Home ReisverhalenBalkan, westelijk Albanië najaar 2012

Albanië najaar 2012

door Chris
Albanië najaar 2012

calgon-Duitsers

Chris: Na de grens bij Han i Hotit moeten we nog even wachten op de typische Albanese sfeer, de weg is namelijk klaar: breed en glad asfalt (nog zonder strepen) met zelfs een rondweg om ’t stadje Koplik heen.

Na een flink bord lamsvlees in één van de vele restaurants naast de “snelweg” zien we een groot bord met “Lake Shkodra Resort”. Klik eventueel hier voor onze verzameling campings in Albanië. Deze camping bestaat nog maar één jaar en wordt gerund door een Albanees/Engels stel (Nico en Faye), ze hebben elkaar ontmoet in Italië, daarna 11 jaar in Engeland gewoond en nu dus 1 jaar hier.

De camping is een groot grasveld met een aangelegd strandje aan het meer van Shkodër. Je kan er zwemmen, al oogt het momenteel wat modderig vanwege de lage waterstand, maar de kinderen op de camping durven het wel aan. Ook zijn er een aantal kanovaarders en surfers. Je kan hier op de camping trouwens ook een kano (of fiets) huren. Het sanitair is fantastisch!

Naast het strand is een houten restaurant en we drinken bier op het terras, al gauw hebben we contact met twee Nederlanders, Douwe en Merel, ze zijn halverwege hun reis door de Balkan van drie maanden met hun grote bus. Op het terras zijn grote insecten die we niet kennen, het blijken molkrekels, ze heten zo omdat ze zich kunnen ingraven. De speelse campingkat vindt ze enig, en… lekker!

Douwe en Merel gaan eten met twee Zwitsers en daarna gaan we nog even met zijn allen bij hun bus zitten, als het restaurant dicht gaat.

Engelse les

16 september
Iedereen vertrekt zo’n beetje en wij gaan ook zo. We drinken eerst nog even koffie met Nico, hij had gisteren een sms’je van “de Albanese familie” (zie de volgende pagina) vertaald en we vragen of hij een berichtje terugstuurt: dat we dinsdag 18 september bij hen komen. We vertellen van onze website en ook van de pagina met campings in Albanië, we mogen wel even op zijn dakterras voor mooie foto’s.

Nico vertelt dat er nu ontzettend veel Albanese mensen een cursus Engels volgen, men begint ervan doordrongen te raken dat dat heel belangrijk is, mensen zijn ook heel nieuwsgierig naar toeristen!
We rijden het niet slechte pad (hooguit 1 km) naar de “snelweg” en zijn al snel in Shkodër. Na lang zoeken vinden we een parkeerplaats, de stad is druk en chaotisch, met gelukkig wel heel brede hoofdwegen. Let trouwens in heel Albanië altijd op ontbrekende putdeksels:

We gaan op zoek naar de “Marubi Fototeka”, een heel bijzondere verzameling foto’s. Eerst maar even koffie drinken bij een bioscoop want we moeten plassen, de Fototeka moet hier ergens zijn volgens bruine toeristenborden (een in Albanië nieuw en op zich handig fenomeen). Dan vragen we zo’n tien keer, iedereen weet wel ongeveer waar het is (of was, want het is een keer verhuisd) en zegt: “dan moet je daar maar weer vragen”.

Een leuke zoektocht

De route gaat langs luxe straatjes met moderne winkeltjes en barretjes, via opengebroken straten, door een parkje met bedelende zigeuners en fonteinen, langs een standbeeld van moeder Teresa, we zien een man met twee levende kippen in elke hand en een rotonde waar net een ongeluk gebeurt (omdat iemand tegen drie stromen verkeer inrijdt).

Een vrouw vindt het zo leuk om Engels te praten, dat ze haar verhaal steeds langer maakt. Haar vriendin kijkt bewonderend naar haar. Als we ergens wat drinken, pak ik de papieren van de Fototeka er nog maar even bij en bedenken we dat het vandaag zondag is en daarom is het gesloten. Het was in ieder geval een leuke zoektocht.

(In 2016 zullen we het Amsterdamse fotografiemuseum “Foam” bezoeken waar dan een gedeelte van de Marubi collectie tentoongesteld is. We vragen naar het juiste adres in Shkodër: Rruga Kolë Idromeno 32)

We eten nog pilaf met vlees in een eenvoudig restaurantje op weg naar de auto.

Een heel stuk verder rijden we naar Shengjin aan de kust, maar het bevalt ons wederom niet: de stad is volgebouwd met flats, op het strand word je gezandstraald en de weg achter het strand naar het zuiden staat vol met vieze plassen. Maar op de toegangsweg naar dit stadje hebben we een camping gezien en daar staan we nu: het is een verhard parkeerterrein met hooguit tien plekjes, naast een zwembad, waarvan het water momenteel niet zwembaar is, ’t is groenig en ’t riekt een beetje.

Voetbalwedstrijd

De code van de wifi is 1 t/m 8, de toiletten/douche/keuken zijn superschoon, restaurant is vlakbij. De camper die we in Shengjin moeilijk zagen doen is ook net gearriveerd, we praten even met de aardige Duitsers. Later arriveren nog twee Duitse campers. Oh, ja, let op de gemene, bijna onzichtbare drempel, iets voorbij de camping richting Shengjin.
Zwaluwtjes vliegen hoog boven ons om de talrijke zwermen vliegjes op te eten, hier beneden hebben we dus nergens last van.

Op deze camping staan er twee gratis wasmachines in de badruimte, de Duitsers vermaken zich met deze op zich handige apparaten. Wij gaan naar de voetbalwedstrijd in hetzelfde “complex”, lekker fanatiek spel, zelfs op blote voeten. De positieve term “Schneider” valt nogal vaak, hij is bekend hier. We slapen opperbest, al zijn er wat honden, varkens, ezels, etc.

17 september
De Duitsers wassen alles wat ze bij zich hebben. Als ze even niet verder kunnen met wassen komen ze keer op keer vragen of de was die in de wasmachine zit, die nu klaar is, echt niet van ons is…, we opperen dat er een schoonmaakster bezig is en dat er vannacht gasten in het hotel waren….

In Patog/Fushë Kuge (tegenover Laç) gaan we naar de kust, er zijn diverse restaurantjes (bij één staat ook “camping/parking”) en we eten spaghetti met zeevruchten in een rode saus, op een aandoenlijk met witte schrootjes in elkaar gezet prieeltje boven ’t water, je ziet de vissen zwemmen.

De bediening is weer allervriendelijkst, zeker als je een paar woorden Albanees probeert te spreken. Men is druk bezig de ruiten te poetsen en er komen twee mannen met hamers, want er moet een ruit vervangen worden.

George W. Bush was in 2007 in Fusjë Krujë

In Laç kopen we brood bij de warme bakker (buke furrë), er zijn wat irritante jochies, vooral één (ADHD-ertje?) Bij het postkantoor staan zo’n 30 ouderen voor het loketje te dringen, pensioen betaaldag? Daar gaan we maar niet tussen staan voor een paar postzegeltjes.

Dan denken we wel even de oude weg naar het zuiden te nemen, één groot gatenfeestje dus. Snel ergens de snelweg op dus, via een soort van snelwegoprit:

In Fusjë Krujë zien we diverse verwijzingen naar het bezoek van George W. Bush, inclusief standbeeld.

Hij was de eerste Amerikaanse president die het post-communistische Albanië bezocht in juni 2007. Er is een filmpje van en hier zie je dat hij voor het handen schudden nog een horloge heeft om zijn linker pols en even later niet meer….

We gaan verder over een brede asfaltweg door een bos omhoog en dan door het stadje Krujë omhoog naar de te bezichtigen burcht: veel souvenirwinkeltjes, een museum (op maandag gesloten) en een paar mooi gelegen restaurantjes.

We lunchen met gebakken kaasplakken en salade.
Ton: We zien de Duitsers van de vorige camping weer, ze zijn op de motor hier. We geven een oude bedelvrouw bij de poort wat geld, hadden we op de heenweg al beloofd. De toegang tot deze burcht is trouwens gratis. In het souvenirstraatje kopen we een paar espressokopjes met de Albanese vlag. Even later kieperen we de schoteltjes en de doos in een container, die gebruiken we toch niet.

Dwars door Tirana

Al zagen we langs de kustweg net diverse campings aangegeven, nu staan er tot Tirana geen bordjes meer en vrij kamperen lijkt ons hier lastig en ongezellig. Dus we besluiten eerst maar door de hoofdstad te rijden om in de bergen een camping of een plek te vinden.

