Boottocht Albanese fjorden
12 september
Chris: Vanwege geluidjes buiten, de familie is al op, zijn we voor de wekker al wakker. Ik maak koffie en we groeten iedereen die langs komt. We douchen snel samen om de w.c. niet te lang bezet te houden, de douche is lekker warm. De Puch rijdt alvast naar de aanlegplaats. Als we afscheid nemen van de Zwitserse jongens roept de campingbaas: “Snel, opschieten, de politie is gearriveerd”. We proberen snel voor de politiepost te komen maar hij ziet ons en fluit ons terug, we moeten op de brug gaan staan. Nou, dan zijn we in ieder geval de eerste in de rij, omdat het zondag is zou het wel eens wat drukker kunnen zijn, had Alexander gisteren gezegd. We lezen en puzzelen zo’n anderhalf uur en dan zien we een rijtje auto’s van de andere kant komen.
Achter ons is de rij ondertussen aangegroeid met zo’n twintig auto’s, busjes en vrachtauto’s. Als laatste komt er een grote vrachtwagen tergend langzaam van de berg af en als hij bij de brug is kan hij net de bocht niet halen en moeten we ruimte maken. Dan mogen we richting veerboot rijden. Zie hier de nieuwe tijdtabel van de autoferry (2020).
Een sliert auto’s volgt ons en we rijden een minimaal verlichte stoffige en steile éénbaanstunnel in. De tunnel is best wel lang en meteen achter de tunnel is een kleine parkeerkade met een restaurantje. Je kunt je wel voorstellen hoe de puinhoop in het verkeer was toen die politiepost nog niet bestond. We moeten 500 lek betalen voor de tunnel en 2500 voor de overtocht, dat is dus nog geen 20 euro.
Roestige kettingen
De Zwitsers met de Puch hebben zich prima vermaakt op de kade, er gebeurde van alles. We moeten op de boot keren en achteruit tussen twee auto’s de klep aan de andere kant oprijden.
Ships, hebben wij weer, het voortbestaan van ons geweldige busje is afhankelijk van een paar roestige kettingen! We gaan op het dek zitten. Om een uur of 10 staan alle voertuigen op de boot en gaan de trossen los.
Op het dek genieten we zo’n twee en een half uur van het mooie uitzicht. Er zijn kleine huisjes te zien, soms met een bootje voor de deur, soms hoog tegen de bergwand. Op de schaarse vlakke plekken wordt van alles verbouwd.
Toch is het wel een beetje veel van hetzelfde en af en toe aardig koud in het windje. Je kan ook binnen zitten, er zijn drankjes, chips en koekjes te koop. Dan varen we door een steil stukje fjordenkust en doen we een wedstrijdje: gaan we daar links of rechts?
Nathaël, de Française, heeft vanmorgen rustig afscheid genomen van de Zwitserse jongens en is daarna omhoog gelopen en door de donkere tunnel, het plan is dat zij met ons mee reist naar de Valbonavallei. Ze heeft veel reiservaring in haar eentje.
En na de laatste bocht is daar (hoe verrassend!) de aanlegplek.
De eerste drie kilometer is de weg onverhard tot we bij een driesprong komen, het heet hier Bregëlumë. We slaan linksaf naar Bajram Curri, meteen zien we rechts een restaurant Don Paolo, of zoiets, en aangezien Nathaël ook honger heeft gaan we eten: zure salade en lamsvlees in reepjes. Lees maar verder op pagina 7.