Hoog water
Chris: Peshkopi is zo’n charmant Albanees bergstadje met een regionale functie, dat wil zeggen: veel winkels en dan met name bruidsjurkenwinkels.
We vinden er een restaurant, Chris twee bordjes macaroni met kaas, Ton vier köftes, drankjes erbij en nog geen vier euro armer verlaten we dit snacktentje weer. We kunnen er weer even tegen. En we zijn weer klaar voor de volgende onverharde bergroute van zo’n 70 km!
Na de slechte asfaltweg gaan we bij Çerenec het avontuur weer tegemoet. Na een uurtje op deze zeer hobbelige route hebben we al zo’n 10 km afgelegd en arriveren we om 19.00 op een mooie overnachtingsplek gevonden via google-earth. Je kan niet alles plannen maar dit blijkt in tegenstelling tot de vorige drukke plekken een rustig paradijsje en we maken voor de eerste keer deze vakantie een kampvuur. Toch wel gezellig en leuk op zo’n plek, hout zat ook. Plots hoort Ton dat de rivier meer geluid maakt, we lopen erheen en het water komt langzaam hoger. Het stijgt een halve meter, dit blijft een uurtje zo en dan zakt het weer langzaam. Verderop is een Macedonische stuwdam en de sluizen zijn even opengezet.
14 mei
Ton: We worden wakker van de zon. We hebben een rustdag dus geen idee hoe laat het is. Na de koffie en een broodje ga ik als eerste me lekker opfrissen in de rivier. Het is wel erg fris maar goed te doen. Chris maakt de “goeiemorgenfoto” net als ik mijn haren natsplets.
We leggen al het beddengoed buiten op struiken, lekker luchten en we vervangen al het wasbare. We gaan lekker in het zonnetje lezen. Dit gaat een heerlijke luie dag worden! Chris gaat verderop een paar foto’s maken.
Een aardbeving en het water stijgt!
Plots hoor ik een soort gebrom en voel mijn stoel heen en weer gaan. Een kleine aardbeving! Chris heeft het lopend niet gemerkt. (Thuis zoeken we op internet en aan de tijd die op de foto’s staat vermeld weten we dat het deze aardbeving van 4,1 op de schaal van Richter moet zijn geweest in het naastgelegen Macedonië)
We lezen nog even. Als het te heet wordt in de zon gaan we onder de klep van het busje zitten in de schaduw. Chris maakt een lekker mosterdsoepje. Het geruis van de rivier begint weer. De sluizen staan weer open dus. Het water komt met grote snelheid en komt veel hoger dan gisteren. Chris vertrouwt het niet en wil alles inpakken en hogerop gaan. Ik zeg: “Ach, rustig maar, het valt wel mee!” Maar het valt niet mee, het water komt hoger en hoger. We gooien alles snel in het busje en gaan verderop op de heuvel staan.
We zien het water nog verder omhoog komen maar ons plekje is te ver om te zien. Het zal wel niet onder water staan maar leuk is anders! De toegangsweg staat bijna onder water. Op het hogere plekje richten we het busje weer in, beddengoed, bakken weer op de goede plaats, etc.
De dorpswinkel
We besluiten om maar verder te gaan en de prachtige onverharde weg verder te rijden. We rijden om de beurt 5 km en dat duurt 30 tot 50 minuten! De weg is echt superslecht. We zien wel leuke dingen onderweg: een moeder met twee kinderen en vier koeien met een bijl in haar hand (het is toch geen gehak-dag!), een eenzame jongen van een jaar of zeven op een paard, twee mannen met volgepakte ezels, een hele familie (zo’n zeven personen) op een kar vol mest dat ze eraf scheppen, een oude vrouw zittend in de berm, drie jochies waarvan er één net in de beek staat te plassen.
Na een knappe actie van Chris over een steile helling met grote brokken steen (applaus!) en nog wat lastige stukken, een modderpas van 1279 meter hoogte, over een hoogvlakte,
rijden we een dorpje in, waarvan het eerste huis een soort winkeltje is. Wij stoppen natuurlijk. Heel aardige mensen. Heeft u “boeke”? (=brood) Oh, even kijken. Een jochie rent hun huis in en even later komt moeder met een paar stukken eigen gebakken brood. Kost niks hoor! Hebben jullie “oei”? (=water) Ja hoor, het jongetje gaat weer het huis in en komt terug met een fles kraanwater in een vieze gele fles. We hebben net badwater bijgevuld uit een kraantje langs de weg, maar het is zo lief dat we het water met grote dank aannemen. We geven toch wat geld en gaan verder op pad.
De slechte weg is soms nog slechter. Na 30 km (vandaag) zien we een veldje, we gaan er staan en Chris vindt verderop een betere plek naast een piepklein beekje. Kunnen we toch de twee flesjes Tirana-bier van gisteren er koud in maken. Het is wel erg fris, op ongeveer 1300 meter hoogte zitten we, dus we trekken extra kleren aan als de zon onder gaat.
Chris: We maken weer een vuurtje maar gaan vroeg naar bed.
Spoedgeval
15 mei
Vroeg en fris beginnen we aan een volgende dag, de dag dat we de familie gaan bezoeken om de beenprothese te brengen. Als we na 200 meter de “hoofdweg” weer bereiken, zien we al gauw een man aan komen hollen. Hij vraagt of hij mee mag naar Librazhd, dat is volgens ons nog vier uur hobbelen (een behoorlijke inbreuk op onze privacy dus), maar er komt hier zo weinig verkeer langs, we kunnen niet weigeren.
Onderweg blijkt dat we een goede keus hebben gemaakt: deze man wil graag zo snel mogelijk naar Tirana want zijn 20-jarige dochter is opgenomen in het ziekenhuis en zal vandaag geopereerd moeten worden aan haar blinde darm. Ton heeft toevallig drie maanden geleden ook zo’n operatie moeten ondergaan en laat zijn litteken zien. De man laat zijn 400 schapen achter in de bergen en wie ze vandaag of morgen gaat melken? Geen, idee! Zijn dochter is nu even belangrijker! Ik ben eigenlijk een beetje jaloers op deze mooie mentaliteit! We rijden dus wat sneller (de weg is hier ook een stuk beter), stoppen niet (ondanks het uitzicht op een mooie kloof) en na twee en een half uur zijn we er al. Het laatste stuk gaat binnenkort geasfalteerd worden. Bij binnenkomst in Librazhd meteen een restaurant annex bushalte voor de bus (terug) naar Trebisht.
We eten spaghetti met tomatensaus en de man betaalt onze drankjes en espresso, hij wacht op zijn taxi naar Tirana. Die is er nog niet als wij klaar zijn en hij rijdt nog even mee naar de doorgaande weg Pogradec-Elbasan. Lees maar verder op pagina 10.