We rijden door het “mooie” Tirana, de wegen zijn allemaal geasfalteerd, wat een verbetering! Na enkele kilometers zeg ik dat we nog nooit ze snel door Tirana zijn gereden, maar de stad blijkt nu pas te beginnen. Het wordt weer chaotisch druk. Tussen de vele stoplichten proberen diverse idioten links en rechts in te halen, voor een stoplicht staan ze vijf dik naast elkaar op twee banen. We zien een bekend gebouw en een stadion, dus we zitten goed.

Voor alle zekerheid nog even vragen. Ja, tweede straat rechts is naar Elbasan. Achteraf hadden we de eerste moeten nemen, maar we komen bij de Elbasan-straat, en nemen deze vrolijk (maar wel in de verkeerde richting). We dwalen dus helemaal af, komen door leuke, drukke straten en vragen maar weer eens. Terug dus, via een omleiding, over een supergroot plein en dan weer langs hetzelfde stadion! We vragen een politieman en nemen nu dus de eerste afslag rechts.

Een prima overnachtingsplek

De weg naar Elbasan voert over de bergkammen waar je links en rechts naar beneden kunt kijken. Na een flink aantal kilometers langs diverse resorts met zwembaden, maar geen campings, zien we een pad heuvelafwaarts. Na een korte inspectie zien we een prima staanplaats. Er ligt wat afval, maar ach het kan prima, mooi uitzicht zo hoog in de bergen.

Chris: De locals in busjes en Mercedessen toeteren en zwaaien als ze ons zien staan en al gauw is het donker, we gaan vroeg slapen.

18 september
De eerste auto’s rijden alweer voorbij als het nog donker is. Vanavond worden we dus bij “de familie” verwacht! Er komen twee meisjes voorbij en alweer vinden ze het ontzettend leuk om in het in het Engels een paar woorden te wisselen. We douchen middels de flessenmethode, heel decent met badkleding aan.

Het vervolg van de bergkamroute is spectaculair, al hebben we deze route al een paar keer eerder gereden. Een groep Sloveense campers arriveert net bij een restaurant. Dan de schitterende afdaling naar Elbasan, ruime haarspelden, uitzicht op de stad met het grote fabrieksterrein, veel fruitkraampjes. Af en toe laten we maar een paar snelle auto’s voorbij.

De cirkelzaag

In Elbasan vinden we ondanks een file (begrafenis?) snel een parkeerplaats in de schaduw in het centrum, want we moeten nog iets doen: een cirkelzaag kopen! Hebben we Spendie half en half beloofd. Middels een uitgeprinte foto van zo’n apparaat vragen we een man met een geweer die een bankomaat staat te bewaken of hij zo’n winkel kent. Hij weet het niet en wijst naar het centrum. Daar zijn weer vele verschillende winkeltjes, we zien een koffie-malerij, een parkieten-winkel en daarnaast een kippen-snackbar.

Ondertussen alweer hongerig verorberen we elk een half haantje en vragen de eigenaar of hij een cirkelzagenwinkel weet. Hij pakt zijn mobieltje en belt iemand en zegt dan dat we op het volgende kruispunt linksaf moeten. Dit doen we en al gauw hebben we zo’n apparaat gevonden, gekocht en betaald. Hij loopt op een mix van diesel en olie (niet elektrisch) en is van het merk Makita.

We lopen met de grote doos weer naar het kruispunt, en kijk eens! daar ligt nog zo’n ding in een etalage en het is zelfs een Husqvarna! Een man draait net het rolluik van de winkel naar beneden, ziet ons met die doos, en vraagt heel sneu: “Hebben jullie net gebeld vanuit de kippenwinkel?” Tsjaa, we zijn al voorzien. We brengen de doos naar de auto, de man met het geweer lacht: “ah, het is jullie gelukt!”.

Elbasan

We vinden vervolgens het postkantoor, leveren de ansichtkaarten in en de mevrouw achter de balie zal de postzegels voor ons plakken (LIEF!!!). Verderop drinken we iets ijskouds op een terrasje, leuk mensen observerend, vooral de kleding is heel divers: knalgele hoge sandalen, truien met kollen (het is 30°C) en ouderwetse mantelpakjes. Aan de hoofdstraat zien we opgravingen

en dan lopen we een stukje door het oude stadsdeel achter enorme muren. Dan nog even likeur halen voor de dames straks, want die drinken geen raki (en ik ook liever niet!!!)

We laten de auto wassen bij een man die met pensioen is, hij was brandweerman, maar zijn hobby is dus nog steeds met water spuiten. Zijn zoon helpt hem, zijn dochter studeert economie. In Lexhe eten we omelet, een bodempje voor de raki straks…. Lees maar verder op pagina 5.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie