Albanië 2010

door Chris

Een camping onder een brug

Chris: Na de vlotte grenspost Han i Hotit is de weg zeer slecht, over de 30 km naar Shkodër doen we minstens een uur, maar goed nieuws: volgend jaar is hier een brede gladde asfaltweg met hopelijk een aparte strook voor de fietsers en de karren, ze zijn over het hele traject druk bezig in ieder geval.

We voelen ons onmiddellijk weer “thuis” en kijken onze ogen uit: een varken wroet in de modder naast een glimmende bruidsjurkenwinkel, een dame in haar mooiste outfit en hoge hakken zit achterop een brommer die een enorm blauwe walm verspreid. Vanwege de stank willen we ze inhalen maar dat valt nog niet mee, ze scheuren. We zien een brommer met twee mensen die beide een valhelm op hebben, heel bijzonder! Een busje scheurt ons voorbij en slaat meteen rechtsaf. Luxe winkels worden afgewisseld met smerige garages en betonnen plateautjes met twee stoelen en een slang (autowasserette). Veel fietsers met zakken meel op de bagagedrager, paard en wagens, waarbij het paard een mooie hoofdtooi op heeft met rinkelende belletjes.

Er zijn veel vrouwen in klederdracht met een wit hoofddoekje waaronder aan de zijkanten grote bossen zwarte krullen vandaan komen, volgens Ton zijn het pruiken. Een man met een keurig gestreken wit overhemd met een wit hemd eronder, keurige broek en schoenen zit op een paardenkar met een mooi kleedje op de zitplank. Soms ligt daar stro op om de bipsen te ontzien. Enfin je kijkt je ogen uit op het drukke stuk tussen de grens en Qyrsaç waar we afslaan naar Komani.

Komani

De weg wordt hier acuut rustig, we komen langs een meer waar de schuimkoppen op staan, er is plots veel wind vanuit de bergen. De weg gaat langs het meer en we zien steeds een ander stuk van het kronkelende stuwmeer daar de weg meestal hoog boven het meer alle inhammen van de bergflank volgt. Bij een bergbronnetje vullen we water bij. Een bus haalt ons in en laadt steeds mensen uit met zakken, tonnetjes en kruiwagens.

Uiteindelijk komen we over een brug in Komani en zien meteen na de brug rechts camping Natyra (de y spreek je uit als een u), de vriendelijk eigenaar Alexander zegt dat het vijf euro kost en dat de camping sinds drie jaar bestaat. Hij zet stoeltjes en een tafel voor ons neer en blijkt ook Engels en Italiaans te spreken.

Er zijn twee andere gasten: een Zwitsers paar dat veel in Afrika reist en nu eigenlijk alleen Montenegro wilde bezoeken maar per ongeluk in Albanië terecht kwam, ze mogen onze Engelse Bradt gids van Albanië wel even lenen. Wij krijgen van hun een folder van een camping ten zuiden van Durrës (waar we later nog naar toe gaan ook) We bekijken hun handige “Puch” met rijplaten en andere woestijnatributen.

Daar zitten we dan: bijna onder de (gelukkig erg rustige) brug. Het restaurant waar ook de schone douche- en toiletruimte is en de familiewoning is doodgewoon onder de brug gebouwd. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? En dan blijft er ook nog een ideale ruimte over om het wasgoed, de geitenvelletjes, het brandhout en de vijgen te drogen. En de hond kan er mooi slapen.

Toetje na een lange dag met stekelige blaadjes

“Pats!”, wat gebeurt daar? Een auto is gestopt op de brug en iemand smijt twee vuilniszakken naar beneden, zo dat ben ik weer kwijt. We staan even beteuterd te kijken, maar snappen het ook wel, er is gewoon geen vuilnisophaaldienst. Meestal wordt het afval (in verhouding nu nog veel minder per persoon dan in het Westen) echter buiten een dorp op een grote hoop gegooid.

Er komen eenden heel doelgericht aanzwemmen, zo te zien weten ze precies waar op welke tijd voedsel te vinden is.

Op de camping is eigenlijk al genoeg te zien maar na een uurtje relaxen gaan we de rest van het dorp Komani bekijken. Veel huizen zijn er niet, we lopen richting tunnel waarachter de veerboot morgenochtend om 10.00 aanlegt. Een man is bezig om druiven te verwerken in een grote pot op een houtvuur. De velletjes zijn voor de schapen, daar komen ze al aan, ze hollen werkelijk de berg af op weg naar hun toetje na een lange dag met stekelige blaadjes, het schijnt dat er nog best veel alcohol in die velletjes zit.

Er is uiteraard ook nog een waterkrachtcentrale bij de stuwdam.

Terug op de camping worden hier ook de druiven geoogst door Alexander, zijn vrouw vangt ze op. Opa knijpt met zijn sterke handen het sap eruit en roert een ton nog even door. De man loopt de hele dag rond met een grote lach op zijn gezicht en pretoogjes.

De oma heeft duidelijk pijn aan haar rechter heup, haar domein is de was: de keurige witte op 90°C gewassen (dat kunnen we zien omdat de wasmachine zich in de badruimte bevindt) hemden worden opgehangen onder de brug.

Twee Zwitsers en een Française

Opa haalt een emmer mais uit een zak onder de brug en gaat de kippen en de eenden voeren, het is heel snel op. Lachend gunt hij de beesten nog een beetje.

We eten in het restaurant, onder de brug dus, ei-limoensoep en goulashsoep beide enorm gevuld met vlees en daarna gefrituurde vis. Met Tirana bier.

Als we naar buiten lopen komt er in het donker net een Zwitsers busje aan, hun koplampen schijnen op onze Zwitserse buren en we zien twee jongens voorin vreselijk lachen: Zwitsers zijn ook overal! Ze gaan wijn drinken en vis eten in de tuin en we vragen of we er even bij mogen zitten met een kaart in de hand als slap excuus. Het wordt een heel gezellige avond. Michael en Daniel hebben uit Tirana een alleenreizende backpacker Nathaël uit Parijs meegenomen. Zij gaan niet op de boot morgen wegens tijdgebrek, het meisje wel. Ze hebben trouwens het oudere model van onze Toyota Hi-ace, ook een 4X4, verlengd en als camper ingericht, geleend van een vriend.

We gaan pas om 22.00 slapen, er arriveren ook nog zeven Poolse mannen in vier terreinwagens. Voor de zekerheid zetten we de wekker voor de boot morgen want als je voor 8.00 vertrekt staat er nog geen politie en kun je bij de aanlegplaats voor de veerboot wachten in plaats van op de brug. Er waait een warme wind en ’s nachts moet zelfs de deur open vanwege de benauwdheid.

De camping is zo leuk dat ik er later een apart stukje over het geschreven.

Hoogtepunt van de dag: druiven knijpende opa met pretoogjes. Dieptepunt van de dag: kunnen we niet bedenken. 124 kilometer gereden

Lees maar verder op pagina 6.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie