Home ReisverhalenBalkan, westelijk Bosnië en verder 2011

Bosnië en verder 2011

door Chris

Reptielendag in Bosnië 

Chris: We rijden op de oostelijke oever van de Sana verder naar het zuiden. Deze weg, de Bosnische M15 heeft vele zwemplekken en ongeveer bij kilometerpaal 31 gaan we zwemmen op een prachtige plek.

Voor een mooie foto loop ik even naar boven langs de weg, er liggen wat zwarte plantenslierten op de weg, ik let er niet zo op. Ik voel plots iets rubberachtigs onder mijn voet. Ik kijk terug en zie dat ik op een dode slang heb getrapt, wat een joekel! Even van dichtbij kijken, hij is zeker een meter lang en ik zie een mooi patroontje op de kop. De slang wordt ondertussen wakker en begint te bewegen! Hij was dus helemaal niet dood! Heb ik even geluk gehad!

Verder langs een kloof met woeste waterpartijen en een kasteel hoog boven Ključ, komen we bij een brug met een winkel en een restaurant (schnitzel en mixed grill). Terwijl ik het dagboekje bijwerk observeert Ton een schoonmoeder die chagrijnig apart zit (altijd leuk om te fantaseren hoe dat zit) en voert hij de vissen met brood en patat. De vissen weten precies tot hoever ze kunnen vechten om het brood voordat het door de stroomversnelling wordt meegesleurd. Dan is weer terug zwemmen naar het restaurant de lucratiefste optie.

De molenhuisjes bij Jajce

Nu even 60 kilometer doortuffen op een grote weg. We nemen een ongeveer 35-jarige liftster mee naar haar werk. Ze vertelt dat er twee wegen naar Jajce gaan: de oude weg gaat langs de beroemde watermolentjes, de andere gaat boven langs en kruist halverwege de oude weg, beide zijn ongeveer vijf kilometer lang. Zij wil uitstappen bij de waterval in het centrum van Jajce.

We rijden even terug naar de molentjes want dat zag er erg leuk uit. Langs de picknickende kaartclub, oude mannen met een half opgegeten beest aan het spit, bereiken we de huisjes waar, voor zover we kunnen zien, helemaal geen molentjes meer in zitten. We hebben “in het wild” al een echte molen gezien. Het is hier wel wat toeristisch maar mooi aangelegd en gerestaureerd.

Vlakbij is het meer van Jajce. Het motregent weer wat en we gaan over de nieuwe weg terug naar Jajce. Richting Donji Vakuf missen we een internetfietsweggetje van waarschijnlijk bedenkelijke kwaliteit over de Karaula-pas, misschien maar goed ook met al die regen van de afgelopen tijd. Na een rivier met enkele eenvoudige campings pal naast de autoweg slaan we linksaf naar Travnik. Er volgt een pas van 927 meter hoogte.

Een schitterend “monster”

Omdat we geen geschikte overnachtingsplek vinden nemen we bij Turbe een kleinere weg, maar er is steeds veel bebouwing. Uiteindelijk stopt ergens het asfalt en volgen we een stevig pad het bos in en zien al gauw een geschikte plek op een vijfsprong langs een riviertje. Ik ga wandelen in de hoop op een nog leukere plek en sta plotseling oog in oog met een monster, ik schrik, is dit beest giftig of zo? Toch kan ik het niet laten een foto te maken.

Het beest kruipt de brandnetels in, ik markeer de plek en ga onmiddellijk Ton halen, dit moet hij met eigen ogen zien!
Bij Ton arriveert net een man in een rode auto, ik laat hem ook opgewonden een foto van het zojuist gespotte monster zien en hij zegt dat er overal in het bos van die beesten zitten.

Wat een afknapper, ik had toch op zijn minst gedacht dat het hele bos zou worden afgezet of dan toch een krantenartikel in een lokaal blaadje. Ton vindt alleen nog een dode platgeredene. Later speuren we na op internet: het is een vuursalamander, die zelfs in Limburg ook voorkomt!

We lopen samen verder de berg op en vinden toch een mooiere overnachtingsplek op een schattig grasveldje naast een zijbeekje.
Vanwege de motregen zitten we de hele avond onder de achterklep.

4 mei
Er komt twee keer een paard en wagen voorbij, het is koud en vochtig.

Vlak voor Travnik gaan we de bergen in, waarbij we vlak voor de hoogvlakte op 1500 meter in de wolken terecht komen.

In Travnik eten we goulashsoep en platte gehaktbal met ui in een rokerig soldatenrestaurant, maar bij de buren was de stank nog veel erger.

Hoofddoekjes en uitdagende decolletés

Het eten is lekker en spotgoedkoop, samen €9 inclusief perzikdrankjes. Er zijn mooi gedecoreerde graven in het centrum van Travnik.

Bij een bank wachten we in een rijtje voor een bankomaat, het apparaat moet gevuld worden. Als we net aan de beurt zijn komt er een securitybusje met enkele echt zwaarbewapende mannen met volautomatische geweren ons pinapparaat bewaken, iedereen moet omlopen behalve de mensen die in de rij staan. Er gebeurt verder trouwens helemaal niets.

We lopen weer terug naar de auto die bij een middelbare school geparkeerd staat, dus hoofddoekjes en uitdagende decolletés naast elkaar.

We willen naar een hooggelegen bergmeer om te overnachten, Radovan Jezero, hiervoor moet je het asfalt verlaten bij een houtopslag, we blubberen enkele paadjes door, maar een steil blubberpad het bos in durven we niet aan. Zelfs de trekkers hebben sneeuwkettingen om in deze omgeving. Het bouwwerk hieronder rechts is om houtskool te maken.

Terug op het asfalt willen we even later linksaf richting het Prokoško meer, Fojnica en Sarajevo, helaas is dit nu ook een en al blubber, dus terug. Na een viskwekerij vinden we een picknickplek aan de rivier, waarvan het weggetje nog enigszins droog oogt. Vanwege de kou zitten we voorin het busje en hebben bijna een vakantiedipje. ’s Nachts daalt de temperatuur tot onder het vriespunt!

5 mei
De lucht is blauw en de zon komt over de heuvel, helaas staat er nu weer een ijskoud windje.

De route verder naar Uskoplje/Gornji Vakuf is prachtig langs een rivier met stroomversnellingen op een brede witte geribbelde weg. Er rijden hier veel vrachtwagens, hadden we op de overnachtingsplek ook al gemerkt.
Bij een grote Konzum doen we boodschappen, er volgt een mooie pas en dan langs een langgerekt stuwmeer naar Konjic. Lees maar verder op pagina 4.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie