Home Reisverhalen Turkije voorjaar 2010

Turkije voorjaar 2010

door Chris
minicamping Selene aan het Bafa meer

En weer terug naar huis

Chris: Na de vlotte Turks-Griekse grens rijden we naar een strand bij Imeros maar we vinden het er niet leuk: de zee is zwart van het wier, het waait flink en er ligt echt heel veel afval.

Terug naar een 13 km lang onverhard weggetje tussen Maronia en Mesimvria, of het inderdaad doorgankelijk is zien we wel! Het blijkt prachtig! Mooie vrijkampeerplekken in de bosjes boven de rotskust. Op sommigen plekken kun je bij de zee komen, o.a. een geweldig strand waar een stel een tentje heeft neergezet, hun pick-up truck staat boven.
Wij vinden het net wat te gevaarlijk om naar beneden te klauteren en gaan wat meer in het binnenland staan, ook om het zee-geraas wat te temperen.

’s Avonds een mooi houtvuur onder de olijfboom, hout voor het oprapen hier.

8 mei
Er zijn hier veel witte slakjes die hoog in het gras en de bloemen klimmen, “uitsloofslakjes” noem ik ze. Boven bij de doorgaande weg is een waterkraan. Gisteren zagen we hier een camper rijden, erg stoer want het pad is niet gemakkelijk hier, er rijden ook een paar 4×4 karretjes. Er is hier zelfs geen bereik. De klaprozen staan hier overal in volle bloei, schitterend!

Bij een betonnen karkas van een onafgebouwde kerk op een heuvel komen we weer terug in de bewoonde wereld en bij een leeg strand gaan we zwemmen.

Afkicken van de Turkse vriendelijkheid?

In Komotini eten we zeer uitgebreid, een dove man komt aan onze tafel bedelen en later zien we een magere vrouw met een plastic bekertje, “problem, problem” roept ze steeds maar. In Turkije hebben we geen bedelaars gezien. Er is in het centrum net een festival, de barretjes zitten vol. Terug bij de auto snel de stad weer uit, wat is die drukte toch onprettig! Nog ergens wat cola kopen, de kassa-mevrouw helpt me al bellend zonder oogcontact te maken. Zijn we nu aan het afkicken van de Turkse vriendelijkheid?

We rijden naar het kaapje bij Peramos en gaan op dezelfde plek staan als op de heenweg, twee vissers showen hun vangst: één dikke vis.

In de schemering lopen we een heuvel op naar de overnachtingsplek van zeven jaar geleden, we zien een vos wegschieten bij wat oude bunkers in het dichte struikgewas. We herkennen de plek en moeten ons nu haasten om voor het donker terug te zijn. We zitten nog tot 22.30 bij de bus tot het te koud wordt.

9 mei
’s Nachts zijn er een paar druppels regen uit de hemel gevallen waardoor de stoffige voorruit ontzettend smerig is geworden. Er komt meteen al weer een visser naar het strand en dan verschijnt er een boer met gifspuit. Tijdens het snorkelen zien we veel anemoontjes. Een eerste blèrend kind met bijbehorend keffertje verschijnt op het strand, laten we maar weer vertrekken! De visser heeft net beet: een plastic fles.

We rijden langs de kustweg, kopen vlees in een grote supermarkt voor vanavond, eten ergens gefrituurde feta. Bij de Macedonische grens hebben we voor het eerst een document voor de auto nodig: het is een bedrijfswagen die leeg is en “omgebouwd” tot camper. Het wordt ter plekke gemaakt en is gratis.

Een spin met allemaal kleine spinnetjes op haar lijf

Bij Demir Kapije slaan we linksaf de bergen in, na het dorpje Dren wordt de weg erg slecht maar we zien in de verte een meertje met een waterval, we hoeven alleen nog maar door een rivier…

en dan nog een steil rotsig stuk omhoog en via een graspad weer naar beneden en de beloning is een mooi bloemenveldje bij het meer met vuurplaatsen.

Sudokuen, bijschrijven, omgeving verkennen, hout verzamelen, vlees grillen en spinnetje pesten.

Die mooie gaten in de grond hebben we al eerder gezien dus het wordt tijd om dat eens nader te verkennen, na voorzichtig porren blijkt er een spin in te zitten met allemaal kleine spinnetjes op haar lijf!
Ik blijf nog even bij het dovende vuur zitten tot het goed uit is en als ik verkleumd het busje instap zie ik een grote streep aan de hemel, een prachtige vallende ster!

10 mei
De eerste spinnetjes kruipen al zelfstandig uit het hol. Ik rij over het moeilijke pad, bij het rotsige stuk naar beneden doen de remmen raar en we raken een kei. Door de rivier gaat goed en dan nog een stuk redelijk droge blubber en we zijn weer in het dorpje.
Op de snelweg naar de volgende grens. We moeten inderdaad bij het loket voor de vrachtwagens zijn en de paspoorten worden ons van boven aangereikt, Ton moet ze bijna vangen. Het autodocument wordt afgescheurd en dat moeten we aan de Servische kant weer afgeven. Hier wordt weer de inhoud van de bus bekeken. Wat een gedoe allemaal.
Bij het motel/restaurant in Vranje mogen we wel even de telefoon opladen, maar helaas valt de stroom uit.

Lichtgevende dobbers

Bij Aleksinac gaan we van de autoput af naar het meer van Bovan, ongeveer 25 km verderop. Eerst door een paar dorpjes, dan langs een riviertje, bij het dorp Bovan staan veel oude caravans aan het meer. Aan het andere uiteinde van dit stuwmeer zien we een picknickplek met afdakjes, er zitten veel vissers, dus we kiezen een rustige plek aan het meer vlakbij. In de schaduw van de bomen, maar niet eronder! Er zitten “spuugbeestjes” in, het regent gewoon.

Ondanks het scheve terrein staat het busje in één keer recht. Het waterpeil is onlangs veel hoger geweest. Na een koud biertje in de zon wandelen we naar de picknickplek, misschien is het daar nog leuker als de vissers weg zijn straks? Je kan er in ieder geval zwemmen. Een man in een rode auto stopt en zegt dat waar wij staan je niet mag kamperen, maar wel bij de picknickplek, dus we gaan tussen de vissers staan. Helaas gaan die nog lang niet weg en in het donker vissen ze verder met lichtgevende dobbers.

11 mei
Als we wakker worden zijn er alweer een aantal “ochtendvissers”, zelfs de man met de rode auto is alweer present en wenst ons “goodmorning”, heeft hij niks beters te doen dan deze vissersplek controleren? Ik kook eieren en laat ze schrikken in het meer, dat is inderdaad schrikken want er drijft een dode vis vlakbij. Ton ziet de dikke vissen gewoon zwemmen, maar al wat de vissers vangen is een 5 cm lang visje.

Een bus wuivende schoolkinderen

Als we weer richting snelweg rijden zien we een bus wuivende schoolkinderen, bij de avondevaluatie blijkt dit het leukste moment van de dag, dus dan weet je het wel. De snelweg is hier ook zo vreselijk saai. We eten ergens snackbarachtige hapjes, beh, maar we hebben onze warme hap weer binnen. “Hat es gut gesmeckt?” “Ja, herrlich” liegen we heel beleefd.

Bij Slavonski Brod in Kroatië alweer komen we na lang zoeken terecht op een parkeerplaats van een picknickplek bij een meertje in een bos, af en toe regent het, we voelen ons net Jut en Jul zoals we daar zitten met onze koude biertjes.

Tijdens een wandeling rond dit Sovsko Jezero komt er een auto maar voor we kunnen vragen of we hier mogen overnachten rijden ze al weer weg. Er zijn bordjes met namen van bomen, vuurkorfjes, een speeltuin etc.

We hopen maar dat er morgen als wij ons aan het opfrissen zijn, er geen bus met schoolkinderen arriveert op de parkeerplaats.

12 mei
Die koekoek moet nu maar eens ophouden, wat een eentonig geluid en het betekent toch wel erg vaak: regen! Echter op een paar buitjes na is het droog en we spoelen ons lekker af onder een fles water want koud is het niet.
Langs de kruisweg rijden we weer naar beneden en in het pittoreske dorp Sovski Dol zien we erg mooie huizen en waterputten, gisteren helemaal geen oog voor gehad.

Afspraak met Tanja in Zagreb

In Zagreb hebben we een afspraak met Tanja, Ger zit helaas in Biograd. We stappen uit, betalen parkeergeld en…. zien Tanja! Of beter gezegd: zij ziet ons! Ze heeft beslist verwantschap met Ger, die ook altijd onverwacht opduikt als je hem zoekt. Binnenkort zeker want ze gaat binnenkort bevallen van hun Mara! Haar vader ontmoeten we ook even snel en we gaan op een terrasje zitten om bij te kletsen.

Acht dagen later zal Ger de navelstreng doorknippen van hun gezonde dochter! Na een uur verlaten we Zagreb weer en passeren de laatste grens waar we onze paspoorten moet laten zien. Af en toe pittige regenbuien op de snelweg. In Begunje ligt onze oude vertrouwde bosplek er nog net zo bij als we hem de laatste keer hebben achtergelaten. Het regent hier tot nu toe niet.

We staan op een zessprong en bewandelen we het enige pad dat we nog nooit uitgeprobeerd hebben. We berekenen dat we hier nu voor de negende keer overnachten. Volgende keer dus een feestje. ’s Nachts regent het enkele keren.

De Großglockner

13 mei

Tijdens het koffiezetten komt er een man met een stomverbaasd hondje langs, hij vergeet zelfs te blaffen, mensen hier? We zien hier bijna altijd wel iemand langs komen, maar 7.15 is wel erg vroeg. Vanwege de motregen vertrekken we al binnen een uur.

 

We ontbijten in het “wilde-bonen-café” (hoe verzinnen ze het) aan de snelweg waar ook een hotspot is, we bekijken de weersverwachting: regen! We willen eigenlijk de Großglockner op. Op het moment is het vrij aardig en die wolken zijn toch ook mooi, bovendien komen we straks toch boven die wolken terecht!

Bij een waterrad eten we nog wat brood en dan gaat het omhoog! Op de zuidkant hebben we vrij aardig weer al sneeuwt het licht op de Kaiser-Franz-Josefs-Höhe maar die ligt dan ook op een hoogte van 2369 meter. Voor de auto betalen we 28 euro voor deze route.

Je hebt hier uitzicht op de langzaam verdwijnende Pasterze Gletscher en als je meer geluk hebt dan wij ook op de 3798 meter hoge Großglockner, de hoogste berg van Oostenrijk.

We lopen een eind (tip: neem eerst de lift in het bezoekerscentrum) gedeeltelijk door de sneeuw en vinden dan in een ander gebouw de toegang naar de Gamsgruben mijngangen. Na de tweede tunnel kunnen we niet verder:

In een warm restaurant eten we lasagne. Weer verder naar de 2504 meter hoge Hochtor, de eigenlijke pas. We rijden in een slakkengangetje en laten iedereen voorgaan, na de tunnel bij de Hochtor staan twee snelle cabrio’s stil om hun dakje dicht te maken, het hagelt! Van de noordkant zien we dus niet zoveel. Een zoutstrooier houdt de weg begaanbaar.

De kneuterigste camping van Oostenrijk

Bij Zell am See gaan we naar Mittersill en daar staan we nu op de meest kneuterige camping van heel Oostenrijk: een klein keurig grasveld met twee caravans en de toiletten voor bij de weg. Drie verschillende toiletpotten in aan elkaar geflanste hokjes met een soort gymzaalvoetenbad waarin je je tanden moet poetsen. Heel ergens anders is de douche maar die zit op slot, je moet eerst aanbellen bij het woonhuis, dan doet een allervriendelijkst man de deur open en geef je hem 60 of 120 eurocenten al naar gelang je 5 of 10 minuten wilt douchen. Het is streng verboden in bijbehorend fonteintje je tanden te poetsen want dat is de “keuken”.

Als het even stopt met regenen parkeren we de auto in het centrum en omdat het alweer regent lezen we een tijdje in de auto tot het droog wordt, wat niet gebeurt. Dan maar door de regen naar zo’n typische Oostenrijkse Gasthof, oubollig met prachtige dingen aan de muur en een houten bloemplafond.

14 mei
Het regent niet meer! De douche is dan kneuterig maar wel handig en schoon. In de tent van gisteren kunnen we nog net stevig ontbijten.

Nog een stukje Duitse Snelweg

Langs prachtige houten huizen met versierde balkons en ramen rijden we naar Kufstein, nu nog zo’n 1000 kilometer tuffen met als leuk intermezzo een prettig schnitzelparadijs in Niederaula, waar een schattig echtpaar de knapperigste schnitzels op tafel zet. Om 23.00 hebben we ons hoofddoel bereikt: gezond weer thuis.

Tsjonge wat hebben wij een geweldige reis gehad naar Turkije! Het weer heeft ook ontzettend meegewerkt, slechts twee halve dagen dat het echt regende. En dus al warme temperaturen in april en mei. Turkije is een geweldig vakantieland, de natuur is overweldigend en heel afwisselend, je kan gemakkelijk vrij kamperen. De bevolking is heel erg vriendelijk, bovendien maakt men gemakkelijk contact, soms wel opdringerig maar dat is vaak pure noodzaak.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie