Albanië 2010

door Chris

Bergroute naar Griekenland

Chris: De weg gaat langs de mooie Vjosë-rivier en stijgt dan de bergen in.

In Çarshovë rijden we eerst een stukje richting Tre Ure (= grenspost met Griekenland) hier zijn wel aardige plekjes bij de rivier te vinden. Terug in Çarshovë proberen we boodschappen te doen, maar dit lukt niet. Er is geen stroom, dus de koelvitrines zijn leeg.

Langs een kloof, twee Franse campers en een waterkraantje komen we na ongeveer 15 kilometer in Leskovic. Hier is behalve een mooie 300 jaar oude boom ook een restaurant met een bedeesd Engelssprekend meisje en een naar oude kaas geurende winkel met een schat van een mens die ons koud bier, bananen en vers warm brood verkoopt. Het dorp ligt op een heuvelkam tegen een bergrug en hoewel het ons hier bevalt lijkt het ons voor de lokale bevolking geen prettige plek om te wonen, veel verouderde flats en leegstand. Een oude vrouw gooit haar emmertje leeg vanaf haar balkon.

Ongeveer 8 of 9 kilometer verder gaan we bij een meertje in een dennenbos staan.

Een plaatselijke schooltje

We maken een wandelingetje rond het meer. Aan de andere kant in een boerengehuchtje begroeten we een boer met mooie tanden (kunstgebit?), een schuchter meisje vlucht naar binnen, een boerin bekijkt ons argwanend. Een kalfje wil wel op mijn vingers sabbelen en dan zien we het plaatselijke schooltje.

Het bestaat uit één klaslokaaltje met een schoolbord, een gammele stoel voor de leerkracht bij een tafeltje met een kanten kleedje erop en drie rijen schoolbanken. De oudsten blijken in het midden te zitten, tegen de afleiding wellicht. Gemiddeld twee of drie kinderen per klas, uitgaande van zes klassen. Verder is er een kleine houtkachel met een bosje brandhout ernaast. En een gesloten metalen kast. Aan de muur één zelfgemaakte plaat met de Albanese letters van het alfabet. We lopen om het gebouwtje heen op zoek naar de sanitaire voorzieningen maar die zijn er niet.
Via de weg en een restaurant/café aan het meer lopen we terug naar onze plek. ’s Avonds is het behoorlijk koud (we zitten op zo’n 1000 meter hoogte) dus we liggen in het busje en doen wie het langste niet in slaap valt….

Hoogtepunt van de dag: vanmorgen gesnorkeld in de warme bron. Dieptepunt van de dag: niks te koop in dorpje. 60 kilometer gereden

Gemiddeld 30 kilometer per uur

28 september
We pochen allebei dat we nog uren wakker hebben gelegen maar de waarheid is dat we beide niet kunnen herinneren nog één minuut wakker te zijn geweest. Het ritueel is kort want we gaan niet zwemmen alhoewel het wel kan volgens de boer van gisteren. Om 9.15 weer op weg, langs kale hoogvlakten, weinig of geen huizen hier, door dennenbossen, dan weer stijgend dan weer dalend. Na acht kilometer zien we een “free camping”.

Langs riviertjes en dorpjes gaat het verder, ergens is door een aardverschuiving een stuk weg vernield.

Alles in de tweede en derde versnelling, soms hele stukken mooi glad asfalt dan weer kilometers lang opgelapt met gaten. Gemiddeld 30 kilometer per uur is het maximaal haalbare (voor toeristen) met al die bochten.

In Ersekë doen we boodschappen, alweer de stroom uitgevallen. Een fles konjak blijkt maar 280 lek te kosten (ongeveer €2,50) dus we nemen er nog één mee. Voorbij het dorp zien we dat men aan de elektriciteit werkt. Een dubbel snoer wordt vanaf de grond over één van de hoogspanningskabels getrokken. Een man klimt net naar beneden uit zo’n twintig meter hoge mast zonder één enkele veiligheidsmaatregel.

Een dansende bus

In de grote stad Korçë zien we nare flats waar de wind door de woningen lijkt te blazen en waar van alles op de kleine balkonnetjes wordt gestouwd. De weg is nog even slecht, er wordt aan gewerkt, we genieten er nog maar even van. Een dansende bus voor ons, wegomlegging en zoek zelf maar uit hoe je weer op de doorgaande weg komt en mercedessen die net iets sneller kunnen hobbelen. Afval langs de weg, stoer lopende jongens en heel veel leven op straat. Hoe kan je aan iemand uitleggen dat je dat allemaal gaat missen de komende maanden. Gelukkig hebben we in mei weer een afspraak met “de familie”.

Een snelle brede weg brengt ons bij de Griekse grens. Men controleert hier zelfs de snelheid met laserguns. Er staan in Albanië vrij vaak politiecontroles langs de weg. Toeristen mogen altijd doorrijden tenzij je net een verkeersovertreding hebt begaan, dan moeten ze je wel even laten stoppen. Als duidelijk is wat er fout ging mag je weer doorrijden.

Bij de grens is Albanië verlaten geen probleem, Griekenland in is lastiger. De straatventers gebaren ons voor te dringen omdat we als Nederlanders geen autodocument nodig hebben. Even later staan we tussen de vrachtauto’s. Dan weer de discussie: is ons busje een bedrijfsvoertuig of een camper? Na drie keer twijfelen en navragen mogen we toch zonder autodocument (een zes euro kostend nutteloos Grieks souvenir volgens de Griekse douane) doorrijden. Lees maar verder op pagina 19.

Dit vind je misschien ook leuk

Schrijf een reactie