Home ReisverhalenBalkan, westelijk Slovenië en verder 2011

Slovenië en verder 2011

door Chris
Slovenie en verder

Autopech op de autoput

Ton: Na de snelle Servische grens eerst maar even een dorp in om te pinnen en ook meteen “eventjes” eten. Maar helaas de pin kent geen “maestro” en een restaurant is er niet dus we gaan door naar Mitrovica, 10 km verderop. Via allerlei straten en nog een paar zien we eindelijk een bankomaat en het pinnen lukt ook nog. Daarna zien we de ene bankomaat na de andere. Als we willen parkeren om een restaurant te zoeken, blijkt dat we ergens een winkel moeten zoeken om een parkeerkaartje te kopen… Maar waar? We vinden buiten het centrum een pizzeria maar na het parkeren blijkt dat dit al een jaartje of zo gesloten is. Nou, dan maar terug naar de snelweg, nog 10 km en we eten bij Motel Uzelac. Wanneer we binnen zitten begint het te hozen.

Chris: en te onweren, op de w.c. word ik nat van de binnenvallende regen. De auto’s op de autoput rijden heel langzaam. Na een kwartiertje is de bui weer over en komt de salade.
Het wordt snel donker en we moeten nog langs Belgrado om op ons plekje aan het Spiegelmeer te kunnen overnachten:

Rondweg om Belgrado?

Het lijkt of de rondweg om Belgrado klaar is en we buigen af naar het westen. Helaas is het een drukke autoweg en halverwege begint de route, aangegeven door snel jagend vrachtverkeer, ingewikkeld te krullen. De volgende keer maar weer gewoon de snelweg dwars door Belgrado nemen, dat gaat vooralsnog veel sneller!

Op de plek bij het Spiegelmeer waait het enorm, het zand waait op en de wind is warm. Binnen in het busje loopt de temperatuur al snel op tot 27 °C, dus één deur open, in de luwte. In het huisje met het rode dak, zo’n 300 meter verder aan het meer, is een feestje gaande, de windvlagen brengen het geluid van opgewonden mannen mee. Na een dik uur rijden twee auto’s langs en is het stil.

20 september
De wind is gaan liggen en het regent. We werken ons ochtendritueel rustig af als het droog wordt. In een dorp organiseren we de bad- en drinkwaterflessen opnieuw en een juffrouw van de winkel brengt ons nog een fles drinkwater na, er was iets misgegaan bij het afrekenen.

Weer op de autoput bij een benzinepomp met hotspot mailen we enthousiast familie en vrienden dat alles zo fijn is. Ik rij verder en we zien een ongeval op de andere kant en ik hou iets in. De motor doet raar, maar dat doet ie wel vaker als de cruise control lang aan staat. Ik zet de cruise control uit. Wacht eens, die stond helemaal niet aan! Wat ik ook doe, de motor is afgeslagen en de auto komt langzaam tot stilstand, half op de rechter rijstrook en de schuine berm.

“Autoslep”

Knipperlichten aan. Ton doet het gele vestje aan en zet de gevarendriehoek op de rechter baan. De autoput is hier recht en gaat licht omhoog, daarom zijn er tijdelijk drie banen. Het verkeer ziet ons ruim van te voren.

Een politieagent komt vanaf de andere kant lopend naar ons toe. Hij is op weg naar het ongeluk en komt vragen of wij daarbij betrokken zijn. Nee, wij staan hier geheel toevallig. Hij zegt dat hij “autoslep” gaat regelen maar dat hij uiteraard nu eerst naar dat ongeluk gaat. Vijf minuten later komt er een man van een gele sleepauto ook vanaf de overkant bij ons kijken. We hebben natuurlijk al op het brandstoffilterknopje gedrukt maar dat had nu helaas geen effect. Ook hij verzekert ons dat er zo een sleepwagen komt en dat hij nu eerst naar dat ongeluk gaat.

Na een half uurtje komt er inderdaad een mercedes sleepauto, we worden omhoog getakeld en rijden mee tot aan de volgende afslag Ražanj/Deligrad. Bij het tolpoortje moeten we dus twee kaartjes afgeven, de onze ligt nog in ons busje en Ton klimt omhoog.

Vlakbij is een garage, de auto eraf en een puber komt aanlopen en rijdt hem via het hellend vlak de garage in. Hij haalt de bocht net niet, maar de mollige puberzoon kan al startend op de startmotor de auto heuvelopwaarts terugrijden. De accu is nu dus leeg. We hebben eerlijk gezegd op dat moment weinig vertrouwen in deze hele situatie. Er wordt een computer in ons busje ingeplugd, de puber helpt, na het bekende pubergemopper, zijn vader met de instellingen. Volgens de computer is er een probleem met de brandstoftoevoer.

Lummelen en balen

De komende anderhalf uur lummelen we wat rond in en rond de garage, het miezerige weer verstevigt onze stemming.

Er is ook nog een opa die wat Duits spreekt, de oude baas, die stevig doorrookt ondanks bronchitisklachten, vertelt dat ze het nog één uur gaan proberen. Want als er een nieuw onderdeel besteld moet worden is dat heel erg lastig in dit land voor dit merk: toyota. Doorrijden naar Griekenland is wat dat betreft handiger.

Na acht uur wachten/drentelen/lezen/regen/stoeltjes verplaatsen in/bij de garage (gelukkig met toilet) en telefoontjes met de ANWB, hun Servisch sprekende tolk belt ook met de garage, is de stand als volgt: een nieuwe brandstofpomp kost 1600 euro! en moet overgevlogen worden vanuit Nederland naar Belgrado (180 km vanaf hier). Dus de garagemensen proberen nog tot morgenochtend 10 uur te repareren om de kosten voor ons te drukken. We mogen op kosten van onze reisverzekering in een niet al te duur hotel overnachten.

De opa, 62 jaar, zeer ervaren monteur, socialist, Tito-fan, helpt zijn zoon in de garage. Hij zal ons naar een hotel brengen, maar voor het werkelijk zover is, zijn we weer een uur verder en gaat anders dan we denken: er komt een oude auto op een sleepauto, een jongeman rijdt hem eraf, de auto start moeilijk en wij moeten er in gaan zitten met onze verzamelde spulletjes. Hij brengt ons over de snelweg zo’n 15 km terug naar de afslag Paracin maar moet eerst een flesje cola kopen. Daar zitten we dan, opgescheept met zijn rinkelende telefoon. Gelukkig start de auto nu wel en het hotel blijkt 50 meter verder. Waarom kon hij dat flesje niet op de terugweg kopen?

Afhankelijkheid ervaren

In het hotel leggen we onze spullen in een kamer en omdat we ondertussen rammelen, vragen we waar we kunnen eten.

Een Duits sprekende vriend van de hoteleigenaar vertelt dat er een restaurant vlakbij is, maar omdat het regent zal de hoteleigenaar ons brengen. De man, korte broek, geitenwollen sokken in sloffen, brengt ons, alweer in een stotterende auto, via een modderpad met regenplassen, naar de achteringang van een restaurant aan de autoput. Daar vraagt hij aan een man in een geel vestje of die hem wil bellen als we klaar zijn. Wat vriendelijk! De gele vest brengt ons naar het restaurant en vraagt de ober hem een seintje te geven als we klaar zijn.

Iedereen in het drukke restaurant kijkt, hoort en verstaat, wij gissen slechts. Ton voelt zich even een schooljongen: bel je even als we hem weer op moeten halen?
Het grote voordeel is dat we nu een biertje kunnen nemen bij het eten en op een lege maag worden we meteen vrolijk! Wat een rare situatie hebben we nu weer bij de hand! Zonder auto ben je erg afhankelijk van anderen, en daardoor maak je weer heel andere dingen mee…

Het eten in dit chauffeurscafé is erg lekker, pittige Mućkalica (streekgerecht uit Leskovac) en Shopska salade. Twee mooie dames vervelen zich achter de bar, de rest is aan het werk.
Het terugbrengen gaat inderdaad zoals we hadden verwacht en we slapen lekker op een iets te hard matras.

Een Servisch hotel

21 september
We bekijken de hotelkamer eens goed en bijna alles functioneert wel maar vraag niet hoe. Het uitzicht is een tikkeltje deprimerend en iets bestellen vrijwel onmogelijk.

Na een Servische koffie in de hal bij de trap en de televisie krijgen we verder niets, geen ontbijt, geen tweede koffie. De man gaat boodschappen doen en omdat dat wel vaker gebeurt als er even niets in huis is, wachten we lang, maar ondertussen is hij al lang weer terug. Geen probleem, vlakbij is immers het wegrestaurant waar die jongen gisteren cola kocht. Maar ja, als je ontbijt bestelt loop je ook niet zomaar weg. Als we overtuigd zijn dat er niets meer komt gaan we naar de buren.

Ze hebben hier in ieder geval lekkere broodjes en wifree! Het testen en repareren van de auto gaat nog wat langer duren: tot 14.00! Ze zullen ons ophalen, dus we halen onze spullen en nestelen ons enkele uren aan een tafeltje. Het gaat tot 16.00 duren, maar om 17.00 is er nog niemand geweest. De hoteleigenaar duikt regelmatig even op en we vragen hem te bellen. Okee, over 10 minuten. In een barrel van een gele sleepwagen worden we opgehaald. Onze auto is gerepareerd en klaar!

We kunnen het haast niet geloven! Bij het tolpoortje moeten we uitstappen en over de vangrail klimmen, de sleepwagenjongen zegt: “maestro”. We stappen uit met onze tassen, wat is dit nu weer? Kunnen we hier pinnen of zo? Maar goed, “maestro” of “chef” wordt vaak gebruikt voor de baas, dus de baas van de garage komt ons ophalen in ons busje! Hij rijdt goed!!!! In de garage doe ik de motorkap omhoog en vraag ze uit te leggen wat ze gedaan hebben.

Een wonder!

Ze hebben de pomp gerepareerd en het is een “wonder” dat het gelukt is! We moeten met de garagebaas een testrit op de autoput maken, de auto klinkt fijn, stottert niet, start onmiddellijk etc.
Bij de benzinepomp die we ondertussen van haver tot gort kennen, is een bankomaat. We hadden al wat gepind maar geen idee wat het gaat kosten. De baas belt met zijn vader, die zegt dat hij de rekening nog moet maken, we moeten maar even koffie drinken. Even later belt hij terug, de man schrijft op een briefje: 950.000. Help, hoe zit dat nu met die nullen? Zo staat er 9500 euro, dit moet dus 950 euro zijn (ongeveer twee keer zoveel als we verwachten) of 95 euro, maar dat is belachelijk goedkoop.

Met behulp van een briefje van 1000, dat is ongeveer 10 euro, maakt hij duidelijk dat dat 95 briefjes van 1000 zijn. Ton belt ondertussen met de ANWB en die zegt dat dat bedrag toch wel kan kloppen omdat er toch een nieuwe pomp inzit!!?? We pinnen alvast maar weer. En terug in de garage vertelt de oude man in gebrekkig Duits dat hij vanmorgen een tweedehands pomp van een toyota uit Belgrado heeft gehaald! Aha, nu snappen we het. We betalen en nemen handenschuddend afscheid. Ze vragen of we op de terugweg nog even langskomen? We zeggen dat we nu weer veel vertrouwen in de auto hebben.

Feestje!

Ondertussen schemert het en we rijden voor de zoveelste keer terug naar afslag Paracin, waar we een groot parkeerterrein zagen om te overnachten, vlakbij het hotel dus. We weten hier immers een gezellig restaurant.
Met de zaklamp lopen we naar de achteringang van het restaurant aan de autoput. Aldaar zien we verbaasd dat de hele bemensing is gewisseld, zelfs de man met het gele vest is niet meer wat hij geweest is, een andere ober, kok, dames achter de bar. Uiteraard zijn ook de etende chauffeurs gewisseld, we genieten van een groep Turken, waarvan er één skypet met zijn vriendin, hij proost steeds met haar en roept lieve dingen.

Dan zien we een muis lopen, als enige vrouwelijke gast in het restaurant begin ik te roepen en te wijzen en de Turkse chauffeurs stoppen heel schattig hun broekspijpen in hun sokken.

Aardige politieagenten

Terug bij het busje slapen we vanwege de hitte met de zijdeur open, we staan tegen een boswal. We worden gewekt door twee politieagenten die met een zaklamp in ons gezicht schijnen en veel praten waaronder één verstaanbaar woord: “criminal”. Omdat we versuft door de slaap nog nauwelijks reageren doen ze zelf onze deur maar dicht. Als we wat wakkerder zijn geworden moeten we lachen: wat crimineel van deze agenten om hun sigarettenrook in onze gezichten te blazen, maar we moeten wel toegeven dat je op zo’n plek beter niet met de deur open kunt slapen….

22 september
Vroeg en een beetje katterig wakker, gisteren toch een beetje teveel feestgevierd, blij dat we waren dat ons busje het weer doet. Vrachtwagens starten vanaf 6 uur, we dutten nog wat en om 7.40 er echt uit, een natte lap en naar de koffietent. Het weer wordt de komende dagen veel beter dus die twee regendagen hebben we eigenlijk heel nuttig (en saai!) besteed. We hebben zelfs beiden al een boek uit deze vakantie.

We rijden verder en bij Niš begint het tweebaansgedeelte, gelukkig is het erg rustig, slecht één enge inhaalactie van twee idioten die ons pal achter elkaar inhalen.
De grens naar Macedonië is nog nooit zo snel gegaan, we hoeven niet eens uit te stappen, ze kijken zelf wel even achterin. Lees maar verder op pagina 7.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie