Na een aantal keer op weg naar Albanië door Bosnië te zijn gereden, zijn we ook een beetje verliefd geworden op dit prachtige land met haar vriendelijke bewoners. Dit keer willen we er dwars doorheen! Van de lieflijke riviertjes bij Sanski Most naar het oorlogsverleden van Sarajevo.
We willen ook weer langs de Nederlandse camping met hospice in het noorden van Albanië, die deze winter in een opvanghuis veranderde na de verwoestende overstromingen die dit deel van Albanië troffen. Mensen die al niet veel hadden, hadden nu ineens niets meer. We verzamelden heel wat kleding en dekens en brachten dat naar een verzamelpunt in Dokkum:
We gaan ook weer met ons 4×4-busje een aantal onverharde routes door de schitterende en zeker niet toeristische Albanese bergen nemen en hopen dat we niet door sneeuw of ander ongemak tegen gehouden worden.
In mei hebben we een afspraak met onze Albanese vrienden om de beenprothese van de 63-jarige Tsjammie terug te brengen die in Nederland gerepareerd is. En de bijzondere plek bij de warme bron in het zuiden van Albanië willen we nogmaals bezoeken en dan via een mooie route door Noord-Griekenland en de vlotte autoput weer terug naar Nederland.
Naschrift: We zijn sinds 29 mei 2011 weer gezond en wel thuis, Sarajevo hebben we nooit bereikt en de laatste dagen hebben we vanwege aanhoudende regen in een zonniger deel van Griekenland doorgebracht.
Via Zagreb naar Bosnië
28 april
Chris:
We vertrekken om 20.00 en rijden elk 2 keer een uurtje, om middernacht arriveren we bij een Middeleeuws kerkhof met kerkruïne te Alt-Rhoden, helaas pal aan de autobahn zodat ons slaapcomfort iets getemperd wordt door het voortrazende verkeer.
29 april
We genieten in een waterig zonnetje van de gele koolzaadvelden en bekijken de oude graven, de oudste die we kunnen ontdekken is van 1671, geboren in 1633. De letters worden achter elkaar aangeplakt, allemaal ongeveer even groot, van woordafbrekingen hadden ze toen nog niet gehoord.
We zien boven een poort 13 figuren (12 apostelen en Maria of de 13e apostel Paulus?), ze krijgen de Heilige Geest uitgestort via een duif, geflankeerd door de versterkende symbolen van een grappig grijnzende leeuw en een panter.
Om een uur of 10 vertrekken we om lekkere Duitse bolletjes te kopen in het naastgelegen Rhoden. Al vrij snel doen we ergens een dutje in een bos, dit doen we wel vaker op de heenreis. Dan een wandelingetje naar een heuveltop en een lekker etentje in een vriendelijk restaurant in Rütschenhausen. Over de eerste 200 km van de dag doen we bijna net zo lang als over de volgende 650 km!
Rustig overnachten in Oostenrijk
Ton: Bij de afslag Paternion/Feistritz in Oostenrijk gaan we van de snelweg af en vinden een rustige en donkere parkeerplaats. ’s Nachts komen er hooguit twee auto’s langs. Wat een verschil met gisteren.
30 april
7.30 wakker, koffie, poedelen, plassen, broodje etc. en dan op weg. We nemen de Wurzenpas en komen zo in Slovenië. Bij Planica zien we een hele hoge skischans waar we koffie met bosbessen- en appeltaart nemen.
In Slovenië is alleen een brug nog niet klaar, dus een klein stukje tweebaansweg. Tot onze grote verrassing en verbazing is de rest helemaal klaar. Vorig jaar werd er nog heel hard aan de nieuwe snelweg getimmerd. Knap werk! We komen dus heel snel bij de grens met Kroatië, die we ook snel passeren. We bellen Tanja dat we er aan komen en rijden per ongeluk in één keer goed naar haar huis. De parkeermeter spuugt al het ingeworpen geld weer uit dus dan maar zonder parkeerkaartje. We bellen aan en na twee zoem-deuren en drie trappen staan Tanja en Mara ons op te wachten. Het weerzien is weer erg leuk. We geven Mara haar verjaardagscadeau alvast, binnenkort wordt ze 1 jaar.
Chris: Zagreb uit gaat ook gemakkelijk, maar van de snelweg naar Sisak is nog maar een paar kilometer klaar. Als we op een doorgaande weg rijden zegt Ton: “Dit is zo’n weg waar meestal een restaurant is” En 1 seconde later: inderdaad!
We bestellen “naravni odrezak”, dit blijkt een dunne maar taaie lap vlees en “ražnjići na roštilju”, geroosterd varkensvlees op stokjes, lekker!
Kroatische gastvrijheid
Aangezien we Sanski Most toch niet meer gaan halen kunnen we hier wel ergens een plekje zoeken. We rijden een zijweggetje in en na een gehucht zien we een ruïne met een pas gemaaid grasveld erachter. We vragen een boer op een trekker, een dame met een blaffende hond en een grasmaaiend echtpaar of we daar mogen overnachten en moeten de raki alweer afslaan. Morgen zullen we kaas gaan krijgen van de moeder van de laatste vriendelijke meneer.
Weer op de plek schieten twee reetjes weg uit het kreupelhout naast de ruïne, erachter is een boomgaard. Er komt een man op een scooter even kijken, hij rijdt zogenaamd door en komt na één minuut alweer terug. Een andere man op een trekker maakt een praatje met ons in het Engels. Het wordt nu snel donker en vlakbij is een lantaarnpaal met er omheen vliegende vleermuizen.
1 mei, dag van de arbeid
Tijdens de koffie: “Ton, doe snel je kleren aan, we krijgen bezoek!” De aardige meneer van gisteren komt met een dienblad aanlopen langs de hond van de buurvrouw die onmiddellijk aanslaat (handig zo’n deurbel!), we krijgen een goedemorgenlach en een overvloedig ontbijt! Wat geweldig!
Koffie hoeft hij niet en we mogen het dienblad straks wel terugbrengen bij zijn moeder die aan de overkant woont. Dit doen we even later en geven Hollandse koekjes en dropjes om toch iets terug te kunnen geven. Deze vrouw heeft een ecologische kaas- en worstmakerij, alles is 80% ecologisch (geen idee wat we ons daarbij moeten voorstellen).
De route verder naar Bosnië gaat langs een laag pasje en vele vervallen houten huizen met houtsnijwerk, af en toe is er nog één bewoond. Bij Novi Grad is de grens. Lees maar verder op pagina 2.