij helemaal naar de Pestera Bolii gaat lopen en dan met de auto naar Petrila, waar ze woont. Ik probeer uit te leggen dat wij hier gaan slapen in een “masjiena” en die zie je straks wel staan. Inderdaad heeft Ton ook nog met haar gebabbeld. Ik zie verderop zeker geen mooiere plek, wel een uil in een boom. Ik ga naast Ton in het busje zitten lezen, al gauw wordt het donker en mogen we naar bed.
30 september
In de loop van de nacht is de hemel helder geworden en het ijs staat op onze voorramen! We zitten hier op 738 meter hoogte. Het ochtendritueel is ijskoud, maar we zien hoopvol de zon alweer boven ons op de berg schijnen. We kijken natuurlijk even bij het vakantiehuisje en zien dat de tuin veel mooier is gemaakt met een overdekt terras.
Alvorens een ontbijt in Petroşani te scoren, kijken we nog even bij de grot Pestera Bolii, er is een bruggetje in de grot gemaakt, maar we hebben geen zaklamp mee, dus we kunnen niet verder.
In Petroşani een stevig ontbijt en daarna een wandeling door het stadje, we herkennen niets. In een kerk maken we nog een stukje van de dienst mee, gezuiverd door heerlijke wierrookdampen staan we even later weer op straat.
Weer verder naar het zuiden, door een kloof, langs een klooster, veel wegwerkzaamheden.
De neusgatengrot
Ten westen van Târgu Jiu rijden we een kloof in: Cheile Sohodolului heet het en we moeten 10 lei betalen om erin te mogen en we krijgen een vuilniszak kado… om te gebruiken, gebaart de man. Natuurlijk laten we geen rommel achter, we laten ons vuilniszakje zien.
We zien al gauw een mooi grotkerkje in de prachtige kloof.
Even verderop zien we waarvoor we deze kloof in zijn gegaan: de neusgaten! Als je in de grot bent, lijkt het net of je door iemands neus naar buiten kijkt!
We rijden verder de kloof in, er zou volgens een bord een restaurant zijn, maar waarschijnlijk is dat bord al heel oud. We zien wel veel picknickplekken en nadat we moeizaam een pickup truck passeren, keren we om.
Een restaurant vinden we pas vlak voor Baia de Aramă, het heet “Casa Verde” en we eten cordon bleu met grove tzatziki, heerlijk. Een stukje terug zagen we mooie paadjes de velden inlopen, dus eerst terug. Lees verder op pagina 9.