Sinds we “Het land achter Gods rug” van A. den Doolaard hebben gelezen, willen we nogmaals naar de brug over de Tara: de Đurđevića-brug. Het verhaal van de ontwerper van de brug, ingenieur Wolf Crnojevitsj, komt niet geheel overeen met de werkelijkheid, maar dat maakt de sfeertekeningen in het boek niet minder mooi.
De rivier de Tara heeft haar oorsprong in “De Vervloekte Bergen” en vanaf Mojkovac volgen we haar stroomafwaarts door de grootste en diepste kloof van Europa.
En dan zien we de brug in al zijn glorie de kloof overbruggen. Wat een enorm bouwwerk! Maar het blijkt ook een heksenketel van souvenirstalletjes. Als we ergens niet mogen parkeren, zien we een campinkje.
Camping Miro
Een Duits stel wijst ons dat de receptie in een zipline-hokje is. Drie verveelde vrouwen zitten op de trap naar dit kantoor. Ze nemen negen euro in ontvangst en kijken apathisch toe hoe wij hun met allerlei artikelen bezaaide trapje weer af struikelen. De toiletten zijn niet echt moeilijk te vinden, ga maar op de geur af. Of volg een groep Chinese toeristen, die uit een touringcar komen rollen. Maar waar is dan toch die beloofde warme douche? De drie dames bakken er niks van, ze lijken wel stoned. Een man laat ons zien waar een sleutel is om een douchehokje (naast de stinkwc’s) te openen. Vervolgens schijt een campingkoe een langgerekt spoor, zoals alleen koeien dat kunnen, precies naast ons busje. We verplaatsen het busje een paar meter. Wel hebben we vanaf de camping mooi zicht op de brug.
Zip-linen bij de brug over de Tara
Op de fiets zip-linen we over de brug, dit gaat lekker snel, want je ziet het niet, maar in het midden is de brug een stuk lager. Aan de overkant strijken we neer op een terras en genieten van joelende zip-liners en Montenegrijns felle discussies. Ton heeft onlangs zelf loopings in een vliegtuig mogen maken en ik heb een gezonde hoogtevrees, dus dat zip-linen hoeft voor ons gelukkig niet.
Een onaangename verrassing
De volgende ochtend worden we ruw gewekt door een kabaal van auto’s die vlak naast ons busje rijden. Ik doe mijn schuifdeur open en een langharige en geblondeerde vrouw in een zip-line-reclame-bus begint boos in een onverstaanbare taal tegen me te schreeuwen. Aan Ton’s kant staan vijf of zes mannen dom naar hem te staren. Verdorie, we staan op een camping, wat is dit?
Het blijkt dat er vannacht in het buurhuis een oude vrouw is overleden. De mannen weten niet anders dan dat er op de plek waar wij staan, een grote tent moet worden opgebouwd. We verplaatsen ons busje maar weer eens. Na wat geruzie met een van de apathische vrouwen (“ja, maar mijn werkdag is nog niet eens begonnen en bovendien zijn we vandaag dicht”), biedt ze ons een ontbijt aan van sandwiches met lokale ham en kaas. We smelten en vertrekken met volle magen, na nog een laatste keer over de brug te fietsen (euhm, pardon, ziplinen).
Wat zou de brugontwerper eigenlijk zelf denken van deze poppenkast?
Vanaf de brug over de Tara loopt de Tara verder zo’n 50 kilometer door een diepe kloof in onherbergzaam gebied. Wij zullen haar weer zien vlak voor ze samen met de Piva de Drina vormt. Dit is bij de grappige grenspost van Hum.