Albanië verandert
De grens bij Sagiada / Konispol gaat weer supervlot: aan de Griekse kant is een zwaai met de paspoorten voldoende en aan de Albanese kant verontschuldigt de douanier zich dat hij even een blik in ons busje moet werpen, want hij wordt gecontroleerd door camera’s.
De route naar het pontje bij Butrint gaat snel, bijna alles geasfalteerd nu. Voor het eerst moeten we even wachten bij het pontje want we zijn de vijfde en er kunnen maar vier auto’s tegelijk op!
Dit keer kost de overtocht 7 euro of 1000 lek, dit is veel te duur voor die paar meter varen op zo’n krakkemikkig ding en we krijgen natuurlijk ook geen bonnetje!
In de tuin van het restaurant naast Butrint eten we gegrilde groentes in een heerlijk sojasausje, risotto met grote gepelde garnalen en een stuk vlees voor Ton. Het eten komt niet tegelijk, maar voor slechts 17 euro klagen we niet, hoor!
Even verderop is bij een groot geasfalteerde parkeerplaats een uitkijkpunt op het kasteel van Ali Pasha.
Overnachting met uitzicht op het kasteel van Ali Pasha
Hier begint de toegangsweg naar de plek die we “vissers en veerboten” noemen (we waren hier ook in 2010) Het pad is nog even slecht als zes jaar geleden en dit keer zelfs een tegenligger, we moeten een heel stuk achteruit! Zonder schade (alleen weer wat nieuwe krassen erbij natuurlijk) bereiken we de plek, ondanks twee steile haarspeldjes met losse stenen.
Er lijkt wat meer afval te liggen maar verder is de plek nog steeds heel bijzonder: uitzicht op het kasteel van Ali Pasha, het vlakbij gelegen Corfu, bunkertjes tussen de platanen, bedrijvige vissers in de lagunes en natuurlijk om de zoveel tijd een enorme veerboot die plots opduikt om de hoek.
De vissers hebben hier een nieuwe tactiek: ze leggen al roeiend een rondje netten uit en slaan dan met een stok een tig aantal keren keihard op het water in het midden van het rondje. Of het werkt kunnen we niet goed zien, maar het lijkt alsof ze niets vangen.
Vogelparadijs
De meeuwen op Ali Pasha doen zo nu en dan een wedstrijdje krijsen en de kolonie witte reigers bevindt zich na zes jaar nog steeds op dezelfde plek. We zien blauw-oranje ijsvogels vlak over het water scheren om insecten te vangen. We zien een vogel, hij vliegt net zo onhandig als een eend, met een idioot lange naar beneden gekromde snavel, een ibis? Kortom weer een heel serene avondsfeer met al die verschillende vogelgeluiden. Ook zien we af en toe iets uit het water springen wat een golf van een halve meter opspattend water veroorzaakt.
Een visser komt vlakbij ons vissen met een simpele vissersdraad op een katrol. Hij loopt een heel eind door het moeras, zijn hond heeft geen zin in vieze poten, maar volgt zijn baasje uiteindelijk toch. Als het helemaal donker is, horen we de visser (zonder lamp o.i.d.) weer uit het moeras komen en even verderop zijn voeten wassen. Dan loopt hij het toegangspad van 1,6 km op, terug naar zijn woonplek, die misschien nog veel verder is?
Dit keer zie ik een vallende ster en mag dus onze gezamenlijke wens doen.
Badplaatsje Ksamil
27 september
De klok moest bij de Albanese grens een uur verzet, maar we leven op reis niet op de klok maar op de zon, dus voor ons verandert er niets. We doen onze ochtenddingen en rijden dan (zonder tegenliggers!) het slechte pad weer op.
Badplaatsje Ksamil hebben we eigenlijk nooit bekeken, dus dat gaan we nu eens doen. Er zijn talloze leuke strandjes van opgespoten zand in eigendom van een restaurantje of hotel, dus we gaan eerst leks pinnen.
Vaak kun je bij toeristische zaken trouwens ook met euro’s betalen en staat het bedrag zowel in leks als in euro’s op de rekening. Een politieman wijst ons de weg naar een bankomaat bij de Kastrati benzinepomp. Dan kopen we een leuke Albanese handdoek en een T-shirt voor Ton met de Albanese vlag erop. Bij restaurant “Panorama” drinken we een colaatje, en gaan dan zwemmen en snorkelen. Het is dan wel zandstrand maar er zitten ontzettend veel vissen, erg leuk snorkelen hier!
We hebben honger en eten bij een ander restaurant omeletten met een lekkere kop thee erbij. Ook weer mooi uitzicht hier. Dan bekijken we voor onze pagina over Albanese campings even twee kleine campings op een paar honderd meter afstand van de zee en een campercamping aan zee. En dan nog even het stadje in, waar we boodschappen doen op een leuk pleintje met een vrolijk standbeeld.
Met moeite vinden we nog enkele, nu door struiken overwoekerde, opgeblazen skeletten van gebouwen terug, toen we hier in 2010 kwamen waren het er heel veel en waren ze heel zichtbaar. De overheid had ze toen opgeblazen omdat er geen vergunningen voor afgegeven waren.
Het vlakbij gelegen Sarandë bewonderen we vanaf het terras van Lëkursi Kasteel, erg snel wifi hier trouwens!
Authentiek Shën Vasil
Nog iets noordelijker zien we in het dorp Shën Vasil op het dorpsplein twee restaurantjes. Iet, wiet, waait…, het wordt de linker. Eén tafeltje op het balkon is bezet door enkele mannen. Op het andere staat een emmer sop, een vrouw wil net de ramen gaan wassen. Met een lach laat ze zich wegjagen en dan kijkt de eigenaar om zich heen op zoek naar iemand die met ons kan praten.
Hij fluit naar een man die net met een vijfliterfles olie over het plein loopt. Deze jongeman kijkt nogal gehaast en wil vanaf de straat wel even vertalen, maar dat vindt de eigenaar maar niks. Nee, hij moet even naast ons tafeltje komen staan en uitleggen wat ze hebben: verse vis, kijk maar daar op dat tafeltje bij die mannen, daar staat een kratje vis. Dat hadden we inderdaad al gezien en geroken.
Of we mogen varkensvlees kiezen. En natuurlijk salade en patat. We kiezen het vlees. De vertaler brengt ons nog onze drankjes en neemt dan afscheid. Het eten is heerlijk met een grote Griekse salade erbij en kost ons totaal slechts negen euro!
En natuurlijk leuke tafereeltjes op zo’n dorpsplein. Iemand krijgt autorijles, een man met twee ezels (één met hooi en één met kratjes sinaasappelen), een oude weduwe in het zwart met een gebochelde rug, mannen spelend met kralenkettingen bij de oude boom centraal op het plein.
Overnachting bij strandje van Lukovë
Ton had een biertje bij het eten, dus ik rijd het laatste stukje naar Lukovë, waar een nieuwe asfaltweg naar beneden gaat naar een groot strand links achter een kapelletje. Op het grasveld achter dit strand ligt heel veel afval rondom enkele kleine afvalbakken, jammer want het is een mooie plek onder enkele boompjes. Op het strand zelf enkele strandtenten met verlaten terrassen. Echter rechts is ook nog een klein strand met daarachter een veldje met olijfbomen, een prachtige plek!
We staan eigenlijk heel onopvallend hier, want het duurt best lang voordat een stel met een Duitse camper, dat bij de zee gaat staan, doorheeft dat wij hier staan. We zwaaien even vriendelijk. Twee lawaaierige quads rijden door naar het grote strand. De zon gaat straks in de zee zakken, dus we gaan bij het kapelletje zitten kijken.
28 september
We snorkelen rondom een rotsformatie vlak onder het zeeoppervlak, natuurlijk veel te zien op zo’n plek! We voeren drie waakzame zwerfhonden resten brood, en warempel ze lusten het. Als de campermensen hun hond te eten geven, moeten ze de drie lieve zwerfhonden op afstand houden en zelfs als hun schatje moet poepen, moeten ze hem bewaken.
We vertrekken vlak na hun en op de toegangsweg hebben ze een aanrijdinkje waarbij een bumper van een gloednieuwe personenauto eraf ligt, bedrukte gezichten… Ze rijden even door om ons te laten passeren en gaan dan gegevens uitwisselen.
Bezichtiging kasteel van Ali Pasha
We ontbijten op een mooie plek aan zee met uitzicht op weer een ander kasteel van Ali Pasha, dat we even later voor de derde keer gaan bezoeken. Voor 100 lek p.p. krijgen we zelfs een korte uitleg, er staan informatieborden en er zijn heel summier wat platen opgehangen.
Het kasteel is gebouwd in 1802 met hulp van Franse militaire ingenieurs op een eilandje dat later met een dam is verbonden met het vasteland. Er zijn olielampen, die nu niet branden, maar alles lijkt wel wat lichter. We durven nu zelfs een rondje in de gevangenis te lopen, heel luguber! Op het dak genieten we van het uitzicht.
Nieuwe asfaltweg naar het strand onder de Llogara-pas
We rijden weer verder langs de Albanese rivièra, die we in 2006 en 2008 reden over een onverharde weg, en dan vallen onze monden open van verbazing! Het verschrikkelijke lange en steile toegangspad met losse keien naar het strand onderaan de Llogara-pas, waar we in 2008 en in 2010 hebben gekampeerd, is helemaal geasfalteerd!!! We gaan kijken natuurlijk! Het asfalt is erg breed, met zelfs een brede stoep ernaast met lantaarnpalen. Beneden herkennen we nauwelijks onze plek bij het grotje en alle bunkertjes zijn opgeruimd. Er verrijst een enorm toeristisch complex, er is een rotonde en de palmbomen staan al klaar om in de grond te worden gezet.
We zien een primitief restaurantje, waarschijnlijk voor de werklui alhier. Een enthousiast echtpaar trekt ons mee de keuken in, alwaar een lauwe vrieskist, waaruit we een drankje mogen kiezen. Er staat een pan soep op het fornuis. Het is aardappelsoep vertellen ze, dat willen wij wel. Zelfs de wespen worden bij onze drankjes vandaan gewapperd en met handen en voeten hebben we een heel gesprek. Het is niet goedkoop en ze kunnen ook niet wisselen, dus dan maar een briefje van 10 euro, wel een beetje duur, maar wij zijn wel weer een leuke ervaring rijker.
We willen hierbij iedereen aanraden om gauw een kijkje te gaan nemen in het prachtige Albanië voor het net als de rest van de Middellandse Zee kust is volgebouwd. Wij blijven in ieder geval komen voor de Albanese mentaliteit. Wij ervaren die vaak zo: leven bij het moment, vriendelijk en gastvrij, veel humor en een vrijpostige nieuwsgierigheid. Lees verder op pagina 6.