Nestelende zwanen
Net over de Duits-Tsjechische grens, slaan we in het aan de Elbe (die hier in Tsjechië de Labe heet) gelegen Hřensko linksaf, langs alle toeristische tentjes richting Chřibská. Langs deze ontzettend mooie route eten we ergens goulash en sjasliek, gelukkig kunnen we met euro’s betalen, want we moeten nog pinnen.
De camping met de ezel
Dat lukt uiteindelijk in Česká Kamenice en dan belanden we ten noordwesten van deze plaats op de erg leuke camping U Ferdinanda met loslopende geiten, kippen en een ezel. We betalen 100 kronen (slechts ongeveer 4 euro!) in een huiskamerachtige eetzaal en het Engels sprekende meisje stuurt haar broer om een elektriciteitskabel te regelen, we mogen wel op het voetbalveld aan de rivier staan. Er zijn enkele huisjes bezet, maar we zijn de enige kampeerders.
We wandelen door de kloof achter de camping waar de Kamenice doorheen stroomt, na zo’n 600 meter stopt het pad bij een rotswand. Als we het campingveldje weer op lopen, begint het net te regenen, snel de stoeltjes naar binnen. Vanwege de kou en de regen liggen we gezellig de hele avond in het busje onder het warme dekbed. Wat een verschil met gisteren!
28 april
Men heeft ons gisteren uitgenodigd om te komen ontbijten voor 60 kronen p.p., dus na een heerlijke warme douche gaan we in de eetzaal aan een gedekte tafel zitten. Er zijn al wat mensen en zo te zien komen er straks nog veel meer. Dan komt een vrouw ons vertellen dat we ergens anders moeten zitten, dus we vegen de broodkruimeltjes weg en nemen ons bordje mee.
Ergens is een tafel met twee servetjes en die hadden we dus over het hoofd gezien. Er druppelen steeds meer Duitse gasten binnen, die kennelijk in de huisjes hebben overnacht, zo’n grote groep, dat hebben we niet eens gemerkt.
Als Ton gaat afrekenen, blijkt hij nog een “oud” biljet te hebben. Hij verfrommelt het briefje en gooit het in de prullenbak, de ober vist het er weer uit en zegt dat het voor z’n verzameling is, hij wijst naar het prikbord. Gelukkig hebben we ook “vers” geld.
Met Dorus op een bootje
Via een mooie route rijden we terug naar Hřensko voor een tocht met bootjes door een kloof, het is hetzelfde riviertje als de wandeling van gisteravond trouwens. We parkeren (120 kronen voor een hele dag) bij een chagrijnig kijkende dame, de kloof lijkt gratis, maar na 30 minuten lopen over een overigens redelijk rolstoelvriendelijk pad langs de rivier, kom je bij de kassa (80 kronen of €3,50 p.p. voor een enkele reis) voor het eerste bootje door de Edmund’s Gorge.
Op een bord bij de ingang stond aangegeven dat het tweede bootje (door de Wild Gorge) vandaag niet vaart. We moeten wachten tot de boot vertrekt, dan worden de stoeltjes droog geveegd en een jolig uitziende man met pretogen en een snor (“Dorus”) stapt met een lange stok in en begint meteen met een lange rij van melige grapjes, met een hoofdrol voor schoonmoeders.
Voor ons vertaalt hij de grapjes in het Duits. Bij een miezerig watervalletje wachten we even, dan komt er plots een hoos water van boven! Het blijkt dat de gids ergens aan een touwtje heeft getrokken. Succes verzekerd! Hij wijst ons verder op alle uilen- en apengezichten die in de rotsen te herkennen zijn….
Na 20 minuten stappen we uit om verderop kaartjes voor de terugweg te kopen, het tweede bootje vaart immers niet vandaag. Er zitten nu alleen een Tsjechische vader en dochtertje bij ons in de boot, ze zijn komen wandelen vanaf de andere kant. De gids vraagt of we de grappen nog eens willen horen, nee dus, heel attent van hem.
Stenen orgelpijpen
In Hřensko eten we varkensvlees met broccoli en camembert en schnitzel met champignons.
In Děčín weer pinnen en dan rijden we naar een volgende bezienswaardigheid: het orgel/de herenhuisrotsen. Of op zijn Tsjechisch: Panská skála. Gemakkelijk te vinden, want er is een groot nieuw parkeerterrein aan de weg met wegnummer 13, net ten oosten van Kamenický Šenov. Het is een plots opdoemend vreemd bergje van 4 tot 6-hoekige basaltblokken. De tot 15 meter lange blokken hebben een doorsnee van 20-25 cm.
Het is erg indrukwekkend, maar een ijskoude wind maakt dat we deze attractie volgens het parkeerkaartje in 23 minuten “doen”!
Bij het dorp Radvanec opnieuw imposante rotsformaties, sculpturen van Bijbelse taferelen, mooie tuinen en intrigerende deurtjes in rotswanden.
De camping bij Sloup aan een zwemmeertje blijkt eind april nog gesloten, hetzelfde geldt voor de camping bij Zákupy. We rijden door naar een oude militaire luchthaven uit de Sovjet-tijd ten zuiden van Mimoň. De laatste soldaat vertrok in mei 1991 en in de jaren tot 2004 is het gebied schoongemaakt voor wat betreft chemische stoffen en niet geëxplodeerde munitie. Wat nog rest zijn enorme hoeveelheden bunkers en banden. Het is nu een illegale plek voor ultralight vliegtuigjes, autoraces en rave parties.
De startbaan is 2,5 km lang en het is heel grappig om daar te rijden met ons busje, al moet je wel letten op vliegeraars en skeelers.
Wat een mooie plek!
In de beboste randen gaan we op zoek naar een overnachtingsplek en dat vinden we al gauw bij een stil meer, waar een zwaan steeds op een zelfde plek bezig is. Als hij ons ziet komt hij even poolshoogte nemen.
We genieten van een concert van allerlei soorten (water)vogels en de koekoek, ja ’t motregent weer! We iPadten en gaan niet al te laat slapen. Wil je hier ook overnachten, kijk dan eens hier.
29 april
De knobbelzwanen zijn nu echt aan het nestelen. De eierendraagster die gisteren in het naastgelegen moeras zichzelf aan het vetmesten was, zit nu op een nest op een eilandje midden in het meer. Vannacht een paar buien en nu nog steeds af en toe motregen. We gaan in de buurt een paar mooie dingen bezoeken en komen misschien hier terug.
Eerst op zoek naar een Mariaheiligdom in een romantisch rotsdal. De wandeling begint bij hotel Zámeček aan wegnummer 268 iets ten noorden van Svojkov. Daar is een bordje, dat verwijst naar de kapel “Modlivy důl”. We lopen ongeveer 1 km door een bebost dal, ’t wordt steeds steiler en nauwer. Dan komen we bij dit in de rotsen uitgehakte juweeltje:
Dan willen we in het iets noordelijker gelegen Sloup het Pod Hradem beklimmen en bekijken. Helaas is het vandaag (op maandag) gesloten. En door het slechte weer is de foto ook niet mooi.
Terug naar de zwanen
In het oostelijker gelegen dal (richting Velenice) willen we de grottenstelsels van een 18e eeuwse spiegelfabriek bezoeken: het water van de rivier werd afgetapt voor het aandrijven van de molens om de spiegels te polijsten en er zijn grote ondergrondse ruimtes die gemaakt zijn ten behoeve van de zandwinning om die spiegels te polijsten. We zien wel wat, maar bij een soort motorclub, die gehuisvest is in een grottenstelsel, is de boel ook vandaag gesloten.
We vinden het welletjes voor vandaag en besluiten terug te gaan naar het vliegveld, wel even via een omweg naar een oude overnachtingsplaats en een restaurant: vlees met ham, perzik en kaas.
Vanwege de kou zitten we voorin het busje te kijken hoe de twee zwanen nu bezig zijn met het nest: zij zit er meestal op en schikt wat dingetjes, hij helpt haar en vindt dat ie af en toe nijdig naar ons en naar een verderop staande visser moet zwemmen. Dan vliegen er zes zwanen over! Zij maakt zich klein op het nest en hij staat weid-uit te dreigen: dit meer is al bezet!
30 april (Kroningsdag) Vannacht heeft zich een drama afgespeeld: de zwanen zijn verdwenen en een roofvogel komt kijken of er nog wat lekkers in het verlaten nest ligt….. Als we van het plekje vertrekken kijken we nog even bij het naastgelegen meertje en daar zijn de zwanen: vol goede moed bezig met een nieuw nest?
We rijden weer over de startbaan op zoek naar één van de vele uitgangen van dit terrein. Een kraanmachinist die een lading bomen lost gaat speciaal voor ons opzij. We maken er vandaag maar een rijdag van naar het oosten, in de hoop op iets beter weer. Lees maar verder op pagina 3.