Home ReisverhalenBalkan, westelijk Albanië najaar 2012

Albanië najaar 2012

door Chris
Albanië najaar 2012

Bosnische tunnels

Chris: De twee vrouwelijke Bosnische douaniers zijn alleraardigst. Ons plan is om o.a. via Sarajevo (tunnelmuseum) een mooie route naar het noorden te rijden om over een paar dagen in Kroatië op de snelweg uit te komen. We tappen fris bergwater langs de weg, doen boodschappen in een bergdorp en krijgen bij de bakker een tweede brood gratis!

Iets over een volgend pasje zitten we nu in een leeg restaurant met luide muziek, oubollige lampjes en een aparte foto van mensen met “hippe” puntschoenen. Helaas heeft de uitdagend geklede serveerster geen ontbijt maar wel pljeske…. Een grote schaal vol, met mayo, mosterd en ketchup, dus smullen maar van die vette hap.

In Gorazde volgen we de Drina en een andere rivier, even zoeken en dan vinden we het begin van de hoofdweg naar Sarajevo: de M5!

Dit is een heel mooi steenslagweggetje door een kloof en door ongeveer 30 tunneltjes. Vroeger was dit een spoorbaan, er zijn nog resten van oude stationnetjes. De tunnels hebben geen licht, zijn soms een halve kilometer lang en natuurlijk doen we een keer halverwege de autolichten uit: aardedonker! Gemiddeld komt er ongeveer 1 auto per dag langs deze weg, overig verkeer niet gezien.

We vinden een overnachtingsplek waar de zon nog een tijdje zal schijnen, maar eigenlijk is het vandaag weer zo heet dat ik in het koele windje ga zitten dat uit een tunnel komt.

Na een fikse wandeling vinden we bij een brug een nog betere plek: je kan hier gemakkelijk afdalen naar de rivier en er is zelfs een geschikte zwemplek. Heerlijk!

Naar Sarajevo

2 oktober
’s Ochtends zien we een slangetje, samen kijken hoe hij langzaam tot leven komt, waarbij zijn kleine tongetje steeds naar buiten schiet, maar het is nog erg kil. Zelfs te kil voor ons ochtendbad.
Al snel zijn we weer in de bewoonde wereld, maar om in Sarajevo te komen, moet je nog wel door een twee kilometer lange tunnel, smal en onverlicht, dus met een stoplicht.

Men is wel al bezig met de aanleg van een betere tunnel. Vanuit het oosten vallen we letterlijk vanuit de bergen Sarajevo binnen en zitten meteen in het centrum! We vinden ook nogal gemakkelijk een parkeerplaats en de parkeerwacht legt uit hoe we bij de mooie moskee komen.

Helaas is die nu gesloten. Eromheen zijn leuke straatjes, van alles is er te koop.

We eten in één van die straatjes en het eten is fantastisch en vers, de Duitssprekende eigenaresse heeft duidelijk plezier in het bereiden van de meest lekkere maaltijden en als het regent praten we binnen nog even met haar. Ze heeft net een prijs van tripadvisor gekregen.

Het restaurant heet: “TO BE OR NOT TO BE”. Het toilet is boven en de trap in deze oude wijk Bascarsija heeft allemaal ongelijke treden. We grappen dat iemand die hier bedient, zo gewend raakt dat hij/zij op een gewone trap zal struikelen.
In de stromende regen en dankbaar gebruik makend van alle luifeltjes en overkappingen, gaan we op zoek naar de paraplu-verkoper. Via allerlei straatjes, pleinen, overdekte bazaars en markten komen we weer bij de auto. We houden niet zo van drukke steden, maar dit was echt heel leuk!

Het tunnelmuseum van Sarajevo

Het beroemde tunnelmuseum ligt aan de andere kant van de stad en staat op bruine borden heel goed aangegeven. Voor 10 marken p.p. krijg je eerst een video te zien, dan een klein museumpje en dan de eerste 25 meter van de tunnel. Tijdens de bijna vierjarige belegering was de tunnel van Sarajevo de enige manier om de stad in of uit te komen, en dat gold ook voor wapens, medicijnen en voedsel. Heel indrukwekkend is het krantenartikel waarin de kleine Amina haar verhaal vertelt, gevlucht door de tunnel, woont ze nu in Nederland.

We vinden vlot de lawaaierige (veel verkeer en vliegtuigen) camping Oaza en moeten onze identiteitsbewijzen afgeven, toch altijd een beetje naar. We mogen wel zelf een plekje uitzoeken.

Er staat maar één camper, later komt er nog één en ’s nachts nog een blauw tentje. In het bijbehorende sombere restaurant staan er veel h.n.-netjes op de kaart: “have not’s”. We eten fantasieloze maaltijden, door een onvriendelijke ober geserveerd. Je begrijpt het al: we vinden het maar niks, dus lopen we nog een rondje om de camping en drinken er nog eentje in een verder leeg restaurant met een Indiase soap op de t.v. Dit is ook nauwelijks enerverend, dus ons advies: ga voor vertier de stad in! Lees maar verder op pagina 13.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie