Sneeuw in Oostenrijk
Vanaf de Bodensee rijden we de Hochtann bergpas op die met slechts 1679 meter hoog geheel sneeuwvrij is, maar dit geldt nog niet voor de omgeving.
We zien zelfs plekken waar lawines zijn geweest. De sneeuw is dan niet glad maar rul, nooit eerder gezien! Dan komen we in Lech, het winterverblijf van onze Koninklijke familie. Net na de Arlberpas zien we een eenvoudige camping bij de brandweerkazerne van Pettneu en we vinden het welletjes voor vandaag. En koude wind weerhoudt ons van het koken van een verrukkelijk maal, zojuist gekocht bij de Billig. Dan begint er een boer te gieren. Als de wind gaat liggen koken we een heerlijk potje met gehakt, ui, paprika, champignons, rijst en sla.
Nog een biertje in de campingkroeg waar de brandweermannen stevig zitten te roken. De serveerster rookt zelf niet, maar vindt dat je mensen het roken niet kunt verbieden. In Oostenrijk zal het vanaf 2018 ook verboden zijn. We stellen haar gerust dat iedereen er na een paar jaar aan gewend is. Ze lacht besmuikt: normaal zet ze het raam open, maar dat is vanavond ook geen optie vanwege de gierlucht. Ze kent het systeem wel dat het in de grond moet worden gespoten, maar ook dat is hier nog geen gewoonte.
24 april
Het salaris is gestort, dus we kunnen nog even wegblijven. Als we na een fantastische douche van de camping wegrijden, bedenken we dat we zijn vergeten om te ontbijten, heerlijk, dat is pas echt vakantie, niks moet!
Kaunertalgletsjer
We rijden richting Innsbrück, Ton bedenkt een leuk zijweggetje en dan zie ik een bord: “Kaunertal”, was dat niet eens een geweldige tip van een collega van Ton, die vertelde over een gigantische gletscher? De panoramaweg blijkt gelukkig ook al open en voor 23 euro mogen we hem rijden. We rijden langs de westkant van een bevroren stuwmeer want de andere kant is nog niet sneeuwvrij gemaakt.
Het gaat nog veel hoger. Na een skistation kunnen we nog verder rijden naar een tweede skistation, de sneeuw ligt ondertussen metershoog langs de kanten van de weg en door het smelten ontstaan er interessante vormen. Bij het hoogste skistation stappen we uit met T-shirts en sandalen. Wat een vreemde wezens zien we hier: dik ingepakte mensen die zich moeilijk voortbewegen op gek schoeisel. Al gauw blijken we zelf de aliens, iedereen loopt zo, tot kleine kinderen aan toe. We eten in het selfservice restaurant halve haantjes met salade.
Met een kabelbaantje kunnen we nog verder, naar een uitkijkpunt waar we drie landen kunnen zien! We doen onze beste bergschoenen aan en nemen enkele truien en winterjassen mee, want we moeten door de sneeuw lopen en daarboven is het vast snijdend koud. Te midden van vele skiërs en snowboarders stappen we boven op een besneeuwde bergpas de Italiaanse grens over, waarschijnlijk is deze windstille warmte uniek in april op een hoogte van 3107 meter. Het Italiaanse dal daar beneden is al ontdooid:
We verbazen ons over de behendigheid van de wintersporters, jong en oud! Pas als we weer beneden zijn vragen we de man, die de skilift bedient, waar nou toch die gletsjer is, nou daar staan we dus bovenop!
Een camping met een kinderboerderij
We moeten dezelfde weg terug nemen en nemen daar nog een klein en smal pasje. In het naastgelegen Pitztal moet aan het begin een camping liggen. Op camping Mountain Camp hebben we nog net een half uur zon, voor zij achter de berg verdwijnt. We bellen met eigenaar Toni en hij vraagt 15 euro onder de telefoon te leggen en de rest wijst zich vanzelf. Volgens een andere campinggast gaat het vriezen vannacht.
25 april
Nou, dat is dus niet het geval, maar warm is anders. Voor de zon over de berg komt genieten we alvast van een warme en onbeperkte douche, de koffie, de kinderboerderij, de leesboeken en het uitzicht.
Rond elven vertrekken we eens van de camping en in het naastgelegen dorpje “Wenns” worden al onze wensen vervuld: goedkoop tanken (€1,12 per liter diesel), een Spar, een bankomaat en een bakkertje. Helaas is daarna de weg naar het Inntall verspert (alweer boomkapwerkzaamheden) en volgen we op goed geluk de moeilijke aanwijzingen van de “umleitung”, maar hebben daar toch wel enige hulp bij nodig. Een half uur later komen we via bergweggetjes toch op de 171 naar Innsbrück, waar we in een winkelcentrum een paar belegde broodjes verorberen. Er is hier wifi en we horen van de zware aardbeving in Kathmandu, waar we vorig jaar om deze tijd waren. We zijn er stil van en allerlei beelden van mensen die we daar hebben ontmoet gaan door ons hoofd.
We rijden de Brennerpas, maar dan naast de snelweg, want we willen geen vignet. Een zoektocht naar een open restaurant en/of camping brengt ons helemaal in Dobbiaco/Toblach, ondertussen dus in Italië beland. Lees verder op pagina 4.