Home ReisverhalenBalkan, westelijk Servië najaar 2013

Servië najaar 2013

door Chris
Servië

We plannen een reis naar Servië omdat we zeker weten dat je in dat land gemakkelijk kunt vrij kamperen, we hebben nu al zin in de kampvuurtjes en de vrijheid.

Ook heeft dit toeristisch relatief onbekende land veel te bieden: hoge bergen, grotten, bijzondere rotsformaties, afgelegen stuwmeertjes, landelijke dorpjes, de Donau met zijn eeuwenoude geschiedenis en natuurlijk de hoofdstad Belgrado! Na een flinke rondtocht duiken we uiteindelijk Bosnië in, om nog een weekje in de buurt van de Adriatische kust te verblijven.

In Servië zijn weinig campings, zie hier een aardige opsomming.

♥ Route op kaart: klik hier voor een kaart van googlemaps met de locaties van de door ons bezochte campings (oranje), vrije overnachtingsplekken (paars), bezienswaardigheden (blauw), enkele fijne restaurants (groen) en goede zwemplekken (donkerblauw). Je kan ze aanklikken voor meer informatie.

Rustig aan naar Servië

6 september
Chris: Alles loopt wat anders, dus we vertrekken wat later dan gepland. En na 200 km vinden we het welletjes, we zijn op vakantie en al halen we ons doel “Neurenberg” vandaag bij lange na niet, het doel “Duitsland” halen we wel en bij Osnabrück maken we na een paar fikse zomerbuien een lange nacht op een parkeerplaats, gewoon aan de snelweg.

7 september
Ton: Om 1.00 is Chris wakker, ze vraagt in mijn halfslaap: “zullen we weer gaan rijden”, ik antwoord: “nog één rondje slapen!”
Chris: Om 6.00 precies dan toch echt wakker, het begint net licht te worden. Na het bezoek aan het toilethokje rijden we naar de eerstvolgende koffieplek met sanifair om ons enigszins op te frissen. Ton blijkt teveel geld te hebben teruggekregen: €2 erin en €2,60 terug + een kaartje van €0,70. Ach, zegt hij, misschien was het van de vorige. Ha, ha, het blijkt dat ik vergeten was om mijn wisselgeld te pakken.

We tanken in Bad Hersfeld en kopen lekkere broodjes bij een bakkertje en een rozijnen-kwark-baksel, dat we even verderop opeten. En dan even “opschieten”, na slechts een half uur file bereiken we München, maar daarna is er veel “stockendes Verkehr”.

We besluiten dan vanwege het mooie weer alvast een camping te zoeken, in de buurt van de Chiemsee. Camping 1: geen zon te bekennen, camperplaats 2: alleen toegestaan met een toilet aan boord, camping 3: onvindbaar, camping 4: hutje, mutje, camping 5: file auto’s voor de ingang, Ton gaat alvast kijken en komt walgend terug, we weten ons weer uit de file te wurmen en keren de Chiemsee definitief de rug toe.

Matige camping in het zuiden van Duitsland

Bij het dorp Bergen staan we nu op een camping die wel aardig leek, maar dat niet is.

Irritatie 1: je mag niet zelf een plekje uitzoeken, irritatie 2: de prijs: €23,35 en dan heb je nog GEEN wifi, GEEN elektrisch en moet je apart betalen voor de douche, irritatie 3: we zetten onze stoeltjes in een mierennest, irritatie 4: één van de vele buurmannen staat luid pratend te timmeren en te zagen, irritatie 5: een andere buurman heeft ook zo’n elektrische zaag, nummer 6: treinengeluid, nummer 7: bedenken we ook zo….

Ton: Ja, ik weet hem al: twee mensen staan hun auto te poetsen, en nummer 8: om het kwartier luidt er ergens een kerkklok en op het hele uur: héél veel!
Chris: en heel vals!

8 september
Mijn telefoontje piept en ik kan niet meer slapen, dus om 5.30 zit ik voorin om het prachtige boek van Khaled Houssini: “en uit de bergen kwam de echo” uit te lezen. Als mijn heerlijke tranen zijn opgedroogd, maak ik Ton wakker met koffie en we drinken het samen op, zittend op het bed en kijkend naar onze camperburen, die staand en rokend buiten hun koffie drinken. Ze wijzen naar de voordeur, die volgens hun heel “dreckig” is, en al voeten vegend verdwijnt zij de camper in. Hij plukt de grasjes van het matje en gaat ook naar binnen. Wij vinden hun camper griezelig wit en schoon. Ik heb wel eens van een psychiater gehoord dat een stel elkaar uitzoekt omdat de neuroses bij elkaar passen. Ik ben benieuwd waarom wij elkaar hebben uit gekozen….

Oostenrijkse passen

De douche is goed en om 9.00 rijden we richting Salzburg. Omdat het mooi weer is nemen we niet de Oostenrijkse tunnels, maar de bijbehorende passen: erg leuk rijden zo: mooie huizen met bloemen en houtsnijwerk, bergen, koeien met bellen, veel motorrijders en lekker steil auto-werk.

Dan een stukje snelweg en voorbij Klagenfurt volgen we de gele weggetjes. In Bad Eisenkappel eten we pizza’s. We doen eerst de 1215 meter hoge Seebergsattel, breed asfalt, weer veel motorrijders en in autootjes scheurende jongelui. Helaas voornamelijk door het bos en ook het uitzicht aan de andere kant lijkt niet direct mooi.

Maar dan iets terug: de Paulitschsattel (of op zijn Sloveens: Pavličevo sedlo), iets hoger (1338 meter) en een lekker smal en steil weggetje, veel minder motorrijders en prachtig uitzicht!

Boven op de pas weer een verlaten grenskantoor en aan de Sloveense kant kom je al gauw bij de Logarska Dolina, een hoog gelegen dal: we betalen 7 euro, maar het kan ons niet echt bekoren: door de bomen heb je nauwelijks uitzicht, er zijn veel toeristen en het weer werkt vandaag ook niet mee.

Sloveense survivalcamping

Camping Menina ligt erg leuk aan de rivier de Savinja en er is een eigen zwemmeertje. Behalve een rij nu grotendeels afwezige vaste gasten, zijn er een paar tourders die allemaal aan het meertje staan. Wij kiezen een mooi plekje en ineens zien we dat we bijna onder een kabelbaantje staan. Over de hele camping zijn dergelijke parcours uitgezet.

Even later verschijnen er twee kleine jongetjes met hun grote zus en een instructeur. Hun familie moedigt hen van beneden aan. Het meisje moet eerst, zodat ze aan de overkant haar broertjes kan opvangen en zekeren. Als laatste de instructeur en als ze allemaal over het meertje zijn geroetst, klimmen ze moeizaam in de boom omhoog naar het volgende kabelbaantje. Erg leuk om te zien natuurlijk.
We gaan in het restaurantje zitten, want daar is wifi. Ondertussen laden we wat dingen op, de camping kost €22 incl. elektrisch en de jonge uitbaters zijn erg leuk en vriendelijk.
Als we gaan slapen, denken we dat het al heel laat is, want het is al best lang donker. Het blijkt 21.10!

9 september
Tussen de buitjes door een heel relaxed ochtendritueel, nog even internetten bij de ingang en dan rijden we bij Celje een kloof in. Het wordt donker en de regen klettert naar beneden. De smalle weg tussen de vangrails is best eng, met vrachtwagens die maar net op hun eigen helft blijven. Ik doe sokken aan, Ton houdt stug zijn korte broek aan en inderdaad twee uur later, voorbij Zagreb, schijnt de zon en is het alweer gauw 24°C. Die overgang van slecht naar mooi weer is trouwens heel gaaf om te zien.

“Ons” hazelnootmeertje

Ondertussen zijn we dus in Kroatië beland. Bij een tankstation aan de snelweg blijkt de diesel op, dus we gaan bij Novska van de snelweg af om te tanken en te eten. We bestellen heerlijke muskalica. Het rommelt in de verte, het onweer komt toch niet achter ons aan?

Ja dus, als we even later bij onze geliefde overnachtingsplek “Het Hazelnootmeertje” aankomen, begint het stevig te waaien. Dus voor de zekerheid blijven we op het asfalt. De zon gaat ook al gauw onder en we gaan maar binnen zitten. Dit keer is candy crush ons favoriete spel, dit kun je ook zonder internetverbinding spelen.

10 september
Zwarte eekhoorn, oehoe, specht zijn de dieren die we hier hebben gezien of gehoord. De zon verwarmt alles langzaam weer. We besluiten om niet de snelweg te nemen naar een vrij nieuwe camping in het noorden van Servië.

In een uur of vijf rijden we een kleine 200 kilometer langs vele dorpjes: een rij huizen aan elke kant van de weg afgeschermd met hekjes en muurtjes en ervoor een (droge) sloot met dammetjes. Veel bankjes vanwaar af men de straat (of juist het hekwerk) kan bestuderen. Veel bedrijvigheid, de tuinen en bermen zijn meestal netjes, hele boomstammen worden voor de deur afgeleverd en moeten verder worden verwerkt. Water tapt men uit blauwe brandkranen om het land achter de huizen te besproeien. We zien zelfs stokoude in het zwart geklede vrouwen dit zware werk doen. Ook op het land wordt hard gewerkt, de maisoogst is in volle gang.

We rijden zo’n beetje parallel aan de autosnelweg en gaan bij Tovarnik de grens over met Servië. Lees verder op pagina 2.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie