Home ReisverhalenBalkan, westelijk Albanië najaar 2012

Albanië najaar 2012

door Chris
Albanië najaar 2012

Niet alle wegen leiden naar Theth

Chris: We beginnen eindelijk aan het doel van deze reis: de zuidelijke route naar het door A. den Doolaard beroemd geworden bergdorp Theth: 128 km slechte weg langs de rivier de Kir, een pas over (1212 meter hoog, dus lager dan de noordelijke route en dus het hele jaar “begaanbaar”) en dan via de Shalë-vallei naar Theth.

Via de noordelijke route (pas 1690 meter, totaal slechts 30 km lang), die we al eens eerder hebben gedaan , komen we dan weer in Shkodër.

De route begint bij de prachtige Ottomaanse 13-bogen brug “Ura e Mesit”, ongeveer 5 km ten noordoosten van Shkodër. De naam betekent “de brug in het midden”, de plek waar mensen uit de omgeving bij elkaar kwamen om elkaar te ontmoeten en handel te drijven. Deze brug werd in 1770 gebouwd over de Kir als onderdeel van een belangrijke handelsroute naar Kosovo (goud en andere metalen), andere delen van deze route liggen nu onder de stuwmeren. De brug is 112 meter lang, 3 meter breed en de grootste boog is 13 meter.

Aan de noordwestelijke kant van deze brug gaan we nu verder langs de rivier de Kir. De weg blijkt pas geasfalteerd, dat is nog eens mazzel! En wat te denken van de zebrapaden, die schijnbaar lukraak om de zoveel meter op het asfalt zijn geverfd? Als je uit het ravijn en over de vangrail bent geklommen, kun je tenminste veilig oversteken!

Al gauw vinden we het welletjes en vinden we net na de brug bij “Ura e Shtrenjtë” (hoe spreek je dat uit?) een vlak stukje grond naast de weg, niets bijzonders en al gauw blijken er verscholen in het groen van de steile bergen toch wel wat huizen te staan!

Ballonnen in de schemering

Men is razend nieuwsgierig naar ons, maar ook verlegen. Drie kinderen willen wel contact maken, en zogenaamd “ontsnappen” de geiten. De volwassenen laten de kinderen contact maken, dus al gauw worden de ballonnen opgeblazen. De volwassenen merken dat we gewoon aardig zijn en de geiten worden weer naar binnen gejaagd.

’t Meisje heet Evita en leert al wat Engels op school, de jongens hebben moeilijke namen. Plots scheert één van de talrijke vrachtwagens met boomstammen tegen de gloednieuwe vangrail. De volwassenen kijken meteen of hun kroost nog veilig is. Het maakt een hels kabaal, het meisje legt ook meteen even uit dat via klopsignalen op de vangrail nu berichten kunnen worden doorgegeven. Het lijkt of men in deze vallei de traditionele Malissorentelefoon heeft aangepast aan de nieuwe tijd!

26 september
Een man wenkt ons van boven op de berg en maakt met zijn duim een “drinkgebaar” (waarschijnlijk een uitnodiging voor koffie), ik maak een gebaar terug: “even wachten”, hij steekt 10 vingers in de lucht, okee over 10 minuten komen we!!! Even later lopen we dus het moeilijke bergpad op, we komen langs verschillende huisjes, maar niemand haalt ons binnen. Dan staat er een oude vrouw bij een huisje, ik zeg maar in het Nederlands: “Tsja, we zijn door iemand uitgenodigd op de koffie, misschien de buurman?”

De oude vrouw haalt iemand die perfect accentloos Engels spreekt. Hij weet het ook niet maar we zijn van harte uitgenodigd op de koffie! Nee, dat hoeft niet, we willen alleen beleefd zijn naar de onbekende “uitnodiger” en uiteindelijk lopen we maar weer helemaal naar beneden. Net als we weer bij het busje zijn, zien we de man weer daarboven staan, met zijn drinkgebaar!

Het asfalt stopt bij Prekal

Ton We zwaaien dat we nu weggaan, niet nog een keer die heuvel op, het is al erg warm! We rijden tot Prekal over mooi nieuw asfalt.

koeien op het pad naar de huisjes
man loopt met baal stro
schoven met stro
het asfalt stopt in Prekal

En dan begint “onze” weg naar Theth! Het asfalt stopt! We rijden door een prachtige vallei, met links de mooie rivier de Kir en rechts de bergwand.

Na ongeveer drie kilometer zien we een mooie zwemplek bij een hangbrug.

Het water is heerlijk fris. Dan verder op weg. Na de 10e kilometer hebben we allebei iets van “hmm”, de weg is wel erg slecht, nu dus nog 100 km en het zal er op de bergpas niet beter op worden, we doen ongeveer vijf kilometer in een uur. En het allerbelangrijkste: een lokale Albanees raadt het ons af met dit voertuig: ondanks de vierwielaandrijving te laag op de wielen. En als een Albanees je een weg afraadt, moet die wel HEEL SLECHT zijn!

Jammer, maar verstandig. Ik zwem nog een keer op dezelfde plek, onder toeziend oog van twee wachtende mannen (busje komt zo) en een herder.

Dan terug naar het asfalt bij Prekal.

In Shkodër doen we wat boodschappen en dan hup, naar Engeland. We worden op de Britse camping weer allervriendelijkst ontvangen. Lees maar verder op pagina 9.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie