Uitglijer!
We rijden zigzaggend alle haarspelden van de ongeveer 1000 meter hoge Albanese Llogara-pas op, er is een mooi uitkijkpunt en we tappen ergens water uit een bergkraantje. Na Orikum nemen we één van de vele restaurantjes voor een wat steviger maal: risotto’s met salade van het huis.
Vlorë is momenteel één grote bouwput met stinkende open riolen en “waggel-asfalt” (te veel gaten om omheen te rijden).
Overnachting op een prachtig strand
We willen op een ons al bekend strand overnachten aan de andere kant van Vlorë. Tot aan het klooster Zernec ligt er asfalt en dan is het nog 4,4 km hobbelen in de eerste versnelling. Over een enorm halvemaanvormig strand kun je in zijn twee en dan ben je er bijna, zoek de beste weggetjes uit. Als er een nat blubberstuk is, vormen zich zijpaden erom heen. Tenslotte wil een Albanese chauffeur ook wel eens naar dit prachtige strand met mooie rotsen om te vissen of om te…
Als we ons net hebben geïnstalleerd, horen we een zwaar voertuig aan komen, het zijn misschien de vissers met hun bijzondere vistechniek, leuk! Tot onze verbazing zijn het de twee quads, die de vorige nacht ook bij Lukovë aan zee hebben overnacht en die we vandaag ook zagen bij het bezoek aan het kasteel. We praten even kort, een Tsjechische vader en zoon rijden voorop in een overdekte quad, de moeder rijdt erachter. Ze hebben een klein tentje. “Zoek maar een mooi plekje!”, zeggen we gastvrij. Het jongetje klimt handig op de hoge quad om de kampeerspullen aan te geven.
De zon gaat al bijna onder en er komt een wat luxere 4WD-auto aan, vol verbazing zien we dat er een bruidje uitstapt, ze rent met haar bruidegom de rotsen op en snel nemen ze in de ondergaande zon allerlei poses aan, op aanwijzingen van de fotograaf, heel, heel romantisch.
En wij kunnen alleen maar denken: “Wat gebeurt hier allemaal op deze verlaten plek?” Maar het is duidelijk dat meer mensen deze prachtplek kennen.
Geen strooilicht hier!
De sterrenhemel is geweldig, helemaal geen strooilicht hier, op het bescheiden kampvuurtje van de Tsjechen en een vuurtorentje in de verte na. Uiteindelijk zien we 180 graden van de melkweg. Hilarisch is het moment dat we een nieuwe dubbelster ontdekken. Verrekijkers erbij. Het blijkt een bootje op zee!
29 september
Ik wandel naar boven voor een mooie foto van het strand en de omgeving.
De Tsjechen komen even afscheid nemen en we wisselen wat gegevens uit. We sms’en met Spendie dat we morgen komen, we vertalen met ons Albanese woordenboek zijn antwoord: ze verheugen zich op onze komst.
Het snorkelen in de ondiepe zanderige zee is niet veel soeps, bij het busje gooien we nog een fles badwater over onszelf. Dan gaan we bij de rotsen kijken. Ton zegt een paar keer dat hij het eng vindt. Maar de zandrotsen zijn heel stroef en dat bruidje huppelde er gisteren toch ook zo overheen! De vormen zijn echt prachtig:
Even later val ik op mijn billen, toch uitgegleden, daar waar de rosten nat en glad zijn van het zeewater. Polsen, bips en rug wat pijnlijk, maar het lijkt wel mee te vallen. Maar ik durf daar niet meer weg. Ton helpt me, en ach, dan maar natte sandalen, ik stap zo de zee in.
Na een uur hobbelen terug naar (en door) Vlorë, waar de verkeersregels wat Zuid-Amerikaans aandoen, hebben we twintig kilometer afgelegd en stuiven we de snelweg op. Heel komisch stoppen we weer bij een restaurant waar we al eens eerder hebben gegeten, alweer erg lekker trouwens: limoenwijnsaus en champignonroomsaus, zonder de bijbehorende entrecôte, want die is op, maar met schnitzels. Ondertussen raast het verkeer hier op een tweebaansweg voort, maar er wordt hard gewerkt aan een snelweg om Fier heen.
Antiek Apollonia
In Fier volgen we de bruine toeristenborden naar Apollonia en dit is best goed bewaard gebleven. Het werd in 588 voor Christus gesticht en had eens 50.000 inwoners. Oorspronkelijk lag het aan de monding van de bevaarbare rivier de Vjosa en de antieke via Egnatia loopt er ook langs. Het symbool van Apollonia is het bouleutarion. Dit gebouw, wat in de loop van de tweede eeuw voor Christus was gebouwd in opdracht van de hoge officieren van de stad, diende als vergaderplaats van de gemeenteraad van de stad.
Er was plaats voor 160 man in de zaal en bij de inwijding was één van de cadeaus: 25 paar gladiatoren! Helaas wordt het bijbehorend museum net gerestaureerd, er staan nog wat beelden buiten, die mogen we wel nog bewonderen.
Na deze culturele uitstap, rijden we hier naar de zee voor een overnachtingsplek.
In het dorp Topojë moeten we een twintigtal minuten wachten tot een kraanmachinist klaar is met een wegverbetering. Dan stuift het verkeer van twee kanten tegelijk de hoge wal van los grint op, inclusief paard- en wagens, een kudde schapen en diverse scootertjes.
Overnachting bij de watertoren
Bij de zee staat een vreemd ding in de branding, we weten niet wat het is. Verder ligt hier veel afval en is er onlangs een heftige storm geweest: veel bomen liggen plat. Ach, we gaan toch maar ergens hier in het heerlijk geurende dennenbos staan en kijken om de troep, de zwerfhonden, de roestige schommels en de kapotte strandbarretjes heen. En ook op een minder mooie plek kun je soms een heel aardige foto schieten:
30 september
Na het voeren van de zwerfhonden, maken we ons klaar om voor de negende keer een bezoek te brengen aan de Albanese familie in de bergen bij Elbasan die we ondertussen heel wat jaartjes kennen. We bekijken hier eerst een aangespoelde reddingsboot en een mysterieus graf in zee en dan ontdekken we dat het vreemde ding in de branding verdacht veel lijkt op de watertorens hier in de dorpen.
En nu eerst in Fier wat inkopen doen voor de familie straks: wat speelgoed, wat levensmiddelen, en frisdrank en chips voor de kinderen. Lees verder op pagina 7.