Puberparade
Ton: Ten zuiden van Shkodër volgen we de bordjes met “Camping Albania”. Als we aankomen zoeken we een plekje in de zon naast andere Nederlanders. We ontmoeten Joshua en later Dick en Helène. Helène vertelt dat de goederen uit Huizen (en dus ook uit Raard bij Dokkum) alleen in januari zijn aangekomen. Via ” Max maakt mogelijk” hebben ze nu een busje met lift voor rolstoelen. Ze hebben een drukke tijd gehad. Bij ons busje laden we wat batterijtjes op.
11 mei
Chris: We praten met twee buurmannen op motors over spannende routes in Albanië. Op een gegeven moment zeg ik (over de Zwarte Drin route) dat er bij de eerste zijrivier een kampeerplek is. ” Is daar dan een restaurant of zo?” vraagt één van de mannen? “Nee, een vlak stukje, om je tent op te zetten”. We hebben ook contact met twee busjegangers, een beetje zoals wij maar ze houden meer van cultureel.
In Bushat pinnen we, een bewaker op een stoel naast het apparaat gaat beleefd even staan. Er komen twintig briefjes van 1.000 uit. Doordat we de afslag naar Pukë niet meteen vinden (volg Vau Dejes) komen we vlakbij Shkodër in een restaurant terecht aan de snel stromende en enorme watermassa’s verplaatsende Drin, waar we iets van de grill eten. De route naar Pukë is saai (na de mooie route van gisteren) maar er ligt goed asfalt en het schiet lekker op. Bij een brug slaan we af naar Gjegjan. De kwaliteit van de weg lijkt hier omgekeerd evenredig met de schoonheid van het uitzicht.
Bij een dorpje met hangbrug voor voetgangers wordt iets op twee ezels geladen. Plots zakken we een halve meter in de diepte, een wegverzakking, stond niet goed aangegeven.
George, Antonio, Anita en de mercedes-man
Ongeveer 13 kilometer na de afslag staan we nu bij de rivier. Ton heeft hiervoor even een richel zand weg geschept met het poepschepje. Er komt een vrachtauto door de rivier.
Een 18-jarige jongen met twee koeien komt even buurten. Hij heet George, even later komt zijn 14-jarige broer Antonio erbij. Dan nog een neef. We praten met behulp van het woordenboek, drinken cola en zij zijn helemaal enthousiast over onze iPad. Ze vertellen dat ze wel naar school gaan maar dat ze daar niets leren omdat de leraar dronken is en in slaap valt. Ze leren weinig Engels in ieder geval.
Ondertussen komt er een tankauto aan, de mercedes-chauffeur is erg trots op zijn auto en legt een waterslang in de rivier, trekt een motortje aan en zegt dat het zo’n half uurtje duurt en dat hij het drinkwater vervoert naar het bergdorp Kimëz.
Na een tijdje nemen we afscheid van de pubers en zeggen dat we ook een beetje privacy willen. Dan komt de zus Anita ook nog even kennis maken, zij is 20 jaar en wil psychologe worden. Nog een jongen erbij. We nemen maar weer eens afscheid. Maar dat duurt nooit lang. Antonio komt alweer een zak fruit brengen van zijn moeder.
We hebben net een bruine roofvogel gespot op de rotswand en hij wil ook wel even door de verrekijker kijken. We geven hem een potje Hollandse drop mee voor zijn moeder. Het laatste half uur is er niemand langs geweest, ook wel eens lekker. Antonio komt nu langs met twee andere jongens, een nieuw kleintje erbij, of we met de bal komen spelen. Nee, gaan jullie maar lekker zelf. En ach, daar komen er alweer drie. We gaan achterin het busje zitten en doen de gordijnen dicht. Nog even borrelen en dan lekker slapen.
De eerste Albanese snelweg!
12 mei
Om zes uur al wakker en we kunnen de slaap niet meer vatten. Laten we dan maar, voordat die pubers wakker worden, gaan rijden! Bij een mooie stopplek: koffie en ontbijt! Beneden in de diepte ligt een moeilijk te bereiken boerenbedrijf aan de rivier.
De route is soms prima en soms slecht. Na een pas zien we de bezienswaardigheid van vandaag: de Albanese snelweg! en bij een afslag gaan we naar links zodat we bij Reps de snelweg op kunnen. Plots dan toch superglad asfalt en het is nog maar 57 km naar Kukës.
Bij de Kastrati-benzinepomp werkt een Brits sprekende ADHD’er en we eten er omeletten en gebakken kaas, de volgende keer moeten we beslist naar hem vragen, zodat hij weer even zijn Engels kan praktiseren. Een bus met pubers (ja, alweer!) bezoekt deze benzinepomp aan de snelweg en ze beschouwen het inderdaad als een uitje, de meesten hebben zoiets nog nooit gezien en maken driftig foto’s op hun mobieltje.
Dan een tunnel van 5,8 kilometer, mooi verlicht met blauwe, groene, gele en rode lichtjes, Albanezen houden van kleur, dat zie je ook aan hun huizen en kleding.
In Kukës doen we boodschappen en vinden we vlot de weg naar Peshkopi.
Lees maar verder op pagina 8.