Home ReisverhalenBritse Eilanden Schotland voorjaar 2012

Schotland voorjaar 2012

door Chris
Schotland voorjaar 2012

Zomerhuisje en whisky proeven

Chris: Voorbij Braemar en Inverey is een grote parkeerplaats in het bos, een dagkaart kost £2. Na een verkwikkend dutje bekijken we de omgeving. Heel erg mooi hier!!!

We rijden terug naar het stadje Braemar, waar we alle eettentjes bekijken: één ruikt naar zweet, één is vol en één is nog dicht, blijft over de “Hungry Highlander”, dit blijkt een soort ongeorganiseerde snacktent gerund door Indiase jongemannen.

Ondanks allerlei Indiase gerechten in de folder bestelt iedereen (vooral veel motorrijders) fish and chips, dus dat doen wij ook maar, voor slechts £7 p.p. incl. drankje. Desondanks lukt het nauwelijks om de weinige gasten te bedienen, steeds komt er iemand uit het bloedhete bestelhokje/keuken en roept een naam. Meestal reageert er niemand, spreken ze het verkeerd uit? Of zijn wij al aan de beurt? Een Duits meisje laat haar vis nog eens bakken, want het is nog rauw van binnen. Daarom duurt ’t zo lang, onze vis is behoorlijk dik en moet dus lang in ’t vet. Het blijkt goed gaar en met echte mayo bij de patat erg lekker.

Een camping zonder toilet

We gaan de camping in dit stadje proberen, het is een “caravanpark”. Bij de receptie vraagt men of we een gootsteen en een toilet aan boord hebben? Nee, die verwachten we juist op een camping. Oh, nou, dan mogen we jullie niet toelaten op onze camping! We vragen natuurlijk naar de reden: iets met gezondheid en veiligheid! Ze zijn overigens wel zo vriendelijk om ons een andere camping te wijzen: in Ballatar, een half uurtje rijden.

In het busje juicht Ton: “we zijn te vies, ze willen ons niet hebben”, we vinden dit dus een compliment, want kamperen met chemische toiletten vinden wij juist een slechte zaak.
We kijken even bij Breamar Castle, lijkt qua bouw wel wat op Balmoral Castle zien we later.

We rijden verder dus langs het Koninklijke Balmoral (morgen maar even kijken?) naar Ballatar en installeren ons op de camping naast een ouderwets VW-busje met een zwangere dame en uitzicht op de vuilcontainers.

Er zijn veel trekkers/wandelaars in kleine tentjes en voetballende jongetjes. ’t Koelt ’s nachts weer behoorlijk af.

Balmoral, het zomerpaleis van de Queen

21 mei
Om 10 uur besluiten we om het Balmoral te gaan bekijken, we kunnen meteen mee met een toeristenkar achter een jeep om een tien minuten durende wandeling te vermijden.

Schotland voorjaar
Balmoral Castle
Schotland voorjaar
bij Balmoral Castle
Schotland voorjaar
Balmoral Castle
Balmoral Castle

Je krijgt weer een sprekend apparaat (helaas hier niet in het Nederlands) om voor £9 p.p. alle 12 bezienswaardigheden te doen. We doen het ietwat in een andere volgorde en stuiten op een groep Nederlanders. Leuk om te horen dat ze dezelfde onzin uitkramen als wij meestal doen als we denken dat toch niemand ons kan horen. Britse mensen doen dit per definitie nooit, ligt dit aan hun beleefde inborst of aan hun taal?

Het is allemaal zeer interessant en leuk en het kost ons zo’n drie uur om alles te bekijken en te beluisteren en dan hebben we nog niet alles gezien. We leren hier naar aanleiding van de geweien in de balzaal dat een “imperial” 2 x 7 punten aan het gewei heeft en een “royal” 2 x 6 punten. De koningin laat zich hier duidelijk van een iets minder strenge kant zien, maar dit is dan ook haar zomerhuisje. We lopen weer terug, want de jeepbestuurder heeft net lunchpauze.

Tegenover Balmoral Castle rijden we een single-track-road in, eerst door een dooie-bomen-bos. Volgens Ton lijkt dat alleen maar zo, omdat het laatbloeiers zijn, ze gaan pas bloeien in augustus, als de koningin hier is. Op Balmoral zorgt men er ook voor dat alles op zijn mooist is in die tijd.

Verliefd op Schotland

Daarna een verrassend mooi berggebied met allerlei heide- en mossoorten.

Schitterend! De weg kronkelt over en tussen de heuvels. Dit is het moment waarop ik een beetje verliefd op Schotland begin te raken. We slaan linksaf en komen meteen over een idiote puntbrug. In Tomintoul eten we in “Highland Quisine”, beetje duurder dan gisteren, maar verschrikkelijk lekkker: Ton dubbel gekookt/gebraden varkensvlees met korstje, ik een zachte rundvleesschotel met een krokant jasje (home-made pie), heerlijke nieuwe aardappeltjes en salade.

We schrijven alvast de helft van de ansichtkaarten. Een 90-jarige grand-dad viert hier zijn verjaardag met vier kleinkinderen, ze zingen als de taart met de kaarsjes wordt binnengebracht.

In Tomintoul kun je verder geen normale boodschappen halen, hooguit wat souvenirtjes en wat brood van gisteren.
In Grantown-on-Spey lukt dat echter allemaal wel en er is ook een camping! Daar gaat ons plan om weer vrij te kamperen. Het is nu zonnig en voordat we een plekje hebben gevonden…

De camping lijkt eerst niet zo leuk: er is een slagboom en je wordt naar een plekje gebracht (niet zelf kiezen), het toiletgebouw is ver lopen en het is druk. In tweede instantie blijken de omringende stacaravans meest leeg en alle voorbijgangers groeten ons vriendelijk. Twee Nederlanders komen zelfs even buurten.

Slechte whisky’s bestaan niet

Maar nu eerst whisky proeven in het stadje! Altijd als we op loopafstand van een stadje staan willen we locals ontmoeten in de pub. Er zijn wat hotel-bar-lounges, ietwat saai, en één of twee echte pubs. Ton proeft en leert het verschil tussen de rokerige smaak van de eilanden aan de westkust en de mildere whisky’s van deze streek. Ton wordt verliefd op de zachte en zuivere Macallen, de barkeeper zelf houdt van de Amerikaanse variant “Jack Daniels”, maar hij benadrukt steeds: slechte whisky’s bestaan niet. Maar wel vieze, denk ik, terwijl ik het bij Baileys en Southern Comfort hou.

Op straat ligt een pubermeisje naast een fietsje en een auto te lachen, ze komt niet meer bij. We hebben niet gezien wat er gebeurt is, maar kennelijk is ze erg teut, al “sorry” roepend tegen twee verschrikte hoofden in de auto, kruipt ze na een tijdje richting stoep. Vanaf een bankje klinkt een nieuw lachsalvo van haar vrienden.
Wij bereiken zonder kleerscheuren ons busje weer, op de camping is alles in diepe rust om 23.00 en wij gaan ook slapen.

22 mei
De Nederlanders komen op de koffie, internet hier op de camping is erg duur, we hadden ze gisteren aangeboden om van onze droam gebruik te maken, en als het ze bevalt kunnen ze zelf zo’n apparaatje naar bijvoorbeeld hun volgende camping laten opsturen. Het lukt ze om snel de al klaargezette mail door te sturen, dus www.droam.nl heeft er alweer een nieuwe tevreden klant bij. Het is heel gezellig en we wisselen nog wat tips uit.

Single-track-roads

Om 10 uur vertrekken we van de camping en zien in Carrbridge een leuk bruggetje:

Via een schitterende single-track-road met cattle-grids rijden we door het bos langs een lieflijk riviertje en dan over een kale hoogvlakte tot we weer enkele meren tegenkomen, hoog boven het Loch Ness. Aan één van deze meren relaxen we even, doen zelfs een dutje.

Het is nu heerlijk warm en in het meer zou je evt. kunnen zwemmen, het water voelt niet ijskoud. Zo blijven we toch zoeken naar mooie overnachtingsplekken, maar het is nu nog te vroeg. Als we even later Loch Ness bereiken zien we meteen “Dores Inn” bij een strand. We kunnen hier lekker en relaxed buiten eten in een beschutte tuin.

De boilers zijn kapot en ze vragen of we bezwaar hebben tegen take-away-kartonnetjes. O.a. knalpaarse aardappelen staan er op het menu.
In Inverness zoeken we even naar de sluizen die aan de oostkant zouden moeten liggen, maar we geven het algauw op. Lees verder op pagina 5.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie