Home ReisverhalenFrankrijk Corsica zomer 2016

Corsica zomer 2016

door Chris
zoete zwemplekken

Van Lasa naar Little Tibet

Na ons bezoek van Verona rijden we in het noorden van Italië bij Marlengo / Marling een leuk bergweggetje op, maar de Garmin raakt totaal van de mik met al die haarspelden. De bedoeling is een herberg langs een leuke wandeling: de Marlinger Waalweg, deze wandeling gaat langs een irrigatie kanaal, dat in de 18e eeuw door Kartuizer monniken werd aangelegd voor de productie van hun wijnen. Wel erg mooi uitzicht op de druiventeelt daar beneden, maar als we op ongeveer 1000 meter hoogte onze bestemming nog steeds niet hebben gevonden en de haarspeldjes griezelig nauw worden, keren we om.

Een paradijselijke camping in Lasa

Camping Adlerhof lijkt ons een vol en saai grasveld, dus we zoeken verder. Een andere camping heeft bijna dezelfde naam (Badlerhof) en ligt iets stroomopwaarts in de vallei van de Adige / Etsch. In deze vallei ligt een fantastisch fietspad: vanaf de Reschenpas helemaal afdalend naar Verona!
Camping Badlerhof in Lasa / Laas is een fijne camping met een gemoedelijke sfeer, prettig sanitair (met een muziekje erbij) en een leuke kinderspeelplaats met een trampoline.

’s Middags fietsen we stroomopwaarts langs de Adige over dit honderden kilometers lange fietspad, het loopt hier bijna vlak en aan de andere kant van de Adige fietsen we langs fruitbomen weer terug. s’ Avonds gaan we stroomafwaarts en dat gaat wat steiler, dus puf, puf, weer omhoog, soms zelfs lopend. Er zijn veel fietsers: een vader met twee zonen in een kleine tent naast ons, en daarnaast een gezin met drie meiden in twee kleine tenten.

5 juli
Ton gaat baantjes trekken in het plaatselijke openluchtbad.

De Stelviopas

En dan vertrekken we naar ook één van de hoofddoelen van deze reis: de Stelviopas, de hoogste pas van Italië en vroeger ook de hoogste van Europa met z’n 2758 meter hoogte. We beginnen eens met 45 haarspelden. Niet te geloven, wat een mooie route! En wat boffen we met het weer: helemaal helder en zonnig. Blauwe lucht, sneeuw op de bergen, koeienbellen en divers verkeer zigzaggend op de berghelling. We pauzeren op de Franzenhöhe na 22 haarspelden en wisselen van chauffeur. Vlak voor de pashoogte nog een fotogenieke fotostop, samen met veel motorrijders:

De pashoogte zelf is een circus van souvenirs en bockwursten, doorrijden! Ook de afdaling naar Bormio is mooi, vooral een stukje met ongeveer tien haarspelden achter mekaar:

Helemaal “zen” door de grasmaaiers

Vlak na Bormio vinden we in Valdidentro camping Pineta: achter een clustering van stacaravans is een vrijwel leeg bloemenveld. Van de vriendelijk opgetrommelde bardame mogen we vanwege de siësta pas over een half uurtje (om 15.00) over de camping rijden, dus we gaan op de fiets eerst naar het dorp voor boodschappen. De supermarkt gaat echter pas om 15.15 open, dus we zijn genoodzaakt ons richting terras te begeven.

Vanaf het terras lijkt een waterval hoog in de bergen zo de klokkentoren in te stromen en we moeten lachen om de wel heel vreemde voorrangsregels op de rotonde: veel verwarring en één keer gaat het bijna mis! Die kerkklokken luiden hier trouwens erg vaak: op het hele uur, 5 minuten over het hele uur, om kwart over… Soms ook langdurende deuntjes.
Als we met volle tassen weer op de camping belanden, gaan daar net drie grasmaaiers het bloemenveld te lijf. Ton vindt het zeer rustgevend om te kijken hoe ze langzaam in willekeurige vierkantjes achter hun duw-maaiers aanlopen.

Na twee uur zijn ze klaar en de rust is stevig. Na ons dagelijkse potje koken en opeten (ravioli meen ik), fietsen we het dal verder in, dit gaat vrij steil.

“Little Tibet”, belastingparadijs Livigno hoog in de bergen

6 juli
Na een frisse nacht, een zonnig begin en een heerlijk warme douche, vertrekken we naar een volgend paradijsje: een belastingparadijs! De taxvrijstatus van de afgelegen vallei Livigno bestaat al ruim anderhalve eeuw om er voor te zorgen dat de moeilijk te bereiken streek bewoond blijft. Tegenwoordig wonen er dus ongeveer 5000 mensen hier op een hoogte boven de 1800 meter en bestaat de langgerekte winkelstraat uit 250 winkels.
Na een paar mooie passen, gaan we eerst tanken voor € 0,78 per liter diesel, dat is toch ruim € 0,50 goedkoper dan in de rest van Italië.

We wandelen even langs de winkels, maar het aanbod is voor ons niet interessant: voornamelijk kleding, parfum, handtasjes en sigaretten. We bekijken een paar speelgoedwinkels, maar echt goedkoop kunnen we die niet noemen. Waarschijnlijk zijn wij de enigen ooit die hier met een lege tas weer bij het parkeerterrein aan komen. Gelukkig zien we onderweg nog ergens een supermarkt en kopen vis en venkel voor vanavond.
Dan de Zwitserse grens over, we kunnen hier alleen nergens zo’n Zwitsers wegenvignet bemachtigen, dan eerst maar zonder. Lees verder op pagina 11.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie