Takkenhuisje en rakivrouwtje
Chris: Bij de Bosnische grens moeten drie keer de deuren open en blikt er iemand naar binnen, alles wat ze vinden: geen beenprothese. Als we een broodje worst eten komen we erachter dat we de verkeerde rivier volgen en keren terug naar Novi Grad waar we ook meteen even pinnen en goedkoop tanken.
Vlak voor Sanski Most, de stad aan negen rivieren, gaan we via de dorpen Donji en Gornji Kamengrad bij Faitovci naar de met een bordje aangegeven Bliha waterval, via een kort maar steil en smal weggetje bereik je een parkeerplaats en dan is het nog een korte maar steile wandeling, het laatste gedeelte over glibberige paadjes omdat de 57 meter hoge waterval de grond constant vochtig houdt.
Het is heel erg mooi en waar komt al dat water vandaan? We klauteren weer omhoog en werken aan onze conditie, boven bij het busje barst er net weer een klein buitje los.
Voorbij Sanski Most gaan we richting grotbron Pecina Dabarski (het begin van één van de negen rivieren) en waar je voor die grotbron rechtsaf moet gaan wij rechtdoor. De weg is heel smal gedurende drie kilometer. We laten een man die een beest ronddraait aan een spit in zijn tuin een foto zien van een op google earth gevonden picknickplek aan een groene rivier. Dan moeten jullie hier rechtsaf, ongeveer 1 km en dan voorbij de zandhopen en dan naar rechts. We komen op de bewuste plek en vanwege de dag van de arbeid en/of de zondag is het er druk met picknickende families, drinkende groepjes met gitaarmuziek en spelende kinderen. Te voet vinden we een afgelegen plek bij een andere brug.
Takkenhuisje dus
Een nadeel is dat de brug veel lawaai produceert als er een auto over heen gaat dus als er een familie vertrekt vanaf een stenen huisje aan de rivier, gaan we daar staan nadat we hun neergelegde takken even opzij schuiven. Omdat Ton moeite heeft met het onthouden van buitenlandse plaatsnamen noemen we deze plek “takkenhuisje”.
2 mei
Er leidt een trappetje de rivier in en we gaan daar badderen op de onderste trede, eronder zink je meteen 30 cm diep weg in de zachte bodem.
We volgen de vier kilometer lange geasfalteerde toegangsweg naar de grotbron Pecina Dabarska en dan nog één kilometer smalle steenslagweg met een parkeerplaats en een haarspeld, vanaf hier vinden we het pad te slecht. De bron van de Dabar ligt zo’n 50 meter lager en een pittige wandeling volgt, op het brede pad is het misschien een kilometer, maar er zijn shortcuts, glibberig en steil.
Er is een grote grot waar soms ook water uitstroomt en een kleinere grotopening waar heel veel water met kracht uitstroomt, hier maakt een huisje met een sneldraaiend waterrad gebruik van. De omgeving is prachtig, het zonnetje komt erdoor en we lopen terug over het brede pad.
In het centrum van Sanski Most willen we wat eten, we rijden langs de markt en een moskee maar verlaten de stad alweer zonder een restaurant te zien.
We volgen nu de oostelijke Sana oever richting Ključ, bij Banja Ilidža blijkt het openluchtzwembad met mineraal water pas eind deze maand open te gaan.
En rakivrouwtje dus, supergastvrij!
Even verderop volgen we de Kozica-rivier via een onverhard gatenweggetje met regenplassen. Bij een brug met uitzicht op een paar boerenhuizen en wat wasgoed strijken we neer.
Binnen no-time zitten we op onze hurken raki te drinken. Een ADHD-vrouw heeft de raki verborgen onder haar trui zodat de moslimburen het niet zien en we moeten beslist mee komen naar haar huis voor de lunch! Ze is zelf ook moslim maar niet zo streng.
We mogen overal in haar eenvoudige en scheefgezakte huis rondkijken, het is bloedheet, de oven staat aan. In een zijkamer hangt het spek te drogen aan de muur, twee kleine slaapkamers zijn gevuld met bedden. Ze fluit uit het raam om de op het land werkende familieleden te roepen. Er volgt een heerlijke, gezellige lunch als ook de schoonzoon met vrouw en zoon van de akker terugkeert. Soms zijn woorden overbodig om elkaar te begrijpen! Er is soep gevuld met vlees en darmen en een kaas-melk-gerecht, Ton noemt het “pizza”, vooral de korst is zalig!
We wandelen de berg op, veel boerenbedrijven en bedrijvigheid. Zo’n boerenbedrijf bestaat uit verschillende gebouwen, vaak zie je een piepklein woonhuis met een groter nieuwer huis ernaast, evt. in aanbouw. Met de schuren en bijgebouwen gaat dat ook zo, er wordt iets nieuws gebouwd maar het oude kun je ook nog wel ergens voor gebruiken. We lezen wat bij het busje en lopen ’s avonds naar een mooi gebied met bronnen en molenhuisjes.
We zijn net voor het donker terug en gaan met de kippen op stok.
Het voelt hier al heel vertrouwd!
3 mei
We herkennen al heel wat mensen: de man met het lange gezicht brengt zijn drie koeien, waarvan er één zwanger is, weer naar de wei. We herkennen de koeien zelfs al, ze wonen bij de stoeiende kinderen verderop. De man op de fiets brengt de twee zwarte paarden weer weg, gisteren in de schemer kwamen er ineens twee paarden langs hollen met een hele tijd later die man op de fiets. De man met de bochel rijdt nu op een trekker en de oudere vrouw scharrelt rond bij de buren, waar het zo heerlijk naar koeienstal ruikt.
Het zonnetje komt wat door, we bedanken deze plek en rijden de gravelweg weer terug langs varkens, kippen, koeien, graanvelden, groentetuinen en druivenoverkappingen met gezellige zitjes eronder. Na ongeveer negen kilometer komen we weer bij de rivier de Sana. Lees maar verder op pagina 3.