De mooiste stranden bij Vlorë
Chris: In Cërrik laten we ons busje wassen. Het kost “deu mille” dus ongeveer 20 euro, wat duur! Gisteren noemde men ook al zo’n bedrag. Plots denk ik weer aan die ene 0 die ze in geldbedragen soms wel en soms niet benoemen. We gaan terug en laten een briefje van 2000 lek zien. “Nee, joh, het kost maar 200 lek! Of 300 om ook de binnenkant mee te pakken” Wij lachen, we geven alvast 500 en wijzen tot waar we de binnenkant schoon willen hebben. Terwijl we espresso drinken kunnen we mooi kijken wat er allemaal aan te pas komt: eerst de binnenkant met een sopje, het voetenmatje wordt uitgeklopt en weer zwart gemaakt.
Dan de wieldoppen bespuiten met een rood goedje en laten intrekken. Dan wordt alles inclusief de modderige wielkassen met een hogedrukspuit voorgereinigd. Dit kan natuurlijk alleen met een sigaret in je mondhoek. Daarna wordt alles ingezeept en met een zachte bezem geschrobd. Het hulpje kijkt toe en begint het schuim af te spoelen met een zachte straal. Alles wordt gedroogd met een wisser en daarna met doeken. De ramen van binnen, het dashboard en “toet” het stuur krijgen een beurt. Alle deurposten nog even meenemen. Als we instappen ruikt het heerlijk fris. We mogen de espresso niet betalen en drukken het hulpje nog een muntje in de hand bij het bedanken.
Een nachtelijke zwempartij
Alweer langs Peqin en dan via Lushnjë en Fier naar Vlorë, allemaal tamelijk druk maar wel goede wegen.
Zodra we Vlorë binnenkomen slaan we meteen af naar rechts en rijden langs stoffige achterbuurten en oude industrie naar de zee waar we naar het noorden gaan zodat we via een binnenmeer met het Zvernec-klooster bij een aantal mooie stranden komen. Het eerste strand is te voet te bereiken via een geul maar er is boven weinig beschutting, we kijken eerst verder.
Op een enorm strand met de vorm van een halve maan strijken we neer. Er is één toeristenstel met kind en even later arriveren er ook drie vissers. Ze trekken een groot net steeds aan land in de hoop op een vette vangst, maar voor zover we kunnen zien is het net steeds leeg.
We zwemmen en snorkelen (maar dat kun je net zo goed laten hier) in de zanderige en ondiepe zee. In de omgeving zijn de prachtigste rotsformaties te vinden.
’s Avonds hebben we het hele schiereiland ten noorden van Vlorë voor onszelf. We maken een kampvuurtje en droog hout ligt er in overvloed, de enige moeite die je moet doen is bukken om het op te rapen. We nemen een nachtelijke en naakte duik in het warme zeewater want de avond is erg zwoel, zalig! Als we stoppen graven we het vuur in met zand.
Hoogtepunt van de dag: nachtelijke naakte zwempartij. Dieptepunt van de dag: achterbuurt van Vlorë. 165 kilometer gereden
We verkennen verderop gelegen stranden
19 september
Vissers zijn alweer bezig, een goed plekje om te defaeceren is moeilijk en we zijn ondertussen beide aan de schijterij. Een doorzichtige plant moet maar voor voldoende privacy zorgen, de vissers zijn tenslotte erg ver weg en letten natuurlijk op hun eigen activiteiten. We zwemmen en gooien daarna zoet water over ons heen en na alweer een relaxte ochtend rijden we over het strand nog verder naar het noorden.
Na het strand is het pad is slecht maar begaanbaar, we komen bij een heel mooi strand met sta-plekjes. Gisteren helaas te snel tevreden?
We lopen verder over het nu echt onberijdbare pad en zien toch nog een fiat uno die het wel kon! Vanaf hier hebben we zicht op een 13 km lang zo goed als verlaten zandstrand.
Het is bloedheet en terug bij de auto zetten we de airco op de hoogste stand. Op de dam vlakbij het klooster zien we een waterschildpad.
Een gezellig stukje kust
In Vlorë rijden we langs de zee en doen boodschappen in een achterbuurtwinkel. Tussen Vlorë en Orikum is de kust volgebouwd met barretjes, restaurantjes en clubs, leuk aan de kleine strandjes tussen de rotsen.
We proberen diverse restaurants maar de kok is pas om 12 uur aanwezig. Het is gewoon grappig, overal in Albanië kun je eten wanneer je maar wilt en als de restaurants moeten concurreren zijn ze allemaal dicht. In Orikum gaan we naar het strand en hier kunnen we gewoon eten, misschien omdat het ondertussen 12 uur is geweest? Tijdens het eten leggen ze even een pier aan.
We rijden naar het schiereiland Karaburun maar er is een militaire post, omrijden kan niet. Terug in Orikum komen we nog iemand tegen die zegt dat we aan de militairen kunnen vragen of we erlangs mogen want er zijn veel lokale mensen die daar land of dieren hebben en die een speciale pas hebben om erlangs te mogen. Lees maar verder op pagina 12.